uit America overgebragt, - een derde op een Geneesmiddel, in Duitschland uitgevonden en bereid; deeze alle waren, zeiden zy, zekere middelen tegen Jicht, - een vierde schreeuwde dat hy tegen de Vapeurs een beproefd Drankje hadt, - een vyfde snoefde van zyne Druppen tegen het Graveel, - een zesde van zyn Balzem uit honig bereid, tegen de Teering, - een zevende van zyne Pillen tegen Uitslag, - terwyl een achtste de geheele vergadering overschreeuwde, met het aanpryzen van een Mineraal water eenige mylen ver van de plaats, waar zy zich bevonden.
De ligtgeloovige menigte nam greetig van deeze Geneesmiddelen; doch zonder eenigen baat tegen hunne Kwaalen te vinden. Veelen der zodanigen, die het Duitsche Geneesmiddel gebruikten, werden schielyk uit deeze wereld gerukt. Eenigen gaven voor, dat hunne Geneesmiddelen bedorven waren, - anderen dat de Doctoren een verkeerd begrip van de Kwaal gehad hadden. - de meesten stemden toe dat zy zich slimmer, dan ooit te vooren bevonden.
Terwyl zy allen, indeezervoege, eenpaarig, hunne te leurstelling beklaagden, en daarover ten uitersten te onvrede waren, hoorden zy een geweldigen slag als die des donders boven hunne hoofden. Uit-en opziende ontdekten zy aan den Hemel een verlichte wolk, en, te midden van deeze, eene Godin, - eene meer dan menschlyke gedaante, - zy was kloek en bevallig, - haar blanke kleur werd op de kaaken met een bevallig rood afgewisseld, - haar hair hing golvend over de schouders, - van onder den flodderenden mantel, door den wind van een geschooven, vertoonden zich leden, die de Venus de Medicis den voorrang betwistten. In haare rechte hand droeg zy een altoos groenen tak, in haare slinke had zy een rol Pergament, - zy daalde langzaam nederwaards, en sloeg, den grond voelende, haare leevendige en schitterende oogen op het bedroogen en bedroefde gezelschap, - op haar gelaad vertoonde zich een mengzel van medelyden en verontwaardiging, - zy strekte haar rechte arm uit, en sprak, met de inneemendste stem, de vergaderde menigte op deezen trant aan.
‘Kinderen der Menschen leent, voor een oogenblik, het oor aan de stemme der Onderwyzinge. Gy zoekt Gezondheid, waar dezelve niet te vinden is. De hoog opgehemelde Geneesmiddelen, door u gebruikt, hebben geen geneezend vermogen. De Persoonen, die ze u aanpryzen en toedienen, zugten onder veele der Kwaalen, welke zy bestaan te geneezen. Myn Naam is hygiaea. Ik waak voor de Gezondheid des Menschdoms. Werpt alle uwe Geneesmiddelen weg, en zoekt alleen baat in Maatigheid en Lichaamsoefening. Alles wat gy rondsom u ziet is in beweeging, de Dieren volgen de aandrift der natuure, die hun tot beweeging aanzet. De onbezielde Natuur is niet in rust; Lugt, Water en Vuur volgt die groote wet, en zy zouden, zonder zulks, welhaast onbekwaam worden om den dienst