........ Door twee Vaderlandsche Vrienden. Te Utrecht, by de Wed. J.v. Terveen en Zoon, 1781. In octavo 71 bladz.
Niet zelden kost het menig Autheur veel moeite, een hem regt voldoenden Tytel voor zyn Geschrift uit te denken; dan deeze twee Vaderlandsche Vrienden schynen zig deeze moeite gespaard te hebben, daar ze dit Stukje, zonder tytel, aan de beste Nederlanders opdraagen, laatende het aan hunne onpartydigheid over, om dit Boekje een naamtje te geven. Wat hier van verder ook zy, en welk naamtje het zelve zoude mogen verkrygen, het bestaat uit eene verzameling van die soort van rymlooze lierdichtjes, met welke manier van opstellen zommigen thans veel op hebben. Tot nog valt die Dichttrant niet zeer in den smaak der Natie; en 't komt ons niet voor, dat de twee Vaderlandsche Vrienden denzelven door deezen bunnen arbeid bevallig zullen maaken: egter willen we wel erkennen, dat ze de Toonmeeting, daar 't hier byzonder op aan komt, vry wel in agt genomen hebben. Men leeze, tot een voorbeeld, het volgende kleene Dichtstukje, over de duurzaamheid der Vriendschap.
Gelijk het hart der bloemen
Zig aan het steeltjen vasthoudt,
Na dat de blaadjes kwijnend
Zo moet het hart der vrienden
De smerten van dit leven,
De bitterste ongenoegens,