Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781

Aenmerkingen over de Verklaering der Unie van Utrecht, door den Wel Ed. Heer en Mr. P. Paulus, in vyf Brieven. Aen een Heer van Regeering geschreven, door Fr, Adr, van der Kemp, v.d.m. Te Leyden, by L. Herdingh, 1781. Behalven het Voorwerk, 269 bladz. In. gr. octavo.

Toen wy van de drie eerste Brieven, welken tot dit Stukje behooren, gewag maakten, hebben wy reeds aangeduid, dat derzelver Schryver, onzes oordeels, geen zwaarigheid behoefde te maaken van zynen naam te melden; en thans heeft men het genoegen van openlyk gemeld te vinden, dat de kundige van der Kemp derzelver Schryver is. De twee Brieven, welken nu vervolgens in dit Stukje nog gevonden worden, dienen ter nadere ophelderinge en bevestiginge van 't geen zyn Ed. in zyne twee eerste Brieven beweerd heeft, nopens de bepaaldheid der Militaire Jurisdictie, en de vryheid of verpligting der Bondgenooten in 't inwilligen der eens vastgestelde Quote. Het een en 't ander

[p. 504]

onderwerp behandelt onze Schryver hier eenigzins op nieuw, ter beantwoordinge der nadere bedenkingen van den Heer en Mr. Paulus, met die oplettendheid en bescheidenheid, welke hy in zyne voorige Brieven in agt genomen heeft; waar door de Leezer in staat gesteld word om de verschillende denkwyzen over deeze stukken, en de wederzydsche bewyzen, des te beter na te gaan. De zaak zelve is zeker van weezenlyk gewigt, en naar welke zyde men ook overhelle, zal men gereedlyk erkennen, dat de Heer van der Kemp hier verscheiden stukken bygebragt heeft; die zyn gevoelen dermaate begunstigen, dat ze ten minste wel ernstig overwoogen verdienen te worden.