lingschap verwezen ziet. Dezen ongelukkige, op deze wyze teffens van eer en van goederen beroofd, in zo veel drukkende rampen door eigen bewustheid zyner onschuld gemoedigd, zich niet te zien bezig houden, dan met zelfs hen wel te doen, die hem heimelyk in het verderf storten: deeze 't een ge goed, dat hem, in zyne ellende, van hare gestrengheid nog konde vertroosten, een tedere en aangebeden Minnaresse, die hem volgen wil, te zien bewegen, om hare eer niet aan zyne schande op te offeren: dit is ongetwyfeld een schouwspel, dat, al wie gevoeligheid heeft voor de aandoeningen der menschelykheid, treffen moet. En hem ten laatste, wanneer het berouw van den valschen vriend, het werktuig van zynen ondergang, niet langer voor 's mans weldaden bestand zynde, de gruwzame zamensmeding van bedrog, laster, en verraad, tegen hem in het werk gesteld, openbaar maakt, den bewerkeren van zyn onheil, zynen bittersten vervolgeren, grootmoedig te zien vergeven, en zyne weldaden vernieuwen en vermeerderen, kan niet dan toejuiching vinden by al wie smaak
voor deugd en edelheid van gevoe ens bezit. Men mag, dierhalve, dit stukje met opzicht op het zedelyk doel onder de beste van dezen aart plaats geven, schoon het, als Toneelspel beschouwd, in beloop en schikking, verre beneden zyn twee metgezellen in dezen bondel te schatten zy. De Hoogduitsche Schryver is de Heer Clodius, tot nog by onzen Landaart weinig bekend; doch wiens styl en schryfwyze voor deze soort van stoffe allergeschiktst zou zyn, indien hy slegts zynen gesprekken wat meer levendigheid wist by te zetten, en zyn Toneelen met meer verscheidenheid te beleggen. - Het Tweede Stukje, de Vriendschap op de proef betyteld, is oirsprongkelyk uit de pen van den Heer Weisse gevloeid. Dit achten wy genoeg, om den kundigen Lezer te doen bevroeden, dat hier die kunstryke schildering der tedere hartstochten in heerscht, die alle de schriften van dezen Autheur zo innemend maakt. Een goede Toneelmatige orde, een geschikte samenkoppeling van characters, die in hunne omstandigheden interesseeren (gelyk men het heet), en eene ryke eenvoudigheid van ontwerp, daar by gevoegd, doet dit behaagelyk stukje onder die van zyne soort uitmunten. Het onderwerp is het bekende geval van den Engelschman, die, genoodzaakt een verre reis te doen, zeker Indiesch meisje, 't welk hy beminde, en tot zyne vrouw wilde nemen, aan eenen vriend toebetrouwde. Blootgesteld aan alle de betoveringen van jeugd, schoonheid, en de onbedwongen natuur, kan dees zich niet hoeden voor eene Liefdevlam die tusschen hen uitbarst, en zo wel het hart der schone als het zyne vermeestert: met dat gevolg, dat hy by de terugkomst zyns Vriends zich tot den wanhopigen toestand gebragt ziet, om, of de vriendschap, of zyn eigen hart, te moeten verraden. Als een man van eer neemt hy 't besluit, zyn geluk aan zyn' plicht op te offeren, waartoe hy de