‘v. 31, 32. - - het Koningryk der hemelen is gelyk het Mostaartzaad, enz.
Erger u dan niet, als gy ziet dat jesus, zyn woord, zyne dienaars en aanhangers in en by de wereld gering zyn. Maar verblyd u veel meer, dat Christus Kerk zig ook tot u uitgebreid heeft; ze zal nog heerlyk worden op de gansche aarde.’
‘v. 33-35. - - het Koningryk der hemelen is gelyk een Zuurdeessem, enz.
Beproef u, of de kragt des Evangeliums ook u aangrypt, verandert, heiligt en Gode aangenaam maakt?’
‘v. 36-44. - - het Koningryk der hemelen is gelyk een Schat, enz.
Ach waarde Ziele, hebt gy de in de Christelyke Kerk verborge schat der genade en gemeenschap van God in Christus, ook uwen besten schat, gevonden? Verbergt gy denzelven godvrugtig en zorgvuldig in uw hart? Verblyd dezelve u meerder dan alles? Zegt gy alles, dat u aan de bezitting en verkryging daarvan hinderlyk tragt te zyn, vaar wel, of schoon het u dikwerf stryd in het vleesch koste? kunt gy door de godlyke genade hier op ja zeggen, wel verheug u dan over uwen Rykdom, en leef als een ryke in God, 't zy gy veel of weinig in de wereld bezit.’
‘v. 45, 46. - het Koningryk der hemelen is gelyk een Koopman, enz.
O hoe weinige zulke geestelyke Kooplieden zyn 'er thans, welke begeerig en arbeidzaam zyn naar de kostelyke paarl van 's hemels goederen; maar elk loopt en rent slegts naar de wereld en wereldsche goederen.’
‘v. 47-52. - het Koningryk der hemelen is gelyk een Net, enz.
Voorzeker zyn in de strydende Kerk van Christus steeds vermengt goede Visschen, welke de Schubben des geloofs en de Vinnen der godzaligheid bezitten; en kwade Visschen, welke zig in den slyk van de liefde der wereld en der zonde ophouden.
Maar, ô opmerkenswaardige afscheiding ten genen dage!’