Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779
(1779)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijZelfkennis.Wanneer gy de Gebreken van anderen opmerkt, overweegt dan of gy 'er zelve niet aan schuldig staat. Kennis van ons zelven te krygen is het beste middel, om de Gebreken van anderen tot een spiegel te maaken ter ontdekking van onze eigene. Wy kunnen zo veel leeren uit de Misslagen onzer vrienden als uit hunne Lessen. | |
Nieuwsgierigheid.‘Luistert niet na alles wat gesprooken wordt’, zegt salomo, op dat uw knegt u niet vloeke. 't Is nauwlyks te gelooven, hoe veel ongemaks de nieuwsgierigheid baart, wanneer zy tot geheimen, die best onbekend blyven, wil indringen. Het ontdekken van zodanige geheimen vervult het gemoed met agterdogt, maakt ons gedrag onbestendig en verward. Een toverglas te bezitten, 't welk ons al de boosaartigheid, die rondsom tegen ons zamenspant en werkt, ontdekt, zou een groote straf weezen. Het werdt voor een proefstuk van voorzigtigheid in pompfjus gehouden, dat hy alle de Papieren van sertorius verbrandde, zonder een oog in dezelve te slaan. Het voldoen deezer Nieuwsgierigheid zou hem, 't is waar, zyne vyanden ontdekt, doch hun teffens overzoenlyk gemaakt hebben. Indien gy een gerust leeven bemint, verbant uit uw byweezen de Leugenaars, Kwaadspreekers en Lasteraars. Onderzoek niet nauw wat anderen van u zeggen, noch omtrent de misslagen uwer Vrienden. Wie dit doet handelt als iemand, die 't hout verzamelt om zyn eigen huis te verbranden. | |
[pagina 331]
| |
Gaf niemand aan Leugenaars, Kwaadspreekers en Lasteraars gehoor, hun geslacht zou binnen kort geheel uitsterven. | |
Hoogmoed.Nauwlyks ooit toont iemand zich in het voordeeligste licht, als hy het meest bezorgd is, om zulks te doen. Brengt die rustlooze drist om in alle zelfs de minste omstandigheden, den voorrang te hebben, te onder. Deeze werkt, gelyk veele andere driften, strydig met het einde, 't welk zy bedoelt. In stede van u agting te verwerven, maakt zy u een allerlastigst Medgezel. Legt 'er u meer op toe, om Kennis te verkrygen, dan met de verkreegene te schitteren. De Menschen geeven zich dikwyls veel moeite, om den kleinen voorraad, dien zy bezitten, te verkwisten, doch weinig, om meer te verkrygen. Wy zyn zeer geneegen, om, in gezelschap, anderen te onderrigten, om dus onze meerderheid te toonen. Het zou verstandiger weezen, spaarzaam met onze kundigheden te zyn, en anderen gelegenheid te schenken, om de hunne aan den dag te leggen. Zulk eene spaarzaamheid zou ons, zo geen Vrienden, ten minsten Begunstigers, verwerven. Laat het voor andere over uwe verdiensten te ontdekken: zy zullen u te hooger schatten als het hunne eigene vinding is. Een verstandig Man zal zich wagten van eene uitsteekenheid in beuzelingen te toonen. Hy zou 'er door bekend worden, on koste van veel waardiger begaafdheden. | |
Trotsheid.In stede van met veragting neder te zien, op Menschen naar den Lyve, of naar de Ziel gebrekkig, past het ons god te danken, dat hy ons beter gemaakt heeft. De Trotsheid ging met diogenes in zyn ton, en daar in maatigde hy zich aan over alexander, den trotssten aller stervelingen, te gebieden. | |
Eerzugt.Waare verdienste is een geneesmiddel tegen valsche Eerzugt. Een Man van verdiensten kan zyn Eerzugt niet bepaalen tot middelen, of gunstbejag: in deeze vindt hy niets weezenlyks tot voldoening van zyn hart: dit kan alleen berusten in de Eere, uit waare Deugd voortspruitende. | |
Styfzinnigheid.Duldt eerder dat gy ongelyk krygt wanneer gy gelyk hebt, dan dat gy gelyk zoekt te krygen, wanneer gy ongelyk hebt. Indien de geest eens Regeerders tegen u ontstooken is, wykt: toegeeven heeft den zoen van groote beledigingen te wege gebragt. Twistredent nooit om de overwinning: maar om de waarheid | |
[pagina 332]
| |
te ontdekken; en hoort de Stem der Rede uit wiens mond dezelve ook voortkomt. Laat nimmer uw Moed trots, uw Besluit hardnekkig, uwe Wysheid doortrapt, of uw Geduld laf weezen. Een onbuigzaam styfzinnige geaartheid moet veel verdraagen, en zal weinig winnen. Alles naar de maat van onze eige Rede te willen afmeeten en daar op te staan, is onregtvaardigheid, en een inbreuk op de algemeene Regten des Menschdoms. Doet altoos wat gy oordeelt Regt te zyn, en laat anderen 't zelfde vooriegt. Het laatstgemelde is een Pligt aan den Naasten verschuldigd, en beide zyn het Pligten, ons door onzen Maaker afgevorderd. Verschil van begrippen is zo natuurlyk als het verschil van weezenstrekken: en 't maakt, om zo te spreeken, het zout des gespreks uit. Waarom zullen wy dan gestoord weezen, op lieden die anders denken dan wy. | |
Geheimhouding.Indien gy anderen Geheimhouding wilt leeren, begint met u zelven. Hoe immers kunt gy verwagten dat een ander uw Geheim zal bewaaren; wanneer gy zelve daar toe niet in staat zyt? Het is zo groot eene ondankbaarheid, de gunsten van eene Minnaares te openbaaren, als die van den Vriend te bedekken. De bekwaamheid om in zaaken van gewigt geheimen te bewaaren, wordt best bedekt door eene openhartigheid in beuzelingen. | |
't Bestuur der tonge.Weest omzigtig in 't spreeken. Dit kan nooit schaaden en veer hinders voorkomen. Meermaalen heeft iemand, door zyn Tong, dan door zyne Deugden, zyn Fortuin gemaakt; doch ook meermaalen daar door, dan door zyne ondeugden, zyn Weivaaren om ver gestooten. Spreekt, op eene openbaare plaats, of aan een gemeene tafel, van memand veragtlyk; op dat geen Vriend van den besprookenen u ten stryde daage, of u tot herroepen dwinge. Eens verondersteld zynde, dathet een gebrek is van elk gunstig te spreeken, zal men egter moeten toestaan; dat het den voorrang verdient van eenige Deugden: dewyl het de zekerste bescherming oplevert tegen anderer opspraak. Ten opzigte van die met ons in rang gelyk staan, is het eene mindere onvoorzigtigheid meesterlyk te handelen, dan op een meesteragtigen toon te spreeken. Noodzaaklykheid zal een ge bedryven verschoonen; dan die te regtvaardigen kan nooit noodzaaklyk weezen. Wagt u zo wel van schielyk laaken als van voorbaarig pryzen. | |
[pagina 333]
| |
‘Die zynen Vriend zegent met luider stemme, zich 's morgens vroeg opmaakende, het zal hem tot een' vloek gerekend worden’ luidt salomons spreuk. Gemaatigde lof, ten rechten tyde gegeeven, is van grooten dienst tot het verwerven van de agting der menschen. Ongemaatigde, luidrugtige, en onbepaalde lof doet in ons een wansmaak ontstaan tegen den losredenaar, en tegen zyn Vriend het voorwerp zyns lof. Hoe vreemd is het dat de Menschen staan blyven op de minste byzonderheden van zaaken hun betreffende, en vergeeten hoe dikwyls anderen hun verveeld hebben met hun verdrietig verhaal? | |
Weldaadigheid.Besteed uwe gunstbetooningen aan die het verdienen: en elk zal dankbaar weezen. Weldaaden al te ligt en te veelvuldig beweezen, hebben doorgaans ondankbaarbeid ten gevolge. Waare weldaadigheid bestaat niet in ruim en ryklyk maar in gepast en ten rechten tyde te geeven. Geef liever niets dan beneden 't geen men van u verwagt. Gy verliest deeze giste en behaalt geen dank. Hy weigert maar half die in ééns weigert. Een eenvoudig kleed aan een arm man gegeeven, zal u grooter cieraad weezen dan het rykste gewaad 't welk gy zelve aantrekt. Eigenbelang is een beweegreden tot Weldaadigheid. Weinigen zyn zo gering, of 't is in hun magt, u eenigen dienst te doen. Niets is grootmoediger dan gunsten te bewyzen aan de zodanigen, die in hunnen pligt te onswaard gebrekkig en verzuimlyk geweest zyn: en niets laager dan die van ons te ontvangen. | |
Vriendschap.Het zy een der groote oogmerken uws leevens een opregt Vriend te verkrygen. Vriendschap vermeerdert allen genoegen en verzagt alle smert. Niets kan de agting van een Man krenken, die zyn agting in den kring zyner Vrienden ophoudt. Vermydt het beslissen eens geschils tusschen twee uwer Vrienden. 't Is nuttig, de gebreken eens Vriends te weeten; doch verkeerd, hem deswegen te haaten. Geen Mensch behoud langen tyd de agting en genegenheid zyner Vrienden, als hy zich veroorloft vry uit van hunne gebreken te spreeken. Niets geeft meer voets tot ongetrouwheid dan wantrouwen. Aan een Vriends trouwe te twyfelen, is hem verliezen. Doet iemand denken dat gy hem voor eerlyk verslyt, hy zal u doorgaans eerlyk behandelen. Zyt gy genoodzaakt een aangevange Vriendschap af te breeken, doet het ongevoelig, en met zo weinig gerugts als u mogelyk is. |
|