vaart der volkeren verstopte, ik zoude, al zugtende, zeggen: Babylon is regtvaardig. Maar ik bezweer, in den naam van Adonaï, de Souverainen van de oude en nieuwe wereld, te verklaaren, of zy eenige andere misdaad in ons kunnen aanwyzen, dan dat wy afstammelingen zyn van Jacob, en even getrouw zyn aan den Godsdienst onzer Voorvaderen als zy zelve.
Ondertusschen laat gy toe, dat de laster, en de schande, zich over ons verspreide, die met dan op onze vervolgers behoorde te vallen. Zo de vyand uwe grenzen verwoest, zyn wy het, die hem ingehaald hebben; zo een uwer onderdaanen door snoodaarts wordt omgebragt, zyn wy het, die hem geknuisigd hebben; en zo de pest in uwe landen woedt, moeten de rivieren door ons vergiftigd zyn. Welhaast zal men ons over de wanordes der elementen straffen; en men zal ons misdaaden aantygen, welke in hem, die dezelve begaan kon, bovennatuurlyke kragten onderstellen.
Die ongerymde beschuldigingen worden ondertusschen als een wettigen grond van barbaarsche straffen beschouwd. Dan eens overlaadde men ons met drukkende belastingen; dan weder stelde men ons leeven veil voor den eersten dweeper, die ons wilde ombrengen; en in andere tyden en landen vertoonden zig de galgen, raderen, en brandstapels zo dikwils voor ons gezigt, dat wy het leeven nooit een oogenblik gerust genieten konden. Men zogt ons door de vrees en wanhoop den God onzer Vaderen te doen verlochenen; men zogt ons tot snoode huichelaars te maaken, onder voorwendzel van ons te bekeeren; en aller haat en afgryzen te doen verdienen, om 'e ons van te ontheffen.
Wy kunnen niet bestaan in de burgerlyke Maatschappyen, of wy hebben daar mede eenige betrekkingen. Dat derhalven de bloedraaden, die tegens ons opkoomen, bepaalen onder welke tytels, op welken voet, wy in uwe staaten leeven? Zyn wy vyanden, wees ten minsten zo edelmoedig van ons met gelyke wapenen te bestryden! zyn wy uwe onderdaanen, zo beoordeel ons naar uwe wetten. Zyn wy vreemdelingen, laat daar uw Wetboek en uw Zwaard; en oordeel ons naar de eeuwige Wetten der Natuur!
Uwe rang, en listige bedriegers, die de laagste oogmerken met den geheiligden naam van Godsdienst bewimpelen, maaken u tot Barbaaren; maar de Natuur en de waare Godsdienst hadden u menschen gemaakt. Pleegt dan uw hart raad; speelt niet met ons leeven, waarvan de Hemel u de zorg heeft aanbevolen; gedenkt aan eenen Mully Ismaël, die, om zyne bekwaamheid en de deugd van zyn zwaard te toonen, daaglyks eenige Christenen de hoofden afsloeg.
Ik schryf niet voor uwe Inquisiteurs, die het bloed uwer beste onderdaanen drinken, gelyk de Priesters van Saturnus. De Grooten, die u omringen, hebben al te veel belang om de waarheid te verbergen; het gemeen des Volks kan dezelve niet verstaan, en