Waarneeming wegens het gebruik der verschillende tincturen van Spaansche vliegen. Door de Heeren Andry en Carrere.
(Histoire de la Societé de Medecine. Tom. II. Année 1777 et 1778.)
De eerste deezer Geneesheeren raadde, by eenen Lyder die de Kinderziekte had, het aanleggen van Spaanschevliegen-Pleisters; dog, vermits de naabestaanden van den Lyder dit niet wilden toestaan, zo liet hy de voeten en de beenen des Lyders tot aan de kuiten, met linnen doeken, die met de Tinctuur van Spaansche vliegen bevogtigd waren, beleggen.
De Apotheker gaf, uit onvoorzichtigheid, in stede van de eenvoudige Tinctuur, die van Fuller, welke uit een Once poeijer van Spaanschevliegen, een Once zoeten Salpetergeest, en drie Oncen Campher Spiritus bestaat.
Deeze Tinctuur werkte ten uitersten schielyk, verscheiden groote blaaren waren getrokken, en uit ieder Been loosde zig meer dan een kan geel water. De Heer Andry liet de opperhuid niet wegneemen, maar de blaaren, met versche Boter en Mangoldbladeren, verbinden. Den daaraanvolgenden avond was het windsel en bed vogtig, de pols beter, en de toevallen begonnen, van dien tyd af, merkelyk te verminderen.
Uit deezen misslag des Apothekers zien wy, dat de Fullerische Tinctuur een sterk blaartrekkend middel is, 't welk binnen agt uuren zyne werking doet, en, uit dien hoofde, in gevallen, waar men schielyke hulpe noodig heeft, zeer nuttig zyn kan.
Een jong Mensch wierd in de Maand November 1773, zonder voorafgaande merkbaare oorzaake, aan de geheele zyde verlamd. Alle middelen, die men tot herstel aanwendde, waren vrugteloos. De Lyder had niet het geringste gevoel nog beweeging, en de verlamde deelen waren geheel slap en bleek.
Men liet, eindelyk, naa dat het Toeval reeds vyf vierendeel jaars geduurd had, den Heer Carrere roepen, die eene Tinctuur van Spaansche vliegen, met wyngeest vervaardigd, voorschreef, waarmede de verlamde deelen alle uuren gevreeven wierden.