Myn Heer van Saint Charles, of de Zeldzaame Man. Tooneelspel, in drie Bedryven. Gevolgd naar het Fransche van den Heere Gernevalde. Te Amsterdam by A.v.d. Kloe, 1780. In octavo, 80 bladz.
Oneenigheden tusschen twee Gelieven baanen den weg tot een ongelyk Huwelyk, dat nogtans afgekeerd wordt, waarop de twee Gelieven zig door den egten band vereenigen. Myn Heer van Saint Charles speelt in deezen een zonderlingen rol. Op den ouderdom van zestig jaaren de Minnaar to zyn van Rosalia, die pas twintig jaaren oud is, komt hemzelven ongerymd voor; hy tragt het Rosalia te doen opmerken; maar deeze verbitterd op haaren geweezen Minnaar Lucidor, (dien zy egter in haar hart mint, terwyl deeze haar ook eene zuivere lielde toedraagt,) laat zig niet overtuigen. Saint Charles zet daarop zyne zogenaamde Vryery voort, ontdekt intusschen de oorzaak der oneenigheid, en 't misverstand tusschen Rosalia en Lucidor; hy wamschouwt Rosalia, terwyl hy Lucidor nog grond geeft om te hoopen. Met dit alles komt het egter zo ver, dat Rosalia het Huwelyks-Contract met Saint Charles tekene; dan deeze scheurt, op de tekening, het Contract in stukken, en bewerkt de Huwelyksvereeniging tusschen de twee Gelieven, wenschende ten slot, dat elk bedaagd Man zyn voorbeeld volge, en zyne waarde leere kennen! dan zullen, zegt hy, de Huwelyken gelyker, en de Echtgenooten gelukkiger zyn. In de uit voering is dit stuk zeer wel in 't oog gehouden; Saint Charles maalt het haatlyke der Huwelyken van ongelyke jaaren leevendig af; en schetst tevens vry nadruklyk, hoe verkeerd het zy, een Huwelyk, uit wraakzugt, aan te gaan; daar men zomtyds, gelyk hier, toegedreeven kan worden, door oneenigheden, die te ver getrokken zyn.