De Christen, in negen Boeken, door G. Paape. Te Delft by E.v.d. Smout en J. de Groot Pz. 1780. Behalven de Opdragt 230 bladz. in groot octavo.
In dit Stuk schetst ons de Heer Paape, wiens ernstige smaak en vloeiende dichttrant bekend is, in een zinnebeeldig doorloopend Tafereel, een Christen tot inkeer gekomen, doch voorts daarop onagtzaam, vervolgens kragtdaadig bekeerd, en op den weg ter Zaligheid gebragt. Het Tafereel vervolgende maalt hy ons den Christen, als bloot gesteld aan veele misleidingen op dien weg, die hem wel eens op een dwaalspoor brengen, dan van 't welke hy telkens, hoewel niet zonder groot gevaar, weder te recht komt: - aan veele verzoekingen, die hem wel eens verlokken, doch niet geheel verstrikken: - en aan veele listen, laagen, ja geweldigen tegenstand, die hem wel eens wederhouden en bovenmaate belemmeren, maar nogtans niet geheel overmeesteren: - tot dat hy eindelyk, alle moeilykheden en gevaaren op dien weg te boven gekomen zynde, aanlandt in de gewesten der eeuwige Zaligheid. - De manier van uitvoering is alleszins opwekkelyk, en 't Tafereel behelst een aantal van leerzaame stukken; die ter heilzaame waarschouwinge en onderrigtinge dienen. Om 'er eene algemeene les, die van eene doorgaande nuttigheid is, uit mede te deelen, zullen wy ons bepaalen tot het berigt, dat een Kluizenaar, in wiens hut de Christen vertoefde, geeft van 't godvrugtige onderwys, hem in zyne jeugd verleend; 't welk hierin bestaat:
Mijn Onderwijzer was een van die stervelingen,
Die 't hart niet stellen op vergankelijke dingen;
Maar uitzien na een goed, dat door geen tijd vergaat.
Hij leerde mij, al vroeg, te schrikken voor het kwaad,