Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781
(1781)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerhandelingen uitgegeeven door de Maatschappy, ter bevordering van den Landbouw, te Amsterdam. II. Deels, 1ste en 2de Stuk. Te Amsterdam, by C.N. Guerin, 1781. In gr. octavo 184 bladz.Ten nutte van den Landbouw maakt de Maatschappy, in gevolge haarer inrigtinge voor eenigen tyd gemeld,Ga naar voetnoot(*) hier mede gemeen, het geen haar bovenal der Drukperse waardig scheen, uit het haar medegedeelde nopens het Ongans der Schaapen. Te weeten eene uitvoerige Verhandeling van Dr. J. Veirac, en eene beknoptere van Dr. C. Peereboom, met nog twee byzondere waarneemingen, betreffende dit onderwerp. Stukken, uit welken de zodanigen, die zig inzonderheid op de Schaaphoudery toeleggen, veel nuts kunnen trekken, het zy ter verdere naspeuringe van den aart en oorsprong deezer ziekte, of ter oplettender beproevinge van zodanige middelen, die men oordeelt dat kunnen strekken om dezelve te geneezen, als mede om dezelve, ten minste grootlyks, voor te komen en te verhoeden. De overweeging van dit onderwerp is te meer van gewigt, om dat men deeze ziekte onder de Schaapen, naar 't schynt, veelal te agtloos behandelt; 't welk zeer nadeelige gevolgen voor de Schaapenteelt en de Wolfabriek in ons Land heeft. - Wyders behelst het tweede Stuk van dit Deel, een aantal van berigten, nopens de Inënting der Kalveren, welken dezelve op eene aanzienlyke wyze begunstigen, en tevens verscheiden onderrigtingen aan de hand geeven, nopens de manier hoe, en de omzigtigheid met welke men daaromtrent te werk behoore te gaan, om 'er gelukkigst in te slaagen. Buiten eenige aanmerkingen des- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 496]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aangaande, welke by het voordraagen der berigten, gevoegd worden, heeft men 'er nog in geplaatst een afzonderlyk stuk van den in dit geval by uitstek ervaren Geert Reinders, op zyne veelvuldige ondervinding gegrond. Hy voegt in deezen, by zyne voorige bekende beschryving van de manier van Inënting, aan welke hy zig houdt, als hebbende tot nog geen betere manier gevonden, eene beknopte onderrigting, raakende nog eenige byzonderheden, die men in agt heeft te neemen, om zo veel mogelyk de ongelukken, welken by de Inënting uit onkunde zouden kunnen voortkomen, te verhoeden. Volgens 's Mans opgave heeft hy reeds 1043 Kalveren ingeënt, waarvan 'er slegts 54 gestorven zyn. En zie hier de lyst der Inëntingen, welken tot kennis der Maatschappy gekomen zyn.
Ten laatste behelst dit Stukje nog een Brief van den Wel Ed. Gestr. Heer Mr. R. Paludanus, in welken die Heer aan de Maatschappy verslag geeft van eenige trekken van meer dan gemeene voordeelen, behaald uit het goedmaaken van zeer slegte landeryen, met de wyze, hoe zulks in het werk gesteld is, door Andries Haneken, thans woonagtig onder Kalantsoog. Een Man, wiens vlyt en overleg in 't goedmaaken van zeer slegte landeryen, met een ruime winst vergolden is geworden; en wiens manier van arbeiden, te gelyk met den gunstigen uitslag, de Heer en Mr. Paludanus openlyk aankondigt, of ook het bekend worden hier van anderen Lieden ten platten Lande tot een prikkel van navolging mogte strekken, om, naar het voorbeeld van Haneken, slegte en zelfs zeer slegte Landeryen te verbeteren; zo tot hun eigen profyt, als tot voordeel van het Gemeene Land. |
|