Vrouw Jacoba in gebruik zullen geweest zyn, en in laater tyd den naam van Jocoba's Kannetjes verkreegen hebben. Hy meldt ons verder, hoe dit slag van Kannetjes op verscheiden plaatzen gevonden zy; en hoe weinig staat men maaken kan, op de vertelling van eene pottebakkery van Vrouw Jacoba op Nieuw Teylingen. Men heeft ze, volgens onzen Autheur, aan te merken, als Kannetjes van een algemeen gebruik in vroegere dagen; mogelyk minder of geheel niet in de dagen van Vrouw Jacoba; die dezelven in trein gebragt kan hebben in haare gastmaalen; vooral wanneer zy Schatters onthaalden, die gemeenlyk voor een vrolyken dronk waren; 't welk meermaals kannen en glazen koste, die men over 't hoofd of over tafel wierp. Onze Autheur voorts, in 't voorbygaan, eene aanmerking gemaakt hebbende over de vreugde, de neiging van 't volk tot dezelve, en 't gebruik dat 'er Vrouwe Jacoba van maakte, laat zig daardoor leiden tot het melden haarer lotgevallen, en der meewaarigheid welke zy verdiende. Na deezen uitstap keert hy weder tot het over 't hoofd gooien der Kannetjes, en de verschillende reden voor dit gebruik; 't welk hem verder gewag doet maaken van etlyke soorten van wynen diestyds gebruikelyk, en den prys van pragtige maaltyden in die dagen. Dit brengt hem op het bekende Feestbanket van van Borsselen, en deszelfs liefdesverklaaring; 't welk hem voorts staan doet blyven, op meer soortgelyke gewoonten dier Eeuwe. Onze Autheur, hierop overgaande tot het gebruik der Kannetjes, geeft ons vooraf eenig berigt van etlyke soorten van Drinkvaten der Ouden, en doet ons wel inzonderheid opmerken, dat zommigen van dezelven dienden om 'er uit te drinken, terwyl men anderen gebruikte om 'er uit te schenken; welk laatste, zo hy oordeelt, ook het gewoone gebruik der Jacoba's Kannetjes geweest zal zyn. - Uit dit verslag kan men afneemen, dat de Heer van
Hasselt ons hier eene groote verscheidenheid van onderwerpen aan de hand geeft; die, daar wy slegts de voornaamsten aanweezen, nog vermeerderd wordt, door een aantal van byzonderheden, die toevalligerwyze in opmerking komen. In een en ander geval heldert zyn Ed. deeze en geene Stukken der Oudheid, met eene nevensgaande verklaaring veeler benaamingen en spreekwyzen daar toe betrekkelyk, indiervoege op, dat het een nieuw bewys van zyne vlytige Oudheidkundige naspooring verleene; en deeze zyne verzameling van opmerkingen te nuttiger maakt.