Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780
(1780)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeschiedkundige aanmerkingen over de oudheid der speelkaarten;Getrokken uit de Notices historiques & critiques des deux manuscrits de la Bibliotheque de M. le Duc de la Valiere: dont l'un a pour titre, le Roman d Artus, Comte de Bretaigne, & l'autre, Le Roman de Pertenay, ou de Lusignan, par M. L'Abbe rive.)
De Graaf de tressan heeft beweerd, dat de Uitvinding der Speelkaarten aan de Franschen moet toegeschreeven, en gebragt worden tot den tyd der Regeering van carel den VI, Koning | |
[pagina 142]
| |
van dat Ryk, omtrent den Jaare 1390; dit is ook het gevoelen van veele andere SchryversGa naar voetnoot(*). Zommigen hebben de vinding daar van mede in Frankryk geplaatst, doch den tyd vroeger gesteld, en wel onder de Regeering van carel den V, omtrent het Jaar 1376. Meerman bepaalt dezelve omtrent het Jaar 1367, doch spreekt geen woord van het Land, waar zy zich eerst vertoonden. De Abt de longuerue wil, dat ze, in de Veertiende Eeuwe, in Italie, en de Baron van heinken, dat ze, op het einde der Zeventiende Eeuwe, in Duitschland, zouden uitgevonden weezen. Dan de Abt rive toont, dat ze, in den Jaare 1330, reeds in Spanje bestonden, en dus langen tyd, eer men, by eenig ander Volk van Europa, des gewag vindt. Naar luid van 't verhaal der Spaansche Schryveren, zyn zy in dat Ryk uitgevonden, door nicolao pepen: en de naam van Naipes, van de Span aarden aan de Speelkaarten gegeeven, is zamengesteld uit de beginletteren N, P, van de twee naamen des Uitvinders. De Italiaanen, de Speelkaarten van de Spanjaarden ontvangende, hebbeh ze bykans eveneens, en met een kleine verandering, Naibi genoemd. Dit woord heeft men vervolgens tot een Latynsch woord gemaakt; en men vindt het in een Latynsche Leevensheschryving van St. bernard de Sienne. Veele Schryvers hebben zich verbeeld, dat het woord, Naibe, een Hoorn betekende, om Dobbelsteenen door te smakken: doch het tegendeel hier van is getoond door bullet. De Abt rive laat het niet alleen op dit algemeen getuigenis der Span aarden berusten; maar by bewyst, dat ze eerst by dit Volk in gebruik geweest zyn, om dat zy het eerste stuk, 't welk daar van spreekt, opleveren, dat vroeger is dan eenig ander. De Speelkaarten, naamlyk, worden verbooden in de Regelen van de Orde de la Bande in Spanje, omtrent het Jaar 1332, door alphonsus den XI, Koning van Castilie, opgerigt. Deeze regelen worden gevonden in de Brieven van D. antoine de guevare, Bisschop van Mondonedo. Veelligt zal men tegen deezen Spaanschen oorsprong der Speelkaarten inbrengen, dat men Lelien op de Figuuren der Kaarten, van meest alle Volken in Europa, vindtGa naar voetnoot(†). Hier op antwoordt de Abt rive, dat de Kroon van den Heiligen Koning ferdinand ook met Lelien bezet was, en men dit cieraad gebruikt | |
[pagina 143]
| |
hebbe by de Kroonen van verscheide Koningen van Castilie. - Anderen zullen, misschien, eene tegenwerping daar op gronden, dat de Heilige lodewyk in zyn Bevelschrift van den Jaare 1354 het speelen met Kaarten verbooden hebbe; doch in dit verbod word alleen gewag gemaakt van Dobbelsteenen, Dammen en Schaaken. |
|