Zeemans Handboek, door J.F. Martinet, Predikant te Zutphen, &c. Te Amsterdam, by J. Allart, 1781. Behalven het Voorwerk, 274 bladz. in octavo.
By manier van Zamenspraaken, tusschen eenen ouden, ervaren en wyzen Matroos, en eenen Jongen, die een braaf en bekwaam Zeeman worden wil, ontvouwt hier de Eerwaarde Martinet de Zeemanspligten, met inmenginge van zodanige kundigheden, die strekken om jonge Lieden tot de Zeevaart aan te moedigen, en hen te leeren, wat zy op te merken hebben. Zyn Eerwaarde behandelt dit Stuk op eene zo leerzaame en tevens aanvallige wyze, dat men een vry goeden grond hebbe, om te verwagten, dat het by Zeelieden van een nuttigen invloed zal zyn. De eerste zamenspraak gaat over de onderscheidene beroepen, en de verschillende neigingen der menschen tot het een of ander beroep, en dus ook tot de Zeevaart, die by veelen te onregt in minagting is. Op dit Gesprek, dienende grootlyks om den jongen Matroos te noopen tot volstandigheid in zyne keuze, naar zyne neiging, volgt eene verdere aanmoediging, door een onderhoud over de nuttigheid der Zeevaart, wel byzonder met betrekking tot ons Vaderland, welks verval met dat van de Scheepvaart onafscheidelyk verbonden is. Hier aan verknogt zig eene Zamenspraak over de Zee; in welke de algemeene waarneemingen, die de Natuurkundige beschouwing der Zee aan de hand geeft, op eene bevatbaare wyze beknoptlyk ontvouwd worden. Na deeze voorafgaande aanmerkingen met betrekking tot de Zeevaart, loopt het onderhoud bepaald over de pligten, die een Zeeman te betragten heeft; welken, onder 't bybrengen van deeze en geene gepaste voorbeelden uit 's Lands Geschiedenissen, voorgedraagen en aangedrongen worden. De oude Matroos leert den Jongeling, hoe hy zig byzonderlyk jegens den Kapitein te gedraagen hebbe; waarschuwt hem tegens deeze en geene ondeugden, welken omtrent het Scheepsleeven bovenal in aanmerking komen; geeft hem eenige lessen nopens zyn gedrag in 't algemeen; spreekt voorts wel inzonderheid over de pligten, die hy jegens zyne Medgezellen aan boord in agt behoort te neemen; het gedrag dat hy in vreemde Landen moet houden; de wyze op
welke hy zig te gedraagen heeft, als hy, ten einde zyner Reize, weder in het