reidvaardig is, om 'er betamelyk op te antwoorden.” - Hier omtrent komen een kranken, op zyne herstelling, de volgende lessen te stade.
(a.) Hy moet zich zorgvuldig wachten voor die verkeerdheden, waardoor hy, voor zyne ziekte, den Heere vertoornd had.
(b.) Hy moet gedachtig zyn, dat hy, 't geen hy nog op aarde te leeven heeft, nu wel byzonder schuldig is Gode te leeven.
(c.) Hy moet nu voortaan overvloediger zyn in des Heeren lof.
(d.) Hy moet nu toonen, dat hy geleerd heeft recht van zich zelven en van de waereld te oordeelen. - Uitneemend voordeelig zou het hem zyn, indien hy zich zelven, en de dingen die buiten hem zyn, na zyne herstelling, steeds in dat zelfde licht beschouwde, waar in zy hem voorkwamen, toen hy krank ter neder lag.
(e.) Hy moet zich nu te sterker opgewekt vinden, om behoorlyk medelyden te oefenen, omtrent elendelingen, vooral omtrent kranken.
(f.) Hy moet, (een ieder naar zynen staat en omstandigheden,) toezien, dat hy toch niet te leur stelle de verwachting van zyne vrienden, die veel belang in zyne herstelling gesteld hebben. Dat is, hy moet zich in zynen kring bevlytigen, om zyn leeven zo nuttig te maaken, dat het aan de billyke verwachting, die men van hem opgevat heeft, beantwoorde, ja, zo mogelyk, die overtreft.
(g.) Hy moet eindelyk den tyd, die hem nog gegeeven is, om in 't vleesch te leeven, toch zorgvuldig uitkoopen, om zich tot den dood en de eeuwigheid te bereiden.’
Aen het ontvouwen dezer voorstellingen hecht zyn Eerwaerde wyders enige welgeschikte aenmerkingen zo over zyne omstandigheden, als over het lofwaerdig gedrag der Gemeente te hemwaerds; en besluit eindelyk zyne Leerreden met een treffenden aendrang van alles, inzonderheid met betrekking tot de zodanigen, die zich met hem in gelyksoortige omstandigheden bevinden.