Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781

J.Ch. Biel Novus Thesaurus Philologicus, sive Lexicon in LXX et alios Interpretes et Scriptores Apocryphos V.T. Ex B. Autoris Ms. edidit ac praefatus est E.H. Mutzenbecher, V.D.M. Eccl. Luth. Amstelodamensis. Pars tertia. Π-Ω. Hagae, sumtibus J.A. Bouvink, 1780. In octavo f.m. 640. pp.

Met de afgifte van dit derde Deel, is dit nuttige Werk van den hooggeachten Biel volledig in 't licht gebragt. Alle deskundigen, gereedlyk instemmende met het geen wy voorheen ter aenbevelinge van 't zelve gezegd hebben,^(*) vinden in de uitvoering alleszins reden, om ten hoogste vergenoegd te zyn, over den oplettenden arbeid door den Eerwaerden Mutzenbecher daer aen besteed. En 't kan hun niet anders dan aengenaem zyn, uit een nevensgaend kort Voorbericht te vernemen, dat zyn Eerwaerde zich aenbiedt, om alles by een te verzamelen, en in orde te brengen, wat ter verdere volmakinge van dit Werk zou mogen dienen, inzonderheid door het zelve te verryken, met latere taelkundige waernemingen, van welken de geleerde Biel, zynde in den jare 1745 overleden, geen gebruik heeft kunnen maken. Hy verzoekt deswegens de toegenegen hulp van alle de zodanigen, die zich op deze oefening toeleggen; met oogmerk, om, een genoegzamen voorraed, zo door eigen naspooring als door de hulp van anderen bezittende, dit Werk met ene naleezing te vermeerderen, en het dus van ene nog uitgebreider nuttigheid te maken.

(*) Zie Alg. Vad. Letteroef. I.D. bl. 293, en II. D. bl. 101.