| |
Leevensbyzonderheden van den heer humphry Gilbert.
(Uit het Engelsch.)
Hoe gemeenzaam, door het dagelyksch bezoeken, heden de overtocht zy van Groot-Brittanje na America, kunnen wy ons, over den yver en onbezweeken moed onzer vroegere Zeehelden, die het eerst waagden den ongemeeten en ongebaanden Oceaan, welke deeze Gewesten van een scheidt, over te steeken, niet genoeg verwonderen. Onder die moedige en welafgerigte Reizigers, hebbe men te tellen den Heer humphry gilpert, een Edelman, onder de Regeering van Koningin elizabeth, even zeer uitsteekende door zyne bekwaamheden als door zyne dapperheid.
Hy stamde af van een zeer oud en aanzienlyk geslacht, in het Land van Devon. Zyn Vader was otuo gilbert, van Greenway, Schildknaap: zyne Moeder, catharina, Dogter van philip champernon, van Modbury, in 't zelfde Landschap, die naderhand walter raleigh, van Fardel, Schildknaap, trouwde, en Moeder werd van den beroemden walter raleigh, niet min in aart dan in bloed aan hem verwant.
Gilbert, wiens Leevensbyzonderheden wy voor hebben te boek te stellen, denkt men voor 't naast dat gebooren wierd in den Jaare MDXXXIX, en hoewel een tweede Zoon, liet zyn Vader, die wonderwel op zyne zaaken paste, hem een goeden stuiver naa. Doch voornaamlyk hadt hy aan de zorge zyner Moeder dank te weeten de heerlyke Opvoeding, die hy eerst te Eton, en naderhand Oxfort, ontving, en hem in staat stelde om zulk een figuur in de wereld te maaken, en zich te doen uitmunten in eene eeuw zo vrugtbaar in groote Mannen.
| |
| |
Zyn geest strekte zich natuurlyk uit tot het beoefenen van de Aardryks-, Zeevaard- en Krygskunde; hier op bevlytigde hy zich, en in de bespiegeling en in de daadlyke beoefening: want, naa een kort verblyf ten Hove, waar hy tot kennis by de Koningin ingeleid was door zyn Moei, begaf hy zich vroeg in den dienst zyns Lands en verwierf grooten roem.
Het eerste blyk door hem gegeeven van zyn beklonken oordeel en onderneemenden moed was in den Tocht na Newhaven, in den Jaare MDLXIII, waar hy zo veel beleids betoonde, en zyne poogingen met zulk een gelukkigen uitslag bekroond werden, dat zyne voorzigtigheid en zedigheid allen, die hem kenden, met de grootste verwagtingen van dien jongen Heer vervulden. Op verscheide Tochten, in die onrustige tyden ondernomen, vermeerderde hy zyne middelen en zyn roem; hy werd ten Hove van Koningin elizabeth aangezien als iemand in staat om zyn Vaderland grooten dienst te doen, byzonder in Ierland, waar men in dat tydsgewrichte Mannen van weezenlyke bekwaamheden hoognoodig hadt. De denkbeelden, van den Heer gilbert gevormd, strookten met zyne eigene inzigten; hy aanvaardde de voordeelige aanbiedingen, hem gedaan, en na dat Eiland oversteekende, verkreeg hy, door verdiensten, de post van Opperbevelhebber en Landvoogd des Landschaps van Munster, waar hy, in den Jaare MDLXIX, met een hand vol Volks, groote dingen volvoerde, en gedugter werd in 't oog der Ieren dan eenig Engelschman, daar ooit voorheen in Krygsdienst gebruikt. In een slag te Kilkenny, onder het bevel van de Heeren peter carew, Kapitein gilbert en Kapitein dawels, hadt hy, alleen van tien Soldaaten vergezeld, de stoutheid om den slag aan te vangen, waar door hy den weg baande tot eene roemryke overwinning. Daar hy rechtstreeks op Limerick aantrok, en hier door het Volk in de uiterste verlegenheid bragt, bewoog hy den Graaf van glencar, of glencarty, tot onderwerping: en deeze aangenomen zynde, kwam die Graaf en mac-donnogh tot den Bevelhebber, en beleeden, op de knien gevallen, hunne misdryven. Dus de rust des Landschaps hersteld
hebbende, bezorgde hy in de tweede plaatze de volduuring daar van, door geschikte bezettingen te leggen in alle de sterkten, zo noodig om de tot oproergezinde inboorelingen
| |
| |
in vrees te houden: ook stelde hy Overheden in de Steden aan, ten einde elk strikt regt mogt wedervaaren. Wanneer hy alles in de hem best mogelyke orde geschikt hadt, ging hy verslag doen van zyne verrigtingen aan den afgevaardigden Lord, henry sidney, die, ten bewyze zyner goedkeuring van de gedaane diensten, onzen gilbert, te Drogheda, op den eersten dag des Jaars MDLXX, met de eer der Ridder-orde beschonk, en kort daar op vryheid gaf om na Engeland weder te keeren, waar huislyke zaaken zyne tegenwoordigheid vorderden. Zyn Opvolger in de Landvoogdye was de Heer john perrot, bekleed met den tytel van Lord President van Munster, en dien men ten deezen tyde in 't algemeen hieldt voor den Natuurlyken Broeder der Koninginne.
Niet lang naa zyne wederkomst in Engeland, trouwde hy eene jonge Juffrouw, een ryke Erfdogter, dit Huwelyk vermeerderde zyne bezittingen grootlyks, en verminderde zyn yver voor 't gemeene welzyn niet het minste: want, in den Jaare, MDLXXII zeilde hy met eene Vloot van negen Schepen na Vlaanderen met eene versterking voor Colonel thomas morgan, die ten deezen tyde voorhadt de Haven van Vlissingen te herwinnen. Hoe lang hy zich daar onthieldt, blykt niet; doch, by zyne wederkomst in Engeland, schynt hy zyne Letter-Oefeningen, met nieuwen lust, hervat, en een oogmerk gevormd te hebben om den roem zyns Lands te vermeerderen door eene edelmoedige en nutte onderneeming, zyner reeds verworven agting waardig.
De eerste openlyke ontdekking, die hy deedt, zo van zyne bedreevenheid in het wiskundige als van zyne Vaderlandlievende oogmerken, was in zyn Vertoog om te bewyzen dat 'er een Noordwestlyke Doortocht is na de Oost - Indien, eerst gedrukt in den Jaare MDLXXVI. Dit is een zeer duidelyk, geregeld opgesteld en oordeelkundig stuk; aan 't einde waar van men een berigt vindt van eene andere Verhandeling over de Scheepvaart, welke hy toen geschreeven en voor hadt uit te geeven; doch die waarschynlyk verlooren raakte. Het gezag deezes Schryvers, en de groote agting welke zyn Vertoog verworven hadt by de bevoegdste oordeelaaren, waren, naa allen schyn, de reden, dat men zo veel hoops opvatte van den Tocht, door Kapitein martain forbisher, die, het zelfde Jaar dat dit Vertoog het licht zag, uitzeil- | |
| |
de, ondernomen, om de daadlyke ontdekking van den Noordwestlyken Doortocht te doen: enz., schoon het dien grooten Zeeman mislukte, hadden nogthans de bewysstukken en de redenen, door humphry gilbert bygebragt, zulk een diepen indruk gemaakt, dat zyn Broeder naderhand een Genootschap oprigtte onder opene brieven van de Koningin, genaamd het Genootschap ter Ontdekkinge van den Noordwestlyken Doortocht; hier in nam de Heer walter raleigh, en andere Persoonen van hoog aanzien, deel. Het oogmerk van het bovengemelde Vertoog was, naar alle waarschynlykheid, om een geest van ontdekking in zyne Landgenooten op te wekken; en om het oogmerk, tot het bevolken van onbekende Landen zo wel als het vinden van den Noordwestlyken Doortocht, te gemaklyker te volvoeren: want dat hy dit onder andere Vaderlandlievende en roemryke bedoelingen in den zin hadt, blykt uit de opene brieven verleend aan zynen Broeder adriaan gilbert.
Voor tegenwoordig hieldt hy zich nogthans alleen aan 't oogmerk om Volkplantingen op te rigten, en verwierf met dat inzigt een breeden lastbrief van de Koningin, gedagtekend 11 Juny des Jaars MDLXXVIII, waar in hy volmagt kreeg, om de ontdekking te doen van de Noordlykste Deelen van America, en bezit te neemen van alle landen, in dien tyd nog niet bezeten, door Christen Vorsten of derzelver Onderdaanen. Onmiddelyk naa het verkrygen deezes lastbriefs, bevlytigde zich de Heer humphry om Medegenooten te krygen in zo groot eene onderneeming, hier in scheen hy, by den aanvang, zeer gelukkig te zullen slaagen, zyn agting als een kundig Man was zeer groot, en zyn gezag als Bevelhebber wel gevestigd: egter, wanneer het 'er op aankwam, om het ontwerp met de daad te voltrekken, verbraken veelen hun gegeeven woord, anderen scheidden zich af, en verkoozen het hunne te waagen op eene wyze, die met hunne zinlykheid overeenkwam. Deeze te leurstellingen beletten de Heer gilbert niet om zyn plan voort te zetten, waar in hy ondersteund werd door zyn Broeder den Heer walter raleigh, en eenige weinige andere Vrienden, die hem getrouw bleeven. Met deeze zeilde hy na Newsoundland, waar hy zich slegts een kleinen tyd ophield, en toen genoodzaakt zynde weder te keeren, ontmoette hy, op zyn' hertocht, ee- | |
| |
nige Spaansche Schepen, van welke hy zich niet zonder groote moeite ontsloeg. Dit schynt voorgevallen te weezen in den zomer des Jaars MDLXXIX; doch wy hebben 'er geen dan een duister berigt van, zonder dagtekeningen of het vermelden van meer omstandigheden dan wy reeds bybragten.
Het mislukken deezer eerste onderneeming was wel verre van gilbert mismoedig te maaken: want, naa zyne wederkomste, zette hy zyne poogingen even ernstig voort, om nieuwen bystand te verkrygen tot het volbrengen zyner oogmerken, en om de kennis van den Christlyken Godsdienst te bevorderen, door Engelsche Volkplantingen in de nog onontdekte Landen op te rigten. Ten deezen tyde ontving hy, waarschynlyk van Koningin elizabeth, als een Merkteken haarer byzondere gunste, een zinnebeeldig Juweel, zynde een klein anker van geslaagen Goud, met een groote paarl aan het einde, het geen hy vervolgens altoos voor zyn borst droeg: dus hadt hy het genoegen van te ontdekken, dat zyne agting by de Koninginne niet gedaald was door zyn afweezen, noch door zyn ongelekken: het bezef hier van bemoedigde hem om alle gevaaren buiten te braveeren: dewyl hy overtuigd was van t'huis geene schipbreuk in agting te zullen lyden.
Tot het voortzetten van zyn tweeden Tocht werd hy sterk aangepord, door zyn Lastbrief, die, hoe uitgebreid, in het slot voor van geener waarde verklaard werd, indien hy binnen den tyd van zes jaaren geene landen in bezit nam. Dit gestelde tydperk ten einde loopende, zette hy en zyne Vrienden in de Lente des Jaars MDLXXXIII, de zaak met zo veel yvers voort, dat zyne kleine Vloot den eersten van Juny zeilree lag. Dezelve bestondt uit vyf Schepen: I. The Delight, van 120 Tonnen, Admiraal, hier op ging de Generaal humphry gilbert, william winter was Kaptein. II. De Bark Raleigh, een sterk nieuw Schip van 200 Tonnen, Vice Admiraal, gebouwd, bemand, en van alles voorzien door Mr. walter raleigh, onder het bevel van Mr. butler. III. The Golden Hind van 40 Tonnen, Schout by Nagt, gevoerd door Kapitein edward haves, die dit Schip in eigendom behoorde. IV. The Swallow, van gelyke grootte, hier op was maurice brown Kapitein. V. The Squirrel van 10 Stukken, onder Kaptein william
| |
| |
andrews. Zy zeilden uit Plymouth den 11 den van Juny, en op den 13 keerde de Bark Raleigh te rug; de Kapitein, met het meeste Scheepsvolk, ziek zynde aan een besmetlyke kwaale. Op den 30sten van die zelfde Maand kreeg het overige der Vloote Newfoundland in 't gezigt. Op den 3den Augustus landden zy. De Generaal las zyn lastbrief, waar aan zich alle Engelsche Schepen op de Kust onderwierpen; hy nam bezit van de Haven St. John, in den naam der Koninginne van Engeland, en vergunde landeryen aan alle die ze begeerden. Ten zelfden tyde werd 'er eene ryke Zilvermyn ontdekt door zekeren daniel, een Sax, in de Mynkunde ervaaren, en door den Generaal met dat oogmerk medegenomen. Hy verkoos hier op weder in Zee te steeken, en het beste gebruik van tyd te maaken om zo verre hem mogelyk was landontdekkingen te doen; en The Swallow na huis gezonden hebbende, met de zodanigen als ziek of mismoedig geworden waren door de reeds uitgestaane moeilykheden, zeilde hy den 20sten van Augustus uit de haven St. John; zelve aan boord gegaan zynde van de kleine Sloep The Squirrel, die, ligt zynde, en vlot gaande, best geschikt was om in kreeken en havens op te vaaren. Kapitein brown was in The Delight, en Kapitein hayes in The Golden Hind. Op den 29sten ontstondt 'er in den avond een schielyke storm, waar in The Delight verging, alleen twaalf man ontkwamen in een boot. Dit was een zwaare slag gilberts hoope toegebragt; want, met dit Schip, verloor hy zyn Saxischen Mynkundigen, en het zilver Erts in Newfoundland gevonden: hier in stelde hy zo veel, dat hy eenige zyner Vrienden betuigde, niet te twyfelen, of hy zou van de Koninginne
tot zynen volgende Tocht tien duizend ponden krygen. Op den 2den September ging hy aan boord van The Golden Hind, om zyn voet te laaten verbinden, die gewond was door het treeden in een spyker. Hy bleef dien dag daar aan boord; alle Scheepslieden hielden by hem sterk aan, dat hy op dit Schip de t'huis reize zou doen, 't geen hy voluit weigerde, zeggende dat hy zyn Scheepje en weinige Scheepsgenooten, met welke hy zo veel gevaaren was ontworsteld, niet wilde verlaaten. Een edelmoedig, doch heilloos, besluit: want dit Scheepje te klein zynde om de hooggaande en ongestuime baaren dier woeste zeeën te wederstaan, werd op den oden September om- | |
| |
trent middernagt door de golven ingezwolgen, en nooit weder gezien. In het vallen van den avond, toen het reeds zeer groot gevaar liep, zag men gilbert by den agtersteven zitten, met een boek in zyn hand, en hoorde hem herhaalde keeren, met eene harde stem, zeggen: ‘Houd moed, myne Makkers! wy zyn, op Zee, zo na aan den Hemel als aan Land’! Dus stierf hy als een Christen Held, vol hoope; hebbende het getuigenis van een goed geweeten. Kapitein Edward Hayes, die den Heer humphry op deeze reis vergezelde, en 'er ons een verhaal van heeft naagelaaten, verzekert, dat hy, voornaamlyk, tot het heilloos besluit kwam om met The Squirrel te zeilen, om een kwaadaartig verspreid gerugt, dat hy bang op Zee was, te leugenstraffen, waar by hy zeer juist aanmerkt, dat het eer roekloosheid dan een beraaden besluit was, de beuzeling van een ydel gerugt zwaarder te laaten weegen dan zyn eigen leeven.
Wat de Persoon van deezen verstandigen en kloekmoedigen Man betreft, deeze was zodanig, dat hy, op 't eerste voorkomen, agting en eerbied inboezemde; zyne gestalte was kloeker dan gemeen, zyn kleur wees de bloedrykheid zyns gestels uit, dat zeer sterk was. De uitgebreidheid zyner kundigheden, en de kragt zyns oordeels, deedt zyne voorzigtigheid uitmunten, toen hy nog zeer jong, en schoon hy van een vuurigen en haastigen aart was. Zyne liefde tot zyn Vaderland, en zyn yver voor den dienst der Koninginne, zetten hem aan tot het doen van onderneemingen en kosten, ver boven zyne middelen: dit bewoog den Heer camden tot het maaken van de volgende aanmerking op den uitgang deezes Mans. ‘Omtrent deezen tyd’, schryft hy, ‘kwam de Heer humphry gilbert op Zee om. Een Man van eenen stoutmoedigen en vrolyken aart, even zeer uitsteekende in de kunsten des Oorlogs als des Vredes: hy leedt schipbreuk op eene t'huis reize, uit dat gedeelte van Noord-America, waar aan wy den naam van Newfoundland gegeeven hebben: werwaards hy slegts korten tyd te vooren heen voer; een gedeelte van zyn vaderlyk erfgoed verkogt hebbende, in de hoope van het dubbel weder te zullen krygen uit eene Volkplanting, welke hy voorhadt daar op te rigten. Doch wanneer hy openlyk het regt der Engelsche Kroon op dat gedeelte Land, eerst ontdekt door sebastiaan cabot, in den Jaa- | |
| |
re MCCCCXCVII, bekragtigd en landvergunningen aan verscheide zyner Tochtgenooten geschonken hadt, vondt hy zich door schipbreuken, en 't gebrek aan alle noodwendigheden, in zo groot eene verlegenheid, dat hy verpligt was dit opzet te staaken; te laat geleerd hebbende, 't geen zyn voorbeeld anderen mag leeren, dat de zwaarigheid om Volkplantingen op te rigten in afgelegen deelen der wereld, op de kosten van byzondere lieden, veel meer in heeft, dan hy, en veele anderen,
door eene te groote ligtgeloovigheid, en tot hunne eigen schade, zich verbeelden’. - Het valt gemaklyk te begrypen, hoe veele en hoe groote hinderpaalen 'er te boven gekomen moesten worden in het vaststellen van het stuk der Volkplantingen, daar zo opregt, zo oordeelkundig en Vaderlandlievend een Schryver als camden, met de daad was, de heerlyke Plans van een Patriot aanziet voor de geldzugtige inzigten van een Ontwerpmaaker. Om de waarheid, en niet meer dan de waarheid, te zeggen, humphry gilbert en zyn Broeder, walter raleigh, waren de Vaders onzer Volkplantingen: zy lagen den grondslag van den Engelschen Handel, en gevolglyk van onze Zeemagt; zaaken van zulk eene aangelegenheid, dat ze niet te veel, niet te sterk, kunnen gepreezen worden.
Behalven den roem dien hy door zyn Zwaard en Pen inlag, verdiende hy ook den lof dat hy een groot Redenaar was, veel nuts heeft hy zyn Vaderland gedaan door zyne Redenvoeringen in het Iersche en Engelsche Huis der Gemeenten, waar hy steeds het weezenlyk belang deezer Volken bepleitte met eene welspreekendheid, voortvloeiende uit zynen yver voor de waarheid en genegenheid ten algemeenen nutte. Hy werd in zyn Land geagt, bemind door zyne vrienden, en die hem geen goed hart toedroegen, konden hem alleen beschuldigen van een weinig te veel vuurs, 't welk zy vermetelheid noemden, terwyl het, in de daad, niets anders was, dan eene edelaartige geestdrift, die laage zielen veragten, om dat zy 'er niet vatbaar voor zyn.
Hy trouwde, uit het Hof zyner roemryke Vorstinne, eene Dame van aanzienlyke geboorte en groote middelen, anna, Dogter van Sir antony ager, van Kent, by welke hy, naar 't verhaal van prince, negen Zoonen verwekte. Hocker, die hem in persoon kende, en onmidde- | |
| |
lyk naa deszelfs dood schreef, zegt van maar vyf Zoonen en ééne Dogter, in welke laatste zy beide overeenstemmen. Zyn oudste Zoon, john gilbert, volgde zyns Vaders voorbeeld, en verwierf, schoon hy in den bloei zyns leevens stierf, den naam van een dapper Krygsman, en een groot Bevelhebber. Hy liet geen kroost naa, 't welk ook het geval was van alle zyne Broederen, uitgenomen den jongsten, raleigh, Schildknaap, die in den Zeedienst uitmuntte, en het geluk hadt om een gedeelte van dat Plan, 't welk zyn Vader bedagt, uit te voeren. Aan zyn Kleinzoon, humphry gilbert, die zich te Compton, digt by Torbay, nederzette, was de Heer prince veel van zyne Kundschappen verschuldigd: deeze bezat eene Schildery van zyn Grootvader, hem verbeeldende, met de eene hand den Generaals staf houdende, de ander laatende rusten op een aardglobe, waar op viroinia geschreeven stondt; voor op zyn borst was het boven beschreeven gouden Ankertje, afgebeeld. |
|