Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780
(1780)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerhandeling over het kweeken van de Tabasksplant, en de manier om dezelve te bereiden, in de Noordlyke Lugtstreeken, door Jonathan Carver, uit het Engelsch vertaald. Te Leyden, by H. Hoogenstraaten, 1780. In groot octavo 47 bladz.De Autheur van dit Geschrift komt, naar luid van deszelfs inhoud, voor, als iemand, die, in Noord-America huisvestende, met eene oordeelkundige naauwkeurigheid, de kweeking en bereiding der Tabak aldaar nagevorscht heeft: en die, in deeze Verhandeling, der Engelsche Natie zyne daardoor verkreegen kundigheden mededeelt, of zulks ook haaren Tabaksplanteren van eenigen byzonderen dienst mogte weezen. Een dergelyk oogmerk bezielt ook den Hollandschen Overzetter met betrekking tot ons Vaderland; van waar hy dit | |
[pagina 385]
| |
Stukje niet ten onregte aan de Wel Ed. Heeren Bestuurderen en Leden van den Oeconomischen Tak opdraagt. Het zelve behelst, in de eerste plaatze, een beknopt verslag van de ontdekking en het gebruik van de Tabak; benevens eene genoegzaam volledige beschryving van de Tabaksplant en haare bloemen. Op dit algemeene laat de Autheur voorts volgen, eene in alle opzigten naauwkeurige beschryving van den grond en ligging, die best geschikt zyn, om de Plant te doen groeien; mitsgaders van 't geen men ter kweekinge van de Plant in agt hebbe te neemen; van derzelver zaaijinge af tot op derzelver inoogsting; by welke gelegenheid de Autheur ook een gezet berigt geeft van den schadelyken Tabaksworm, wiens vermenigvuldiging en voortgang men moet tragten te weeren. In deeze beschryving bepaalt hy zig tot de behandeling in de Noordlyke volkplantingen, als best geschikt naar de ligging van Engeland, (dus ook naar die van ons Vaderland;) en voegt 'er eenige onderrigtingen by, welken, zyns oordeels, uit de verscheidenheid van 't Klimaat, in aanmerking zouden kunnen komen. Op eene dergelyke manier ontvouwt hy ten laatste de wyze, op welke men de Tabak gemeenlyk bereidt, en de voornaamste byzonderheden, die men daaromtrent gade moet slaan. - Hy oordeelt goeden grond te hebben, om zig te vleien, dat het behoorlyk waarneemen van deeze zyne berigten en raadgeevingen, van een weezenlyk nut kan zyn, voor zyne Landsgenooten, die zig op de Tabaksteelt toeleggen. En 't zou ons, zo ver wy dit onderwerp kunnen nagaan, niet vreemd doen, dat ook onze Vaderlanders 'er 't een of 't ander uit zouden mogen leeren, ter verbeteringe der aankweekinge en bereidinge onzer inlandsche Tabak; dat veelligt byzonder aanleiding kon geeven, om derzelver onaangenaamen reuk af te wenden, of te verminderen; en daar door dien Handeltak, welke inderdaad opmerkenswaardig is, een weezenlyken dienst te doen. De uitvoering van 't Geschrift is althans van die natuur, dat het doorbladeren van 't zelve denzulken, wier zaak het is, wel aangepreezen mag worden; om na te gaan, of ze 'er eenig nut uit mogen trekken, door hunne kundigheden in dit of dat geval te verbeteren of te vermeerderen. - Zie hier ten minste mogelyk iets nieuws voor onze Landzaaten, ten opzigte | |
[pagina 386]
| |
van een zeker gebruik van de Tabak, dat tot nog in Europa, en dus ook hier te Lande, niet bekend geweest schynt te zyn. ‘De Amerikaanen, naamlyk, hebben, gelyk onze Schryver meldt, uitgevonden, dat de Tabak zeer bekwaam is om leder te taanen, en zoo goed, zoo niet beter, dan RunGa naar voetnoot(*): en was de laatste stoffe niet zoo overvloedig in hun land, de Tabak zou door hun, in derzelver plaats, algemeen gebezigd worden. Ik ben getuige geweest van verscheiden proefneemingen, waar in dezelve goed tot dat oogmerk bevonden is, voornaamlyk op dunnere soorten van huiden, en ik kan gerust verzekeren, dat in landen, waar de Run schaars is, de Tabak eene kostelyke vervulling van dat artikel zou wezen.’ |
|