De beroemde Heer Priestley was de eerste die waarnam, dat de Planten, in plaats van, gelyk de Dieren, in afgeslooten lugt om te komen, integendeel zeer wel bleeven leeven; - dat de lugt, welke, door het branden van een kaars, ademhaaling en verrotting bedorven; en welke dus zeer nadeelig voor de Dieren was, door de planten gezuiverd, en tot het dierlyk leeven wederom bekwaam gemaakt wierd. - Dan de Schryvers dezer Verhandeling hebben dit onderwerp nog verder nagespeurd: na vooraf getoond te hebben, dat het alleen het Phlogiston is, 't welk, door bovengenoemde bewerking, 't vuur, de ademhaaling, verrotting, enz. aan de Lugt word medegedeeld, terwyl hierdoor de vaste lugt, van de gemeene lugt, word afgescheiden, gaan zy voorts over, om te bepaalen, wat 'er eigentlyk by den groei der Boomen en Planten plaats heeft, en bewyzen, door een aantal fraai uitgedagte proefneemingen, dat 'er wel tot den groei der Planten vereischt word, dat zy het Phlogiston kunnen bekomen; dog dat zy dit Phlogiston niet kunnen na zig neemen, ten zy ze ook in de gelegenheid zyn, om vaste lugt te kunnen mededeelen, zo dat, schoon de Planten in de gelegenheid zyn van het Phlogiston te kunnen opneemen, egter niet om vaste lugt kwyt te raaken; en zo ook, wanneer zy dit laatste kunnen doen, en het eerste niet kunnen verrigten, zy in beide gevallen omkomen. - En eindelyk gaan de Schryvers over, om aan te toonen, welke uitwerking de Boomen en Planten op de bedorven lugt hebben; namentlyk, dat zy alleen maar in die gevallen de schadelyke lugt herstellen, wanneer zy, die by hun ontwikkeld wordende vaste lugt, aan de lugt of eenige andere zelfstandigheid kunnen mededeelen, - als ook dat het herstel der bedorven lugt in veel minder tyds geschied, naar maate 'er meer vaste lugt by de Boomen of Planten word los gemaakt. - De gevolgtrekkingen, welke uit dit alles worden afgeleid, zyn voor den Natuuronderzoeker zeer gewigtig, en op de juiste wyze ingericht, om aan ieder point van het
eerste lid der Vraage te beantwoorden. - Voor dat wy van deeze Verhandeling afstappen, moeten wy nog met één woord aanmerken, dat de wyze, op welke de Schryvers het tweede lid der Vraage behandeld hebben, hun Ed. niet alleen eere aandoet; maar ook een doorslaand bewys is, met welke omzichtigheid zy