| |
De voornaamste en zeldzaamste leevensgevallen van Mr. Chakles Churchill.
Den Heeren Uitgeeveren der Alg. Vad. Letteroef.
Myn Heeren!
‘Schoon de Heer churchill hier te Lande maar enkel bekend is by weinigen-, die smaak vinden in de staatsverschillen, welke Engeland voorheen ontrustten, te leezen, als waar in hy zich bekend gemaakt heeft door zeer steekelagtige Dichtstukken, zal egter eenig berigt diens zeldzaamen Mans, de aandagt van veelen, zo ik denke, niet onwaardig weezen. De vreemde rollen die hy gespeeld, de verschillende characters, die hy bekleed heeft, maaken hem zo byzonder, dat een persoon, als hy, in een vercierd verhaal ingevoerd, ligt gezegd zou worden, onnatuurlyk en gezogt te weezen. 't Is dus om de zeldzaamheid alleen, en daar het niet vercierd is, dat ik UE dit Stukje mededeele, zo als ik het onlangs in the Universal Magazine gevonden hebbe.’
Mr. charles churchill stamde af van een oud, en aanzienlyk, geslacht. Zyn Vader nam den predikdienst waar in St. Jan te Westminster; hy werd in een huis naby de Abdy van Westminster gebooren, daar zyne Moeder nog woont. Zo dra hy leezen kon, werd hy te Westminster ter Schoole besteld, waar hy in de Latynsche taale zeer groote voortgangen maakte; den ouderdom bereikt hebbende om na de Hoogeschool te gaan, bragt zyn Vader hem na Oxfort; dan gestoord en te onvrede, wegens de ge- | |
| |
meene en kinderagtige vraagen hem voorgesteld, in het onderzoek om als Student te worden aangenomen, maakte hy een scherp en vernuftig schimpschrift op zynen Ondervraager, en dit was van die uitwerking dat hem de Hoogeschool ontzegt werd.
Hy vondt zich derhalven genoodzaakt weder na Londen te keeren, en op nieuw in t School te Westminster te gaan, waar hy geduurige blyken gaf van zyne vordering, tot groot genoegen van zynen Vader en naastbestaanden.
Zeventien Jaaren bereikt hebbende, werd hy sterk verliefd op een jong meisje, dat noch uitneemend schoon noch by uitstek geestig was, maar voorzien met hoedanigheden, die de lichaamsschoonheid en de gaven des vernufts verre overtreffen: zy was teerhartig, zagt, en goedaartig, beminnelyk, altoos zichzelve gelyk, en van ongeveinsde Godsvrugt.
Het jonge paar trouwde, na eene zeer korte vryaadie, en omtrent twee Jaaren gelukkig met elkanderen geleefd te hebben, vroeg churchill's Vader, die zyn' Zoon tot den Kerkdienst geschikt hadt, denzelven in ernst, wat beroep hy voorhadt te aanvaarden? De jonge churchill gaf hier op een antwoord, dat met zyns Vaders oogmerk overeenkwam, die deswegen zyn genoegen betuigde, en niet twyfelde, of hy zou zyn' Zoon, schoon deeze op geene Hoogeschool geweest, en dus geenen trap van waardigheid beklommen hadt, geordend krygen, wanneer hy de daar toe gestelde jaaren bereikt hadt.
Dit gelukte ook, want drie en twintig jaaren oud zynde, werd hy door Dr. sherlock, geweezene Bisschop van Londen, naa een behoorlyk onderzoek, waar in hy overvloedige blyken van zyne bekwaamheid gaf, geordend.
Wy hebben reeds aangemerkt, dat een Schimpschrift, tegen zyn' Ondervraager, oorzaak was, dat hy op de Hoogeschoole te Oxfort niet werd toegelaaten: doch 't blykt, uit een gezegde van den Bisschop, die hem ordende, dat men zyne onbekwaamheid om aan 't onderzoek te voldoen hadt voorgewend, als de rede waarom hem de Hoogeschool toen ontzegd werd: want Dr. sherlock was zo wel voldaan over de bekwaamheden van churchill, gebleeken in een streng onderzoek, dat hy, 't zelve gedaan zynde, uitriep, welk een Ondervraager moet deeze gehad hebben, toen hy niet waardig gekeurd werd om als Student de Hoogeschool te betreeden!
Weinig tyds naa zyne ordening, kreeg hy eene standplaats in Wales, die hem 's Jaarlyks 27 Ponden sterling opbragt; derwaards begaf hy zich met zyne Huisvrouwe. Weidra verwierf hy de agting en toegenegenheid van de Leden zyner Kerke, en trok zo veel volks als een Whitefield of Romaine. Hy was daarenboven aangenaam in gezelschap, en een liefhebber van vermaak. De vrugtbaarheid der Landstreeke, en de daar uit volgende goedkoopheid der leevensmiddelen, maakte dat zyn 27 Pond daar zo veel waardig was, als 120 Pond omstreeks Londen; hier benevens ontving hy zomtyds eene en andere vereering van de inwoonders
| |
| |
zyns Kerspels, en hadt ook eenig geld medegebragt; maar dit was binnen korten tyd voort, en zyne wedde, met de daar by komende vereeningen, niet genoegzaam om zyne verteering goed te maaken. Hy was dieshalven bedagt om iets te vinden ter vergoedinge van dit te kort schieten, en zyne keuze viel om een kroeg, waar in hy Cyder (Appeldrank) verkogt, op te zetten, zo dat hy Predikant en Waard te gelyk was. Men zegt dat hy deeze kroeg aan zyn eigen huis hield, en dezelve zomtyds in eigen persoon waarnam. Domine, zeide men, geef my een kan van de echte - goed. Geeft 'er nog een, ze is uitsteekend. - Hoe 't zy, de kleine neering ging naar wensch, en ades in vrede en orde toe, en churchill bereikte zyn oogmerk; hy won geld.
Hy was natuurlyk goedaartig en by uitstek milddaadig, doch zonder in 't betoonen daar van regel of maat te houden, een gebrek vry algemeen in menschen van dat beminnelyk character. 't Leedt des maar weinig tyds of hy besteedde meer aan zyne liefdegiften en noodlooze verkwistingen, dan zyne we de en kroeg hem konden opbrengen, ja hy stak zich zo diep in schulden, dat hy geen hoop kon hebben om 'er immer weder uit te komen.
Mr. churchill, buiten staat om zyne schulden te voldoen, werd, door zyne schuldeischers, ter betaalinge gedrongen, met eene gestrengheid, die men niet zou verwagten omtrent een man in zyne omstan ligheden. 't Is zeker, dat hy een gedeelte van zyn goed en van 't hunne besteed hadt in werken van liefde, den hongerigen te eeten, den dorstigen te drinken geevende, en de naakten van kleederen verzorgende; en dat hy 't overige verteerd hadt in 't gezelschap der lieden van zyn Kerspel, die hy beminde en van welken hy bemind werd; daarenboven wat konden de schuldeischers verwagten, door een man, dien zy wisten dat volstrekt niet betaalen kon, dus te plaagen: doch de baatzugt staat nergens voor. Mr. churchill hadt geen vrienden meer, naardien hy 't meest schuldig was aan hun, die hem te vooren de meeste toegenegenheid betoond hadden. Dus geprangd, stelde hy hun voor, alle zyne goederen onder hun te verdeelen: maar zy wilden 'er hunne toestemming niet toe geeven: zo dat 'er voor hem geen ander middel overschoot, om uit de gevangenis te blyven, dan de vlugt te neemen, en de oogen zyner greetige schuldeischeren te ontwyken.
Ingevolge hier van ging hy schielyk in stilte weg, na Londen keerende; daar hy geen ander middel van bestaan hadt dan de goedheid van zynon Vader en verdere vrienden, waar op hy zich verliet.
Zyn Vader deedt veele poogingen om hem eene andere plaats te verzorgen: maar altoos zonder goeden uitslag: 't welk men toeschryft aan den jongen churchill zelven, die niet kon nalaaten, hoe zeer hy begunstigers nodig hadt, schimpend en steekelig te weezen, zonder die geenen te spaaren, die hem konden helpen. Deeze schimpende ader, zo ze geen erger naam meet draagen,
| |
| |
heeft zich vervolgens nog meer vertoond in openbaarder gevallen.
Eindelyk stierf zyn Vader, en Mr. churchill verkreeg de plaats, daar door opengevallen. De inkomsten daar van bedroegen omtrent 100 Ponden sterling, en om deeze, die hem wat gering voorkwamen, te vermeerderen, onderwees hy de Jonge Juffrouwen, op 't School van Mejuffr. Dennis, om naar de regelen der Engelsche spraakkunste en bevallig te schryven: dan zeventien maanden dit uitgehouden hebbende, hadt hy geen lust meer om den Schoolmeester te speelen, en liet dit opgenomen werk vaaren. In den Winter vermomde hy zich alle avonden, en ging na den Schouwburg, naarstig lettende op de goede hoedanigheden en de gebreken der Acteurs: dit gaf hem het onderwerp tot een Hekelschrift, de Rosciad geheeten, 't welk in den jaare 1762 't licht zag.
Het inkomen dat den Vader genoegzaam geweest was, om, naar zynen staat, welvoeglyk en geagt te leeven, was den Zoon te weinig, schoon vermeerderd door het geld, 't welk hy van zyne lessen trok. Niettemin hield hy op met lessen te geeven, zonder iets anders by de hand te neemen, en by stak zich in nieuwe schulden. Zyn huis werd als afgeloopen door schuldeischers, en solliciteurs: daarenboven leefde hy in geduurige onmin met zyne Huisvrouwe, 't welk hem het huis, schoon 't van de gemelde plaagen bevryd geweest was, bang genoeg gemaakt zou hebben. - Wat de oorzaak van deeze tweedragtigheid was, wordt niet gemeld; maar een brief, dien wy vervolgens zullen mededeelen, door churchill zelve aan den Beschryver zyns leevens gezouden, meldt genoegzaam dat hy des grooten last leedt, en deeze vertoont ons tevens den eigen inborst des Schryvers middagklaar.
Mr. Lloyd, zyn vriend, betaalde zyne voornaamste schulden, of maakte een verdrag met de schuldeischers: deeze Heer is daar naa overleden omtrent den tyd dat churchill zyn dichtstuk, de Acteur geheeten, in 't licht gaf, 't welk weinig voor zyn Rosciad uitkwam.
Dit laatstgemelde stuk viel zeer in den smaak, en verscheide uitgaven volgden elkander, in korten tyd. Dit wel gelukken gaf hem moed, en deedt hem het besluit neemen om als Schryver voor den dag te komen, en het Kerklyk gewaad af te leggen. Deezen stap deedt hy, volgeas 't getuigenis van zynen Leevensbeschryver, om zich met meer welvoegelykheid te kunnen vervoegen op plaatsen, waar hy als Schryver noodzaaklyk moest weezen; doch waar hy als een Kerklyke zich niet wel kon vertoonen. Indien dit zyn oogmerk was, is hy daar door agter geene zaaken gekomen, dan die hy wel kon geweeten hebben, zonder een Leek te worden, uitgezonderd mogelyk, eenige stukjes in zyn Vers, 't welk ten tytel voert, de Nacht; doen 't geen, niet geschikt zynde om deezen of geenen aanhang te behaagen, noch eenig staatkundig onderwerp behelzende, in 't algemeen laag geschat werd; zo wei- | |
| |
nig hebbe men de beroemdheid zyner Dichtstukken aan zynen uitsteekenden Dichtgeest toe te schryven.
De Opsteller van Mr. churchill's Leevensgevallen is van oordeel, dat hy zeer wel deedt met het Geestlyk gewaad af te leggen, en betuigt, niet te twyfelen, of elk verstandig en onbevooroordeeld Leezer zal hier in met hem van één gevoelen weezen, na den volgenden brief, door Mr. churchill zelve aan hem geschreeven, geleezen te hebben.
| |
Aan N.N.
Waarde....
‘Ik heb de twee stukken, van welken ik, laatstleden by u zynde, gesprooken heb, volvoerd: ik heb my ontslaagen van twee dingen, die my zints lang verveelden: myn Wyf, die my plaagde, en myn Mantel, die my zo zeer tegenstond.
Gy hebt my dikmaals hooren zeggen, dat ik geen kans stond om in 't Kerklyke eenige aanmerklyke vordering te maaken, en dat ik een innerlyken tegenzin had om een arm Geestlyke te weezen. Waarom zou ik dan langerongelukkig blyven onder 't sober Geestlyk gewaad, daar myne bekwaamheden, en myne Zanggodin inzonderheid, my 't geluk van gegalonneerde kleederen kan verschaffen.
Daarenboven, om welke reden zou ik den geveinsden speelen? en my houden als te vrede met myn' laagen staat, terwyl myn eergierige geest na hooger haakt en tragt? Waarom zou ik my als vergenoegd aanstellen met een bef en wollen koussen te draagen, daar ik veel meer zin heb in een degen en witte zyden koussen? Waarom zou ik als een naargeestig mensch, in een hoek verborgen, leeven, daar de verheevenheid van myn' geest my geschikt maakt om met glans in de wereld te verschynen? - Met één woord, ik heb my zelven beproefd, en wel aandagtig, en by deeze proeve bevonden, dat het my veel beter zal voegen een Heer, dan een arm Geestlyke te weezen. Ingevolge van deeze ontdekkinge, dat by my Conscientie werk is, heb ik den ouden leelyken Mantel, met den zoethoutkleurigen pruik en grooten hoed, een gewaad voor my zo lastig, afgeworpen. Ik heb geene knaaging in myn geweeten over deeze daad; ik vind my beter gemoed. Ik ben in den staat van een men, die, naa een zwaaren last langen tyd gedraagen te hebben, dien nederzet. - Zo ver van myn Wyf en Mantel.
Morgen avond hoop ik u by het spel van Shakespeare te vinden; ik zal my verheugen door u daar te ontmoeten. Vaarwel, en geloof dat ik ben en altoos zyn zal,
Uw Vriend
c. churchill.’
| |
| |
Mr. Churchill, dus het Geestlyk gewaad afgelegd hebbende, vertoonde zich onder de Vernusten der Stad; hy verkeerde geduurig in Herbergen, Koffyhuizen, en de plaatsen van openbaare vermaaklyk heden; hy maakte kennis met allerlei slag van menschen, tot de geringste en laagste soort toe; hy ging, gelyk men zegt, om de charakters van de allerslegtste lieden te leeren kennen, in de stille of verhoolene Aléhuizen, waar hy den drank, op welken hy verslingerd was, in de grootste volkomenheid aantrof.
De geest van partyschap bezielde alle zyne Dichtstukken, dit maakte dat zy sterk getrokken wierden, en hem een ruim inkomen verzorgden, ja binnen kort zo veel rykdoms verschaften, dat hy in staat was zynen vriend Lloyd, op zyne beurt, onderstand te doen, en deezen, wanneer hy in de gevangenis zat, voor een geruimen tyd, 's weeks één Guinje te laaten toekomen.
Het eerste stuk van eenige byzondere merkwaardigheid, 't geen hy uitvoerde, was het onteeren en schaaken eener jonge Juffrouwe. Men weet de regte byzonderheden niet van dit geval, maar wel dat deswegen zeer slegt ten zynen opzigte werd gesprooken, als hebbende zich openlyk schuldig gemaakt aan verleiding en overspel.
Dan wat ook het zedelyk character van churchill mogt weezen, zyne bekwaamheid, om Hekelschriften te schryven, maakte hem, gelyk 'er verhaald wordt, van zo veel aanbelangs, dat hem de aanzienlykste aanbiedingen gedaan wierden, indien hy zich aan de zyde van het Ministerie wilde vervoegen, en ten voordeele daar van de pen opvatten, ja dat men hem eene wedde van 3000 Ponden werd toegezegd, indien hy zich maar wilde stil houden.
Deeze aanbiedingen, zegt men, sloeg hy van de hand, en zo ze hein gedaan zyn, deedt hy 't zeker: want hy volhardde tot zynen dood in dezelfde wyze van schryven.
Dewyl zyne stukjes zeer gewild waren, wierden zy tot eenen hoogen prys verkogt; maar zyne verteering was naar zyn inkomen, op hoe lossen voet dit ook mogt staan. Hy huurde een zeer schoon huis, 't geen hy op 't kostbaarste meubileerde; hy hield koets en paarden, rydpaarden, houden; hy vischte, jaagde, ging op de vogelvangst, met één woord, hy nam alle vermaaken die de tyd aanboodt.
Verder wordt 'er niets aanmerklyks van churchill verhaald dan zyn geschil met Hogarth en Leach, tot aan zyne reis na Boulogne, om zynen Vriend Mr. Wilkes te bezoeken: alwaar hy, na een verblyf van vyf dagen, door eene kwaadaardge koorts aangetast werd, die een einde van zyn leeven maakte.
Ul. bestendige Leezer. |
|