wordt vercierd met bloemen, met juweelen, en ten einde de hoogte vervaarlyk toeneeme, voegt men ook pluimen op de pyramide.
Maar wat betekent een schoon dak, zonder een wel opgecierden voorgevel? Door deeze bedenking ingenomen, begint zy haare Wenkbrauwen af te zetten, en, met een weinig onderwys van haare Mama, eene door kunst gemaakte kleur aan te neemen. Doch dat zy zich niet te sterk blankette; haar hals, borst en armen niet te dik pleistere; om geene Martelaares te worden van 't loodwit, en zy zich dus binnen weinig maanden van kant helpe; een ongeluk, menig eene Dame overgekomen.
Op dat zy van den hoofde tot den voete geheel en al volkomen zy, roept men den Dansmeester te hulpe; eene Fransche Gouvernante leert haar de taal diens lands, eer zy haare eigene verstaat. Een Italiaan onderwyst haar op de Luit. Een Zangmeester leert haar gillen, Indien de natuur haar geene stem tot zingen gegeeven hebbe. Ook heeft zy, onder haare Leermeesters, een tot deeze eeuwe onbekend Monster, een Speelmeester op de Kaart ten einde zy afgerigt zy op alle streeken, en 't moffelen met de Kaart, als zy in een beschaafd gezelschap komt.
't Is bykans onnoodig te vermelden, dat het Juffertje, om deezen tyd, reeds volmaakt afgerigt is op verscheide andere kleindere, en geenzins onnoodige, kunstenaaryen; die de geweezene Lord chesterfield Jufferlyke Bevalligheden zou genaamd hebben. Als, 't lispen; het verminken van zommige Woorden; het niet kunnen uitspreeken van eenige Letters: zeer byziende te weezen; den Waaijer met smaak te hanteeren; de Snufdoos, naar de kunst, te behandelen; een Aap te streelen; een Papegaay aan te spreeken, en een' Schoothondje vuurig te kussen; te ontstellen; te kwynen; en, by zekere gelegenheden, geleed te zyn om in flauwte te vallen.
Dus is zy gansch bekwaam om, Assemblees, Bals, Operas, Masquerades, by te woonen, op Kaart-partyen, in Schouwburgen, te gaan; met één woord, tot alle de Vermaaklykheden, die geld verkwisten, den tyd dooden, bedagtzaamheid verbanren, de oogen verlustigen, en de zaaden van hoogmoed en wereldsgezindheid in 't hart koesteren.
Heeft het Juffertje, tot haar ongeluk, met al die verkwisting, geen groot geld te wagten: zy zal in dien kring rondloopen, en eindelyk sterven, zonder van Naam te veranderen: heeft zy 't voorultzigt op een ryk ersgoed, hier voor koopt zy een Heer van denzelfden stempel als zy op gemunt is; drie dagen leeven zy, zonder twisten, en blyven elkander omtrent één week getrouw. Ik zeg dat zy een Heer van denzelfden stempel, als waar op zy gemunt is, zal trouwen, indien zy met haars Vaders Koetzier, of, Lyfknegt, of den Franschen Friseur, niet doorgaa, en na Schotland vlugtte.