Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779(1779)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 471] [p. 471] De schim van Claudius Civilis aan de Batavieren. Is dit het nageslagt der strydbre Batavieren? - Zyn dit de mannen, die, voor Wodans Krygs-altaar, De Speeren drilden, in de schaâuw der Veldbanieren, Getroost, voor 't Vaderland, het uiterste gevaar, Met een verstaalden vuist, manmoedig te bevegten? - Van waar die dartelheid? ... Wat ongewoone dragt! .... Gy zyt niet vry; ô neen! gy zyt tot vuige knegten, Wat? - tot den laagsten trap der Slaverny gebragt. 'k Had met dit Volk geen Brit in ketenen geklonken, Noch Rome's Oorlogsheir beteugeld door myn staal. - Nooit voelt ge 't heldenvuur in uwe borst ontvonken, ô Zielen! zoo verkleefd aan dartlen pragt en praal. Zou hier Godvrugtigheid met blanke kuischheid woonen; Daar snoode liefde in 't oog der geile maagden zit? Bestaat ge hier nooit 't altaar der zuivre trouw te hoonen? Is hier de schoone Deugd uw grootst, uw eenig wit? De Deugd? ... de Deugd? ... helaas! Zou zy hier balling wezen? Ontaarden! roept haar weêr in dit beroemd Gewest! Zoo niet, gy hebt den haat, en wraak der Goôn te vreezen; Gy hebt de vrye lucht door Slaverny' verpest. Als gy den Edlen naam van Bato's kroost wilt draagen, Word dan aan hem gelyk in deugd, in trouw en moed; Zoo zal, op 't glorierykst, uw oude luister daagen! Zoo word gy nog bytyds voor d'ondergang behoed! J ..... 1779. Vorige Volgende