Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781
(1781)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 101]
| |
gens den heerschenden Rooden Loop, zyn verspreid, hebben ons reeds lange doen wenschen, eene nauwkeurige en volleedige Beschryving van deeze zo vernielende Ziekte, door eene kundige hand in het licht te zien verschynen. In het Geschrift dat wy thans voor ons hebben, geeft de Heer van Ghert een kort verslag van de wyze, hoe zig de Roode Loop in Breda geopenbaard, en welke middelen hy ter geneezing van dezelve heeft aangewend. De eigentlyke en naaste oorzaak deezer Ziekte, zegt de Schryver, laat zig niet wel bepaalen, maar zeker is het, dat het eene stoffe moet zyn, die de darmen op eene ongewoone wyze prikkelt: onder de afgelegen oorzaaken telt-de Autheur de volgende. 1. Eene rottende Galstoffe. 2. Het gebrek aan rype Vruchten, en een slegt gewas der Graanen. 3. Het onmaatig gebruik van Voedzel. 4. Gebrek aan behoorlyke zuivering, zo wel met betrekking tot de kleeding, als ook ten aanzien van de wooningen. 5. Eene ongewoone groote menigte van Insecten. 6. Eene aanhoudende drooge Warmte. 7. Stinkende uitwaassemingen van staande Wateren. 8. Belette uitwaasseming, en eindelyk 9. het Contagium zelve. De kenmerken, welke de Schryver van deeze Ziekte opgeeft, zyn menigvuldige, galagtige, stinkende Stoelgangen, met Tenesmi, die vervolgens slymerig en bloederig wierden. By eenige Lyders was de Koorts vry hevig, by anderen integendeel was weinig Koorts te ontdekken. De Geneeswyze, welke de Schryver als de beste in deeze Ziekte heeft gevonden, is, in de eerste plaats, wanneer 'er eene ontsteeking in de darmen is, (die zig door eene pynlyke opzwelling van den Onderbuik laat onderkennen,) de Aderlaating, en pappen op den Buik: vervolgens, door zachte Braak- en Buikzuiverende middelen, de scherpe stoffe weg te neemen, waarby hy ook zomtyds voegt het gebruik van het Laudanum, wanneer de pynen hevig zyn. Wanneer de Ziekte heviger wierd, nam hy zyn toevlugt tot de Kina, Cascarilla, Simaruba, Succus Catechu, flores Chamomilli Romani, Cortices Aurantiorum. Cortex quercinus, &c. - Wy hadden gaarne gewenscht, dat de Schryver dit Onderwerp wat breedvoeriger en nauwkeuriger behandeld had: alles, wat hy omtrent de Verschynzelen, Oorzaaken, en Geneeswyze deezer Ziekte zegt, is zo algemeen en onbepaald, dat zy, die eene Monro, Degner, Zimmerman, Hannes en anderen, over deeze Ziekte geleezen hebben, weinig practicaal nut, na 't ons toeschynt, uit dit Werkje zullen kunnen trekken. |
|