Zonderling verhaal van een arm, door 't koud vuur (Sphacelus) aangedaan.
(Medic. and Philos. Comment. Vol. VI. p. II.)
Een man, 72 jaaren oud, werdt aangetast door een ontsteekend gezwel van een aanmerkelyke grootte, op 't onderste gedeelte van zyn linker hand, vergezeld met heevige aanhoudende pynen, een sterke koorts en yling. - Men had reeds, eenigen tyd, gebruik gemaakt van een pleister, en eenige andere onnutte aanleggingen, tot dat men een zwarte kleur had waargenomen, zich verspreidende over de geheele hand en een gedeelte van de voorarm. De hulp van den Schryver werdt in deeze omstandigheden gevraagd. - Zyne eerste bezoek was op den 13den July, 1772. De Lyder was, op dien tyd, zeer zwak, met een kleine pols; 't koud vuur had reeds de vingers, de hand en de helft van den voorarm bezet; de deelen waren reeds zo hard als een stuk hout, en de Lyder klaagde over weinig of geen pyn. - - Onze Geneesheer stelde de afzetting van den arm voor, als 't eenige waarschynlyk middel om 't leeven van den Lyder te behouden; te meer, dewyl 'er, in dit geval, geheel geen waarschynlykheid van eenig goed gevolg zich opdeed, in 't onderneemen van den arm te behouden, op de wyze door den Heer Bilguer aangepreezen, in gevallen van koud vuur. Dog men vondt niet goed tot de afzetting over te gaan, en onze Schry-