zyne gewoone bezigheden, zynde hy een Brouwers Knegt, met geringe moeite, waar te neemen. Geduurende dien tyd gevoelde hy een ongewoone zwakte in het regter Been en Dye, waarby echter weinig of geen pyn was, en vermits men het voor een verrekking hield, zo wierd het deel met geestige en olyagtige middelen gewreeven. Na verloop van drie weeken was de Dye aanmerkelyk gezwollen, en, in tien weeken, na dat het geval gebeurd was, (als wanneer ik hem, voor 't eerst, zag,) was de Dye niet alleen zeer dik, maar ook het Been en de voet waren oedemateus: de Lyder kreeg menigvuldige aanvallen van hevige pynen in de Dye, dog zomwylen was het zeer draaglyk; ook begon het andere Been pynlyk en ontstooken te worden; dan eens was de Lyder ylhoofdig, en op andere tyden klaagde hy over geweldige pynen in de Maag, vergezeld van Braakingen, die niet dan door vlugge en hartsterkende geneesmiddelen konden gestuit worden.
Vermits ik onkundig van het voorgaande toeval was, en geen pulsatie of fluctuatie in de Tumor konde ontdekken, zo wierde ik, uit hoofde der bovengenoemde toevallen, en uit 't geen my de Lyder verhaalde, in myn eerste veronderstelling bevestigd, dat namentlyk het geval niets anders, dan een Rheumatismus, was. De Dye wierd, tot den 1 Jan. 1778, bestendig dikker, als wanneer ze zeer gespannen en onophoudelyk pynlyk begon te worden; ook konde ik, hoewel in de diepte, eenige fluctuatie ontwaar worden, en, terwyl 'er geen febris hectica, of andere toevallen waren welke my konden doen denken dat 'er zig Etterstof geplaatst had, zo begon ik een aneurisma spuria te vermoeden.
Terwyl de spanning en de pyn zeer hevig waren, zo liet ik stoovinge en weekmaakende pappen aanbrengen, welke, geduurende 14 dagen, veel verligting gaven, uitgezonderd wanneer de pynen, welke by tusschenpoozingen zig over het geheele Lighaam verspreidden, zich alleen tot het beledigde Dyebeen bepaalden. - Den 12 February was de Dye buitengewoon uitgezet, en de pynen, die aanhoudend en allerhevigst waren, konden door geene middelen gestild worden: ook konde men nu de fluctuatie op ieder plaats, van de Lies tot de Knie, duidelyk voelen. Op dien tyd wierd de Lyder door een bekwaam en vermaard Heelmeester onderzogt, die, in aanmerking neemende de folterende ongemakken