Verhaal van een gebrooken borstbeen. Door George Borthwirk, Heelmeester van het Veertiende Regiment Dragonders.
(Medical and Philosophical Commentaries, Vol. V. Part. II. p. 185.)
Een Man, behoorende tot het Veertiende Regiment, kwetste zyn borst tegens een Kreb, terwyl hy bezig was een kwaad Paard in de Stal te dresseeren. - Wanneer ik hem, 10 minuten naa dat het toeval gebeurd was, bezogte, klaagde hy over geweldige pyn in de Borst, die zig tot in de beide zyden uitstrekte, en hem de ademhaaling moeijelyk maakte.
Ik onderzogte het Borstbeen, en vond dat het zelve, onmiddelyk boven de vereeniging van de Kraakbeenderen van de vierde Rib, dwars door gebrooken was. Men ontdekte duidelyk, by de in- en uitademing, een knarssend geluid, en men konde, op het aanraaken, de Breuk nog duidelyker ontwaar worden; daar was echter geen de minste uitpuiling van een of ander fragment.
Ik liet, naa dat ik de bovengenoemde omstandigheden aldus gevonden had, den Lyder twaalf Onzen bloed aftappen, en bragte hem zorgvuldig na bed. Vervolgens leide ik een flenelle Compres, die de grootte van het Borstbeen had, op de borst, en wond, voor 't overige, de geheele Thorax in een breed flenellen lap, die echter maar eens over elkander geslaagen was, ten einde, in geval van noodzaakelyk, de Bandagie gemakkelyker los te kunnen maaken. Deeze Bandagie was niet zo vast aangelegd dat ze de ademhaaling konde beletten; maar diende alleen om de deelen eenig steunsel te geeven, en aan dit oogmerk voldeed het volmaakt, vermits men zedert het knarssende geluid niet meer konde hooren.
Den eersten nagt sliep de Lyder niet wel, en toen ik hem des morgens bezogte, klaagde hy over een hoest,