Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781
(1781)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
Volledige Verhandeling over de Electriciteit in de Theorie en in de Practyk, met oorspronkelyke Proefneemingen, door Tiberius Cavallo. Uit het Engelsch vertaald, en verrykt met byvoegselen en verbeteringen, door den Schryver medegedeelt aan J.Th. Rossyn, Professor in de Wysgeerte te Utrecht. Te Utrecht by B. Wild 1780. Behalven het Voorwerk 339 bladz. in gr. octavo.Schoon 'er, na menigvuldige herhaalde proefneemingen nopens de Electriciteit, nog veele verschynzels overblyven, die hunne duistere zyden hebben, en niet, of bezwaarlyk, volgens de gewoone regels, te verklaaren zyn, is men 'er egter zo verre mede gevorderd, dat men wel eene soort van Samenstel van de Leer der Electriciteit kunne maaken; behoudens dat men het zekere en onzekere wel onderscheide. Hier van verstrekt deeze Verhandeling van den Heer Cavallo ten bewyze; welke, dit onderscheid behoorlyk gadeslaande, ons geregeld ontvouwt, hoe verre men het ten deezen opzigte tot heden gebragt heeft; met mededeeling van de voornaamste proefneemingen, welken ter ophelderinge van dit onderwerp dienen. Na eene voorafgaande Inleiding, die ons een kort verslag van de opkomst en den voortgang der beoefeninge van de Electriciteit verleent, is het eerste gedeelte deezer Verhanlinge geschikt, ter verklaaringe van de Grondwetten der Electriciteit, aan welke de Autheur een berigt hegt, van de voordeelen, die men reeds uit de Electriciteit getrokken heeft, en die men verder mag verwagten; doch waaromtrent nog nadere proefneemingen vereischt worden. By het sluiten van dit eerste deel trekt hy het hoofdzaaklyke van zyn gezegde, wegens de Grondwetten, te zamen, en brengt ons het zelve zo beknopt onder het oog, dat wy 't niet ondienstig agten, deeze opgave hier mede te deelen. ‘Alle de lichaamen in de natuur worden verdeeld in twee klassen, naamlyk Elektrieken en Geleiders. Elektrieken zyn de zodanigen, in dewelken men door eenig middel de Elektriciteit kan opwekken, zo dat zy Elektrieke verschynselen voortbrengen: maar Geleiders zyn zulke lichaamen, in dewelken men de Elektriciteit, als uit hun zelven, dat is, zonder tusschenkomst van een Elektriek lichaam, niet kan gaande maaken. Verder: Elektrieke lichaamen laaten de Elektriciteit niet door, maar de Geleiders geeven haar eenen vryen doortogt. | |
[pagina 66]
| |
Elektrieke lichaamen worden op drieërleie wyzen gaande gemaakt; naamlyk, door wryven, warm en koud maaken, en smelten of overgieten van eene gesmoltene zelfstandigheid in eene andere. Wanneer twee verschillende lichaamen, mits zy niet beiden geleiders zyn, t'zamen gewreven worden, zullen zy beiden, (wel verstaande dat het geen een geleider is, afgezonderdGa naar voetnoot(*) zy,) geëlektrizeerd wezen, en tegenstrydige elektriciteiten bezitten. Als men, b.v. een stuk glad glas wryst met een alleen gesteld stuk leder, verkrygt het de eene soort van Elektriciteit, genoemd de Glasagtige, Stellige of Plus Electriciteit; en het alleen gestelde leder verkrygt de andere, genaamd de Harschagtige, Ontkennende of Minus ElektriciteitGa naar voetnoot(†). Het onderscheid tusschen deze twee electriciteiten bestaat hoofdzaaklyk in de verschynselen van haar licht, en in die van aantrekking en afstooting. Wanneer de stellige Elektriciteit in een puntig lichaam ingaat, zo veroorzaakt zy, aan de punt, de verschyning van eene lichtende star of bolletje; maar de ontkennende Elektriciteit vertoont eenen lichtende kegel van straalen, welken schynen uit te gaan, uit het uiterste van het puntige lichaam. Lichaamen, welken dezelfde Elektriciteit hebben stooten malkanderen af, maar lichaamen van verschillende Elektriciteit trekken malkanderen aan. Wanneer eenig lichaam binnen de werkkring van een geëlektrizeerd komt, verkrygt het onmiddelyk, ten zy het zeer klein en afgezonderd is, eene Elektriciteit, strydig | |
[pagina 67]
| |
met die van het geëlektrizeerde lichaam, by 't welke het gebragt is. Geene Elektriciteit kan bespeurd worden op de oppervlakte van eenig geelektrizeerd lichaam, ten zy die oppervlakte een elektriek lichaam aanraakt, 't welk op de eene of andere wyze, op eenen Kleinen afstand, de tegengestelde Elektriciteit kan aanneemen. Anders: Geene Elektriciteit kan bespeurd worden, op de oppervlakte van eenig geëlektrizeerd lichaam, ten zy die oppervlakte overgesteld is aan een ander lichaam, 't welk werklyk de tegengestelde Electriciteit verkreegen heeft, en deze op tegengestelde wyze geëlektrizeerde lichaamen afgescheiden worden door een elektriek lichaamGa naar voetnoot(*). | |
[pagina 68]
| |
Wanneer de afstooting tusschen twee lichaamen, voorzien van dezelfde soort van Elektriciteit, wordt uitgezonderd, worden alle de overige elektrieke verschynselen veroorzaakt, door den overgang der Elektriciteit van het eene in het andere lichaam. Eene zeer groote hoeveelheid van Electriciteit is in den Dampkring te vinden, en deze dient ongetwyffeld tot het verrigten van groote werkingen in de natuur. Tot nog toe heeft men niet bevonden, dat de Elektriciteit iets te doen hebbe, met eenige gisting, uitwaasseming of stremming, schoon de wolken, de regen, de hagel, de sneeuw en de nevels, byna altyd geëlektrizeerd zyn. Deeze weinige wetten, wel beschouwd, zullen bevonden worden, byna alles te bevatten, wat omtrent dit onderwerp bekend is, en, wel aangewend, kunnen zy dienen tot verklaaring van de meesten der proefneemingen’. Op dit eerste gedeelte, waarin de Autheur zig bepaalt tot het geen onbetwistbaar genoemd mag worden, volgt het tweede Deel deezes Werks, waarin hy zig verledigt, tot eene kortbondige ontvouwing van de meest waarschynlyke | |
[pagina 69]
| |
onderstellingen en gissingen, van welken men zig, ter verklaaringe der elektrieke verschynselen, bediend heeft. Daar mede het Theoretische nopens de Elektriciteit afgehandeld zynde, gaat de Heer Cavallo over tot de Praktikaale Elektriciteit; waarvan hy ons in het derde Deel de vereischte berichten mededeelt. In de eerste plaatse beschryft hy den elektrischen toestel in 't algemeen, mitsgaders die van eenige elektrische werktuigen, en daar toe behoorende stukken in 't byzonder. Hierby komen praktikaale regels omtrent het gebruiken van dien toestel; welker inagt neeming den jongen proefneemer te stade kan komen, om hem de werkelyke behandeling gemaklyker te maaken, en hem zyne proeven met meer vaardigheid en naauwkeurigheid in 't werk te leeren stellen. Verder geeft hy ons een voldoenend verslag van de voornaamste proefneemingen, welken tot nog gedaan zyn; die inzonderheid der nadere verklaaringe en bevestiginge van de bovengemelde Grondwetten, of ook ter daadlyke ophelderinge van etlyke gemaakte gissingen en onderstellingen, bovenal in aanmerking komen. Eindelyk behelst het vierde en laatste Deel eenige nieuwe proeven en waarneemingen, welken de Heer Cavallo zelve in 't werk gesteld heeft, geduurende den loop van omtrent twee jaaren, in welken tyd hy zig byzonder op deezen tak der natuurkunde toegeleid had. 's Mans opgave zyner genomen proeven vertoont alleszins eene groote naauwkeurigheid, en zyne daarop gevestigde waarneemingen, met de daaruit afgeleide gevolgen, verleenen tevens blyken van zyn welwikkend oordeel. Bovenal komen in dit gedeelte zyne proeven met den Elektrischen Vlieger, den Dampkring-elektrometer en den Regen-elektrometer, welker toestel hy afzonderlyk beschryft, in opmerking; te meer daar hy voornaamlyk bedoeld heeft verscheiden elektrieke verschynzels in den dampkring na te spooren. Zyn Ed. heeft de merkwaardigste proeven, die hy desaangaande in 't werk gesteld had, onderscheidenlyk opgegeeven; en verzoekt de Liefhebbers dezelven te herhaalen; om den uitslag hunner waarneemingen met zyne bevinding te vergelyken: om langs dien weg, zo 't mogelyk ware, iets voldoende te ontdekken, met opzigt tot de oorzaak der steedsduurende elektriciteit welke in den dampkring is, en, naar alle gedagten, de elektriciteit van de wolken, den regen, hagel, sneeuw, enz. voortbrengt. |
|