tige en mismaakte gesteldheid van een Kind van 7 maanden, 't welk, naa zyne geboorte, maar zeer flauwe tekenen van leven gegeeven had. Vooreerst vertoonde 'er zich eene groote Navelbreuk, die verscheide Ingewanden van den Buik bevatte. - De Darmen, Nieren, Blaas en voornaamlyk 't Hart, waren tegennatuurlyk gesteld. Waarby nog kwam eene spina bifida, met eene wanstaltige gedaante der onderste ledematen, en meer byzonderheden. - Men dient de beschryvingen van den Auteur in 't Werk zelve te leezen; en daarinede de afbeeldingen op de Plaaten te vergelyken. Men vindt ook overal eene menigte van voorbeelden, uit de voornaamste Schryvers aangehaald, die, of dergelyke waarneemingen gedaan hebben, of dienen kunnen tot bevestiging van 't gestelde. - In 't tweede Hoofddeel wordt beschreven de Beenwording van 't binnenste bekleedzel der hersenen (pia mater) in eene ontleeding van 't hoofd door den Auteur waargenomen. 't Geen zeer zeldzaam is. Verder worden hier verscheide voorbeelden van Beenwordingen van de overige deelen van 't menschelyk lighaam bygebragt. - In 't derde Hoofdstuk vindt men een nuttige waarneeming beschreven van een doodelyke opstopping van 't water door een steen in de pisweg (urethrâ), vast ingedrongen,
veroorzaakt. Hierdoor was in de gemelde buis eene dubbele scheur ontstaan. - In de vierde afdeeling vindt men eene zeldzaame waarneeming van een Steen, die de traanwegen bezet had, en met een goed gevolg 'er uitgesneeden werdt. - In de vyfde geeft de Auteur eene beschryving van eene aanmerkelyke verdikking en verharding, in 't Buikvlies (peritonaeum) waargenomen. Waarby nog kwam eene saamgroeijing van byna alle de Ingewanden van den Buik. - De zesde handelt over de menschelyke vrucht (ovum humanum), byzonderheden dien aangaande waargenoomen. Hierby voegt de Schryver eenige aanmerkingen en waarneemingen over de vliezen van de vrucht, die door den beroemden hunter 't eerst ontdekt zyn. - In 't zevende Hoofddeel beschryft hy een waarneeming, waar de beide Nieren samengegroeid of vereenigd waren: in 't voorste gedeelte van deeze Nier wierden twee bekkens gevonden, die verder twee pisleiders uitmaakten, zo dat deeze 'er, schoon één in getal, evenwel de werking van twee vervulde: de Schryver