Redenvoering van een Engelschman, ter verdediging zyner Natie, openlijk uitgesproken in de Societeit Rust na Zorg, te Rotterdam, op den 8 May 1780. Alom te bekomen. In groot octavo 16 bladz.
De Engelsche Natie zou deezen Verdeediger niet beloonen voor zyne aangewende moeite, en de Hollanders hebben geen reden hem voor zyn geschryf eenigen dank te zeggen. Zyne Redenvoering is zulk een overdreeven Schimpschrift van het Engelsche Ministerie, met opzigt tot de tegenwoordige onlusten, dat het niets behelze, 't geen waarlyk geestig is. En daar by de Hollanders beschouwt als menschen, die meer dan eenig ander Volk Godsdienstige begrippen voeden, had hy terstond moeten begrypen, dat eene spotterny, van 't Godsdienstige ontleend, als zogten de Engelschen onze zaligheid te bewerken, hier ten uiterste wanvoegelyk klinkt. De Hollanders hebben des reden om hem zulk eene spotterny, waardoor by heilig en onbeilig onder elkander mengt, kwaalyk te neemen; terwyl de Engelschen hem kunnen uitlachen als een valsch vernuft, dat den rechten slag niet heeft van geestig te schryven. De be te trek in dit Geschrift zou mogelyk nog de volgende zyn; maar dezelve is in de zaak te sterk, en in de uitvoering laf.
‘Van de Koninglijke, ik wil zeggen Ministeriale Declaratie, geschikt om de Hollanders in de Wapenen te helpen, heb ik nog slegts met een woord te zeggen, dat zij zulk een eclatant bewijs van eene onverschrokte dapperheid en heldenmoed oplevert, dat zelfs de nakomelingen zich verwonderen zullen, en naauwlijks kunnen geloven, dat onze Eeuw zulke voortreffelijke Mannen