trokken, noch de braafste en deugdzaamste verkozen. De ondeugd zegepraalt niet zelden over de Deugd. Zy, die de verhevenste dengden bezitten, worstelen wel eens met een drom van tegenheden, van ongelukken, en jammerlyke wederwaardigheden; terwyl hun, die vele ondeugden in den boezem koesteren, alles mede loopt. - Een bewys voorwaar, dat de Deugd een beter en duurzamer loon vordert, dan een Aardsch; 't geen ras vergaat, en aan duizende wisselvalligheden onderworpen is.
Hem, wien een ongeval treft, kan men 't geenzins kwalyk nemen, als het treffend en gevoelig is, dat hy er ook dadelyk, op de gevoeligste wyze, door aangedaan worde; anders zou het eene ongevoeligheid aanduiden, welke misdadig, en ten eenemaal af te keuren is. Ook is het een kristelyke pligt, dat anderen daar in deel nemen. - Intusschen vordert Gods woord tevens, dat een Kristen zig bevlytige om alle menschelyke gebeurtenissen standvastig, en met gelatenheid, te verdragen.
Zulken, van welken men eene groote verwagting heeft, hebben deeze verwagting aan te merken; als de scherpste en oplettendste Toezienster. Alle hunne bedryven tog worden uit dien hoofde, op het nauwkeurigste, gadegeslagen, en slegts één wanbedryf kan dikwils al de opgevatte hoop van verwagting in rook doen verdwynen.
Ongelukkige tyden, rampen en wederwaardigheden maken veelal de beste en deugdzaamste menschen. Voorspoed verwekt dikwils onagtzaamheid; en men ziet niet zelden de grootste gebreken heerschen onder een Volk, dat gezegend is. Het schynt dat de mensch voor rampen het gevoeligst, en voor voorspoed min aandoenelyk zy.
Hy, die in ongelukken gestort, de vereischte middels niet weet aan te wenden om zynen staat te verbeteren, is gelyk aan een onbedreven Geneesheer, die zynen kranken verkeerde geneesmiddelen doet inzwelgen, (en hoe dikwils gebeurt dit niet helaas!) Hy verergert de Ziekte, waar mede de Goede Natuur niet zelden iets beters voorhad.
Hy, aan wien de gulden middelmaat, om zich van twee uitersten af te houden, onbekend is, en dus de middelmaat niet weet te houden, word gestadig gints en herwaards geslingerd; valt van het een uiterste op het ander; stoot van de eene Klip op de andere; even gelyk een Schip, zonder Roer of Stuurman, door de golvende baren en de loeijende winden ginds en herwaards geslingerd word.
Die zich aan de Ledigheid, aan de Luiheid overgeeft, geest zich over aan de rykste bron van alle kwaad.
Waar is de woonplaats van het waar genoegen, tot het welk de ziel zich neigt? Is zy aan het Hof te zoeken? - Neen. Is zy door de schatten te verkrygen? Neen. Noch hoogheid, noch rykdommen kunnen het waar genoegen aanbrengen. Is zy in den middelbaren staat? Dees is 'er gewis geschikter voor. Dan de