zyn; en eenen, die nimmer hoorde, een denkbeeld van het geluid te geeven.
Maar is het onmooglyk, te zeggen, wat het vermaak zy, het is zo moeilyk niet, wanneer wy aandagtig ons zelven gade slaan, te ontdekken, waaruit het vermaak ontstaat; of liever, in welke omstandigheden wy zyn, wat 'er in onze ziel omgaat, wanneer wy vermaak genieten.
Descartes, die met regt beschouwd mag worden als de Vader, of liever de Hersteller, der waare en nuttige Wysgeerte, was van gedagte, dat het vermaak geboren wordt uit het gevoel onzer volmaaktheid.
En zeker, de ondervinding schynt deze meening buiten tegenspraak te stellen, daar zy ons leert, dat alle wyzigingen van onze ziel en van ons lichaam, die tot ons welzyn verstrekken, eene aandoening van vermaak; en, integendeel, dezulken, welken ons schadelyk zyn, eene aandoening van smert voortbrengen. Wanneer wy zo naby aan het vuur komen, dat het ons lichaam zou kunnen schaden, gevoelen wy pyn, en vlieden van het vuur af. Maar als ons lichaam, aan den anderen kant, minder van vuurdeelen voorzien zy, dan noodig is tot ons welweezen, als wy eene smertlyke aandoening van koude gevoelen, dan zoeken wy het vuur; het welk ons dan koestert en verkwikt, tot zo lang, dat een al te groote overvloed van vuurdeelen ons weder begint schadelyk te worden. De vermoeidheid is eene soort van pyn, die ons de rust doet zoeken, om dat een langer voortgezette arbeid ons lichaam beschadigen zou; en de rust is ons dan eene allerzoetste verkwikking. Maar eene al te lang gerekte rust zon onze leden doen verstrammen, en den omloop der kleinzing, en menging der vogten, nadeelig zyn; zy wordt ons dan ten laatsten ongemaklyk; en wy gevoelen ons gedreven tot het neemen van beweeging; welke ook, zo lang zy het lichaam voordeelig blyft, aangenaam is. Het licht van den dag, tot zekeren trap, door het zintuig van het gezigt ontvangen, streelt de ziel; maar wordt het zo sterk, dat het eene ontsteeking in het oog zoude kunnen verwekken, door eene al te sterke aandoening der gevoelige vezelen, dan veroorzaakt het pyn, en 't wordt van verkwiklyk eensklaps onverdraaglyk. Zo is het ook met de aandoeningen, welken de ziel meer lynregt treffen. Voor zo verre zy strekken om de volmaaktheid der ziel te bevorderen, zyn zy aangenaam; maar zo dra zy haare volmaaktheid hinderen, brengen zy smert aan. Het ontvangen van nieuwe denkbeelden, het ontwikkelen