Kous te noemen. Deeze omstandigheid bleef hem in 't geheugen, en bragt hem, benevens andere volgende waarneemingen, tot bezef van zyn gebrek. Naardemaal het denkbeeld van kleuren onder de eerste is, die in de ziel opkomen, moge het zonderling schynen, dat hy dit gebrek niet vroeger ontwaar wierd. Hier van kunnen wy, egter, eenigermaate rede geeven, door aan te merken, dat zyn gezin tot de Quakers behoorde, onder welken, gelyk bekend is, eene algemeene eenpaarigheid van Kleuren plaats vindt.
Hy merkte ook aan, dat, in zyne kindsche dagen, andere Kinderen de Kerssen aan een boom konden onderscheiden, door zeker voorgewend verschil van Kleur, schoon hy alleen in staat was ze van de Bladeren te onderkennen, door 't verschil van maakzel en grootte. Hy verklaarde, wyders, dat zy, door middel van dit verschil in kleur, de Kerssen op een grooter afstand konden zien dan hy: hoewel hy andere voorwerpen, op even grooten afstand als zy, kon beoogen: ingevalle naamlyk het g zigt niet geholpen wierd door de Kleur. Groote voorwerpen kon hy even goed zien als anderen; en ook kleine, als zy onder andere niet vermengd waren, gelyk de Kerssen onder de Bladeren.
Ik geloof dat hy niet meer kon doen, dan na den naam van eenige Kleur raaden; nogthans kon hy Wit van Zwart onderkennen, of Zwart van eenige ligte of heldere Kleur. Stroogeel noemde hy Wit, en verschillende Kleuren noemde hy dikwyls met denzelfden naam; nogthans kon hy 'er onderscheid tusschen ontdekken, als ze by elkander gelegd wierden. In 't algemeen verwarde hy Kleuren, die eene gelyke maat van helderheid hadden, hoe zeer ze anderzins mogten verschillen, door elkander. Nogthans kon hy een gestreept lint onderscheiden van effen gekleurd; doch met geene naauwkeurigheid altoos zeggen welke de Kleuren waren. Donkere Kleuren nam hy dikwyls voor Zwart; doch nimmer hieldt hy Witte Kleuren voor Zwarte of Zwarte voor Witte.
Hy was een verstandig Man, en zeer begeerig om de natuur van 't licht en de Kleuren te weeten, ten welken einde hy ook lessen bygewoond hadt over de Natuurkunde.
Hy had twee Broeders, ten aanziene van het Gezigt in dezelfde omstandigheden; en daar benevens nog twee an-