Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779
(1779)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBrief aan de uitgeevers der Vaderlandsche Letteroeffeningen, nopens eene verbetering der vuurbaakens.Myne Heeren!
‘De Aanhaaling der onlangs in Engeland uitgevondene verbetering der Vuurbaakens of Kust-vuuren, in den opmerkelyken brief van Oeconomicus geplaatst, in No. 201 van den Vaderlander, en de aanmerking van het groot belang, dat onze Natie heeft, by alles, het geen tot vermeerdering der veiligheid in de Scheepvaart kan strekken, hebben my aangemoedigd, om eene korte beschryving deezer uitgevondene verbetering, in het Town and Country Magazine, van Augustus deezes Jaars geplaatst, in onze taal over te brengen, en aan UEs. toe te zenden, met verzoek om dezelve in uw geagt tydschrift eene plaats te gun- | |
[pagina 214]
| |
nen; in hoope dat dezelve daardoor onder het oog van die geenen onzer bestierderen mooge vallen aan wien het opzigt over de Pilotagie onzer Zeegaten is aanbevolen; vertrouwende dat dezelve hun dermaate voldoen zal, dat zy 'er door bewoogen zullen worden, om alles aan te wenden, ten einde onze Scheemvaart, hoe eerder hoe liever, door deeze aanmerkelyke verbetering, (op onze Kusten zoo hoog noodig,) te bevoordeelen.’
Ik blyve met alle agting
Myn Heeren! UE. D.W. Dienaar mechanicus. Rotterdam, 10 November, 1778.
P.S. Ik voege eene Copy der afbeelding van de Lamp, by de vertaaling, dewelke veel toebrengt tot een beter begrip van derzelver beschryving. De Beschryving is, in deezervoege, briefswyze, medegedeeld aan den Uitgeever van het Town and Country Magazine. Een verslag van eene fraaije nieuw uitgevondene, door weêrschyn werkende, Lamp, om Steden, by nagt, te verlichten, in een openbaar tydschrift geleezen hebbende, heeft my zulks aanleiding gegeeven, om, door middel van uw nuttig Maandelyks Werk, de volgende beschryving van eene nieuw verbeterde, door weêrschyn, volgens dezelfde gronden werkende, Zee- of Kust Lamp, aan het algemeen mede te deelen. Dit fraaije werktuig bestaat in eene glazen Lantaarn, omtrent zeven voeten hoog, en van zes voeten middellyns; de ruiten van best glas; de riggels of raamhouten van rood koper; het bovendekzel, of de top, van het zelfde metaal gemaakt. In het midden van deeze Lantaarn is, op een daar toe vervaardigden toestel, geplaatst, eene groote zeskante het licht te rugkaatzende rol, vier voeten hoog, en van drie voeten middellyns. Deeze rol is mede van rood koper gemaakt; derzelver buitenzyde is bedekt met eene kleevende zig verharden- | |
[pagina 215]
| |
de stoffe, door welke omtrent 2000 kleine Spiegeltjes, ieder van om ent één duim vierkant op dezelve vastgehegt worden. In het binnenste gedeelte van deeze rol is een olybak geplaatst, dewelke, door middel van zes pypen, door de zeszydige verdeeling der rol doorgaande, de oly toevoert aan eene wyde ronde buis, dewelke omtrent 18 duimen van de met spiegeltjes bekleede rol afstaat; en op deeze buis zyn 126 lampen vastgemaakt. Eéne van deeze Zee lampen was gemaakt op ordre van de Leden van 't Collegie van de PilotagieGa naar voetnoot(*), door eenige dier Leden aan bood van hun Jagt genomen, en gevoerd naar Leostaff, in de Provincie van Suffolk, om derzelver nuttrgheid te beproeven. Vervolgens wierd dit werktuig, na dat eene, voor dien tyd zullende dienen, houten stellagie was opgeregt, in den nagt van den 23 Juny deezes Jaars, naar boven gehyst: en de Lampen aangestooken zynde, bevond men, dat het zelve, boven alle verwagting, beantwoordde, als vertoonende een kloot Vuurs van eene gestadige en allerleevendigste helde heid. Deeze proeve wierd genomen, op een kleinen afstand van het gewoone Zeevuur; welks licht, door middel van een Vuur van koolen, verwekt word; en 't geen, by deeze gelegenheid, tot deszelfs uiterste vermogen wierd aangezet, om deszelfs meerdere voortreffelykheid, (indien mogelyk) te bewaaren; en 't welk als het punt van beslissing wierd gesteld, waar by men het verschil zoude konnen bepaalen. Het Jagt, van eenige Booten vergezeld, was des daags te voren Zeewaards gezeild; ten einde buiten het gezigt van 't Land te zyn, voor het ondergaan der Zon, de tyd tot het aansteeken der Lampen bepaald. Het zelve zeilde daar op naar land, en ontdekte de nieuwe Zeelamp, zoo dra de bolrondheid der Zee zulks toeliet; zynde ten minsten twintig mylen van den Wal. Het zeilde voorts nog wel vyf of zes mylen nader Landwaards, eer dat men | |
[pagina 216]
| |
het Vuur van het oude Zeebaaken konde bespeuren. De Leden van 't Collegie der Pilotagie, du van derzelver groote nuttigheid overtuigd zynde, gaven den volgenden dag orde, om de nieuwe Zeelamp naar het Eiland Scilly te voeren, 't welk zig in een volstrekte noodzaakelykheid van een Vuurbaaken bevond. thomas hunt. Harleston, Norfolk. |
|