het Character, de Zeden, de leevenswyze der Volken, met één woord, van alles wat zyne Reis weetenswaardig en aangenaam kan maaken. Hy zal ons een nauwkeurig verhaal geeven van de reis, door hem in Japan gedaan, zo ras hy zyne verzameling in orde gebragt, en de stoffe geschikt heeft. Zyne Tocht in 't binnenste gedeelte van het Land der Cafferen, aan de Kaap der Goede Hoope, heeft veel voordeels gegeeven aan de Kruiden Dierkunde. Ik weet u het nette getal der nieuwe Planten aan de Kaap niet op te geeven, ze zyn zo veelvuldig als zonderling. Dit land verschaft ons altoos wat nieuws, volgens de spreuk semper aliquid novi ex Africa. De Heer thunberg belooft ons, zo ras mogelyk, een verhaal van deeze Reize te zullen geeven.
De Heer sparrman, Opzigter van het Museum van de Koninglyke Academie der Weetenschappen te Stokholm, heeft met den Heer forster eene Reis na 't Zuiden, en een anderen Tocht, na 't Land der Hottentotten gedaan. De Dier- en Plant-kunde hebben 'er veel by gewonnen. De Verhandelingen van onze Academie der Weetenschappen zyn verrykt met Uittrekzels van de ontdekkingen deezer twee Geleerden, en de laatstgemelde is bezig met het vervaardigen eener Beschryving van zyne Reize, die zeker een der leezenswaardigste zal weezen.
Op zeer veele plaatzen zullen in het Werk van den grooten buffon, door deeze twee Reizigers, misslagen worden aangeweezen: en dewyl zyne Dierbeschryving, wat de vreemde Dieren betreft, voor een groot gedeelte ontleend is uit dikwyls onegte verhaalen, zal hy het niet dan met genoegen kunnen zien, dat zyne miszettingen door ooggetuigen en kundige Reizigers verbeterd worden.
Grootlyks doet het ons leed, dat wy tot nog toe geen zeker middel hebben kunnen vinden, om de Zaaden fris te bewaaren, en voor verderf te hoeden. De Zaaden, die de Heeren sparrman en thunberg ons van Othaheite, Nieuw Zeeland, Nieuw Holland, uit het Land der Cafferen, en Japan, hebben overgebragt, zyn voor het meerendeel verdroogd of bedorven, schoon men de uiterste voorzorge gebruikt heeft om ze daar tegen te bewaaren.
Eenige Zaaden, nogthans, beginnen uit te spruiten en in onzen tuin voort te komen, wy belooven ons daar van