renen, als wy, rechtvaardig, edelmoedig, en tevens opmerkend, willen zyn. Overal vinden wy voorwerpen, onzer achting en ernstige beschouwing waardig.... Wy zullen grootmoedige, menschlievende, dengdzaame, dankbaare, Characters vinden, by hen, die den ongevoeligen geen oplettenheid noch aandoening inboezemen.... Wat is de rede dat dit zoo weinig plaats vindt?... helaas!... waarom anders, dan dat men zich te sterk verslaaft aan de vermaaken, die ons dag aan dag omringen;... zich zyner driften te veel overgeeft, en gewaande denkbeelden van magt en grootheid koestert... Tyd ter opmerking wordt ons weinig gegund, en wy wandelen, met den sluier der gewoonte bedekt, zonder om te zien, voort.... Dwaaze heblykheden en tevens dwaaze involgingen, meestal toe te kennen aan den kring, daar men ons in onze jeugd in doet beweegen, en daar wy veelal in blyven rondloopen, als wy 't ruime veld der waereld kunnen intreeden.... Een algemeene geest van menschlievendheid, 't is waar, bezielt de eeuw waarin wy leeven, en dringt, met den geest van wysheid en goedwilligheid, door tot de Troonen, waarop onze Voorvaderen als sluimerende nederzaten, terwyl zy ons waakzaamheid inblaast.... Maar hoe heilryk zou onze ontwaaking voor het menschdom zyn, als die geest ons onophoudelyk deszelfs invloed schonk!... wy zouden onze ogen openen, zien en willen zien; gevoelen, en dat gevoel aanprikkelen!... Dan zou rechtvaardigheid en menschlievendheid, op vleugelen van magt en grootheid, omgevoerd worden door het geheele ryk, en de traanen der verdrukten droogen; terwyl men thans niets ziet, niets hoort, niets gevoelt, buiten den kring, waarin men zich bevindt. Gelukkig, die Vorsten, die regeeren, wanneer de stem van menschlievendheid van alle oorden tot hen spreekt, hunne harten treft, en hen Vaders hunner onderdaanen doet zyn. Vaders zyn zy, en hunne onderdaanen hunne kinders; van den aanzienlyksten tot den
geringsten. Myn hart gloeit op dit denkbeeld!... en, Goede God! van wien al myn magt, myn grootheid ontspruit, sterk myne poogingen! billykheid en rechtvaardigheid zullen te hunner tyd plaats vinden... Een schemering van het heilryk licht van dien schoonen dag breekt reeds door, en zal eerlang met schitterende straalen de Troonen der Vorsten verlichten. - Dat die dag schielyk kome, en de nevelen van onrecht en verdrukking verdryve!’