Verhandeling over de Bouwkunde, door S. le Clerc. Roomsch Ridder, Teekenaar en Plaatsnyder van Lodewyk XIV. Uit het Fransch vertaald, door P.E. Duyvené. Te Amsterdam, by J. Smit en Zoon, en W. Vermandel, 1781. In groot Quarto, behelzende ongeveer 100 bladzyden Letterdruk en 182 Plaaten.
Bouwkundige Liefhebbers hebben dit Fransche Stuk, met reden, altoos hoog gewaardeerd, en 't kan uit dien hoofde denzulken onder onze Landzaaten, die der Fransche taal onmagtig zyn, niet anders dan gevallig weezen, dat ze het zelve ook in onze Spraak gemeen gemaakt zien, als waar door ze in staat gesteld worden, om 'er een nuttig gebruik van te kunnen maaken. Het behelst, na eenige voorafgaande beknopte aanmerkingen over de Bouwkunde en de Ordens der Colomnen, eene verklaaring van een groot aantal van Plaaten, die als zo veele schetzen zyn van het geen men omtrent de verschillende Ordens, en wat verder daat toe betrekking heeft, behoort gade te slaan, met bygevoegde waarneemingen, die ter nadere ophelderinge strekken, en tevens aanwyzen, waarop men in de uitvoeringe agt hebbe te geeven De manier, op welke de Autheur dit onderwerp behandelt, is alleszins kort en tevens van die klaarheid, dat een oplettend Leezer hem, onder 't nagaan der voorgestelde schetzen, zonder moeite begrype; en 's Mans Bouwkundige Lessen gereedlyk kunne overbrengen, tot die byzondere omstandigheden, waarin by zig voor-