's Mans oordeel komt ons, naer zyn Godsdienstig inzien, vry gematigd voor.
't Is intusschen zeker, dat een ieder, die gewoon is te denken, soortgelyke verschynzels naer zyne manier van denken in den Godsdienst, en wel byzonder over Gods genadewerking, verklaert; en dat men van daer ook verschillend over dit geval zal oordeelen: iets dat niemand, in bescheidenheid, ten kwade te duiden is; voor zo verre zulks een natuurlyk gevolg is van die verschillende Godsdienstige denkwyze. Dan hoe men deswegen moge denken, 't geval is over 't geheel, de geloofwaerdigheid van 't verhael niet te betwisten zynde, merkwaerdig; zelfs dan, als men alleenlyk, Gods gewoone middellyke genadewerking vooronderstellende, het oog vestigt op de natuurlyke middels, die zich in dezen voordoen. - Een ziek en zwak kind, dat van kindsbeen af gesukkeld had, 't welk door ene Godvruchtige Moeder opgevoed, door Godvruchtige Leeraers dikwerf bezogt en geleid was, dat etlyke Godvruchtige Geschriften gelezen had, of meermaels uit dezelven had hooren voorlezen, had al met deszelfs vyf de jaer ongemeen Godvruchtige aendoeningen en opwekkingen, naer die denkwyze over den Godsdienst, tot welke al het voorgaende aenleidlyk was. Zulks nam steeds toe; en vertoonde zich, ter verwonderinge van allen, op ene treffende wyze, in al het doen en spreken van dit kind; vooral, toen het den ouderdom van tien jaren begon te bereiken; en ten sterkste, toen deszelfs levenskrachten zichtbaer en gevoelig ten einde liepen. - Men ziet 'er in, als men het geval op die manier beschouwt, welk een sterken invloed ene Godsdienstige opvoeding en leiding, onder den Godlyken zegen, op een Kind kan hebben. - Laten Ouders dit, (een ieder in zyne Godsdienstige denkwyze en leiding, die hy in gemoede de beste oordeelt,) ernstig ter harte nemen.