Beschryving van den gedugten Watersnood, en deszelfs droevige gevolgen, in het Ampt van tusschen Maas en Waal, voorgevallen tusschen den 27 en 28 Januari deezes jaars 1781. Briefswyze medegedeeld, door eenen Vriend in Gelderland, aan zynen Vriend in Amsterdam. Te Utrecht, by D. Baars, 1781. In groot octavo, 47 bladz.
Men geeft ons in deezen Brief een alleszins geloofwaardig verslag, van den ongelukkigen toestand veeler onzer Landgenooten, in het Ampt van tusschen Maas en Waal, door de menigvuldige Dykbreuken, die het geheele Land onder Water gezet, en een aantal van ongeveer 20 Dorpen deels vernield, deels grootlyks beschadigd hebben. - Hun nood vereischt hulp; ze worden des den medelydenden en weldaadigen in Holland aanbevolen: ter aanmoediginge waar van de Schryver zig beroept, op het geen men deswegens voorheen in soortgelyke gevallen, in ons Gewest, gedaan heeft; mitsgaders op de wyze, die men in 't welbesteeden der Liesdegaven aangewend heeft: 't welk hem doet hoopen, dat 'er ook thans kragtdaadige ondersteuning verleend zal worden.
Ter vervullinge nu deezer hoope, weete men, dat reeds in Holland eenige voorbereidende schikkingen gemaakt zyn; gemerkt eenige Heeren van beproefde trouw zig hebben gelieven te verledigen, tot het inzamelen van penningen ten dien einde. De Alzegenaar begunstige hunne poogingen! en men toone in ons Gewest, dat de Hollanders niet ontaart zyn van de barmhartige mededeelzaamheid hunner Vaderen.