| |
Verhandelingen uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem, XVIII. Deel. Te Haarlem by J. Bosch, 1778. in groot 8vo. 846. bladz.
De Hollandsche Maatschappy der Weetenschappen heeft, in 't jaar 1770, tot eene vraage voorgesteld, om ze te beantwoorden voor 't begin van 't jaar 1772: Welken zyn de Ziekten onder de Menschen, die uit de Natuurlyke gesteldheid van ons Vaderland voortvloeijen? Hoe kan men zich tegen dezelve behoeden en door welke middelen kunnen zy geneezen worden? De Maatschappy heeft goed gevonden, in 't jaar 1772, deeze Vraag weder op te geeven, met byvoeginge, dat, hoe zeer de Maatschappye erkenne, dat, onder de toenmaals ingekomene Antwoorden, eenigen zyn, dewelke blyken geeven van de kundigheid hunner Schryveren, zy, nogtans, oordeelden, dat aan geen van die allen de prys door haar kon toegeweezen worden, om dat zy allen, in zeker opzicht, de Vraag niet voldeeden. Eenigen waren overtollig in 't beschryven van Ziekten, die in ons land voorvallen, zonder zich te bepaalen aan die, welken, uit de Natuurlyke gesteldheid van ons Land, voor het grootste gedeelte, voortvloeijende, veelmaalen voorkomen. An- | |
| |
deren gingen verscheide van onze Landeigene ziekten geheel voorby, of roerden dezelve maar even aan. Tegen de methode van sommigen was vry veel te zeggen, voornaamlyk omtrent het bepaalen, zoo van de oorzaaken, als van de Geneeswyze der Ziekten. Men bouwde zeer veel op willekeurige onderstellingen, zonder zyn zeggen te staaven door Schriften of eigene Waarneemingen, zelfs zonder daar van te spreeken; en was te wydloopig, en kwam tot byzonderheden, die men alom by de beste Schryvers vind. Sommigen waren in alle deeze opzichten te gelyk gebrekkig. Om alle deeze redenen heeft de Maatschappy deeze Vraag nog eens opgegeeven, met verzoek, om op de voorgemelde herinneringen, by het antwoorden, te letten, en die antwoorden, voor 't begin van 't jaar 1775, haar te doen toekoomen. Zy vindt nogtans noodig, te melden, dat de Maatschappy door ons Vaderland verstaat, de Zeven vereenigde Provincien, en Geassocieerde Landschappen, en dat zy den
Schryveren de vryheid geeft, om by hun spreeken van de Ziekten, die uit de natuurlyke gesteldheid van ons Land vloeijen, 'er zo veel (doch niet meerder) van de Levenswyze by te voegen, als zy noodig denken, om de Ziekten uit het verband der natuurlyke gesteldheid des Lands, met de Levenswyze, op te maaken.
De Vraage is groot, en van eenen meer dan gewoonen inhoud; en, om in alle haare byzonderheden volkomen te behandelen, naar het oordeel van voornaame Geneeskundigen, eerder het werk van eenen gantschen leeftyd, en der vereende Waarneemingen van alle de Geneesheeren in ons Vaderland, dan van een enkeld Mensch. - - En dus veel eer de voltooijing van veele zwaare Boekdeelen, dan van eene enkelde bepaalde Verhandeling. - Hoe groot en uitgebreid dezelve ook zy, zoo nuttig is zy echter voor de gemeene Maatschappy der Nederlanderen. Want ofschoon dezelve, in haaren eersten aanleg, die rype volkomenheid niet erlangen moge, zoo is het nogtans te hoopen, dat dezelve, door welgedaane en agtereen volgende Waarneemingen, eenmaal aan die begeerte zal kunnen voldoen, welke men in de voorstelling van deeze vraage daar mede beoogde; te weeten, de bewaaring der Gezondheid van onze Medeburgers, en de afweering van veele on- | |
| |
heilen, welken hen thans drukken. - Op deeze wyze begint, met regt, de zeer Geleerde Heer j.j. van den bosch, zyne doorwrogte Verhandeling, zynde een antwoord op de voorgestelde Vraag, welke de Maatschappy waardig geoordeeld heeft om met den prys bekroond te worden.
De Auteur merkt eerst aan, dat ieder Land, nevens zyne algemeene, ook zyne byzondere kwaalen, welke, naar de byzondere gesteldheid van het zelve en de onderscheide levenswyze, daarin plaats hebbende, van een' verschillenden aart zyn: door welke toevalligheden, de Ziekten, schoon in geslagt veelal overeenkomende, nogthans in soort merkelyk van den anderen onderscheiden zyn. Tot bewys van 't bovengestelde brengt hy by, dat dergelyke byzonderheid in Ziekten in onderscheidene Landen waargenoomen wordt. Want zoo zyn de Inwoonders van Japan aan een zonderling Colyk, en een byzonder soort van Kinderpokjes, onderhevig; die van Surinamen aan een byzondere Ziekte, Beillac genaamd; als mede aan eene andere, de Koek en Klem, geheeten, onderworpen. Die van de Berbices aan een eigenaartig soort van Pokken. De Zwitsers aan Kropgezwellen en Breuken; enz. welke Ziekten, schoon aan die Landen eigen zynde, nogtans haaren voornaamen grondslag hebben, in de byzondere gesteldheid der Lucht en derzelver verhevelingen, benevens de voortbrengsels van het Land, en de levenswyze der Inwoonders. - Wy zullen hier nevens plaatsen een kort uittreksel behelsende 't verschil der Ziekten, in onderscheidene Steden en Landen van ons Vaderland. - Volgens de medegedeelde berigten, bespeurt men weinige of geene voorjaars koortsen te Dordrecht; minder dan elders te Schiedam; en men vindt die zeer zagtzinnig te Maassluis; dezelve zouden, in het jaar 1770, 1771, en 1772, genoegzaam in het Schermer Eiland niet vernomen zyn; insgelyks minder te Deventer en in Overyssel wezen, dan elders. - Te Groningen kan men, in tegendeel, weinig onderscheid ontdekken tusschen de afgaande
Voorjaars-koortsen, en die van den Herfst. - En te Nymegen heeft men, sedert jaaren, weinige of geene Febres tertianae of quartanae, op haare byzondere en bepaalde tyden, vernomen. - Daarentegen worden die te Rotterdam gemeenzaamer gehouden, dan op andere plaatsen;
| |
| |
en gezegd zeer gemeen te zyn te Weesp, te Naarden, te Edam, aan de zuidelyke zyde van Friesland, te Campen, enz. - Zoo gemeen de Najaars-Koortsen, in Zeeland, Vlaanderen, in de Overmaasche Eilanden, en in Friesland zyn, zoo spaarzaam bespeurt men die, buiten overstroomingen, in de Betuwe, en andere van de Zee verwyderde Landen: daar die intusschen dikwerf gewoon zyn te Geertruidenberg; langwylig somtyds te Dordrecht, te Maassluis, enz. aanhouden. - Zeldzaam zyn de Teeringen in Zeeland, en in de Eilanden, door den Helius, of den gemeenen Maas en Rhyn-mond, gemaakt; ten minsten zo niet, dat men die voor eene hoofdziekte aanmerken kan; daar zy het meerendeel van Holland aandoen, en het voornaamste aantal dooden op de gegeevene lysten van 's Hage en Rotterdam beslaan, en veelen in Friesland en Overyssel wegsleepen. - De Rotkoortsen, die den eenen tyd meer, den anderen tyd minder, voorkomen, zeldzaam te Dordrecht, en minder gemeen te Rotterdam, dan in Amsterdam, Haarlem, Leiden en 's Hage zyn; insgelyks zeldzaamer te Hoorn, Monnikkendam, en Edam, dan te Alkmaar, zig vertoonen, houden, zedert 1757, te Nymegen niet op, schoon door dezelfde voorbystroomende rivier, als de gemelde Maas Steden, bewaterd. Zy zyn gemeen in het Land van Altena, in Friesland, Groningen, en Overyssel; dikwyls
aldaar met Petechien verzeld. - Zy zyn boven dien in Friesland zeer gevreesd, en, met den naam van nieuwe ziekte, en in Overyssel met dien van Brand-ziekte bestempeld, welke men in Zeeland byna niet kent; en alleen maar zeer spaarzaam vernomen wordt. In Staats-Vlaanderen ontdekt men die meest in de Militairen, en zy worden gezegd ten minsten niet epidemice te grasseeren. - Dusdanig is het ook gelegen met de belette doorzwelgingen, die in Zeeland, Vlaanderen, en te Nymegen zeldzaam zyn; doch zeer gemeen bevonden worden te Maassluis, in Friesland, Groningen, en Overyssel. Ja zo gemeen in Noord-Holland, dat, volgens de Waarneemingen van wylen Doctor grashuis, de derde zieke in Noord-Holland daaraan overleedt. - Door 't bovengemelde 't voorgegeeven onderscheid der ziekten bewezen zynde, toont de Autheur de moeijelykheid aan, die in 't opmaaken van de ziekten, ons Vaderland eigen, geleegen is. Hy heeft hiertoe, zo veel 't in zyn vermoogen
| |
| |
was, gebruik gemaakt van de Waarneemingen der Geneeskundigen in verscheide plaatsen van 't Vaderland; doch van sommige plaatsen heeft hy geen, en van andere slegts een min, volkomen en nauwkeurig berigt kunnen krygen. Nauwkeurige sterflysten, meldende tevens de ziekten en 't jaargetal der Overleedenen, zouden hierin van groot nut zyn. In den Haag en te Rotterdam worden jaarlyks de sterflysten algemeen bekend gemaakt; maar zulks geschied niet in de overige Steden, zelfs niet ('t geen te verwonderen is) in de grootste en volkrykste Koopstad van ons Gemeenebest, daar andere nog grootere Steden reeds een Eeuw lang dezelve hierin zyn voorgegaan. - De Vraage zelfs word bekwaamelyk in vier voornaame Hoofddeelen afgedeeld. De eerste is: Welke de ziekten zyn, die uit de natuurlyke gesteldheid des Vaderlands voortvloeijen? De lucht, de winden, verheevelingen, 't water, en de grond, moeten nauwkeurig waargenomen worden om de ziekten te verklaaren die uit de natuurlyke gesteldheid van 't Land voorkomen, waarom ook de Schryver te regt de meeste moeite tot de nauwkeurige verklaaring van 't eerste Hoofddeel aangewend heeft. - 't tweede Hoofddeel vervat 't onderlinge Verband, welke de Ziekten tot de natuurlyke gesteldheid van 't Vaderland hebben? - 't derde, welke de wyze zy, hoedanig zich voor dezelve te behoeden. En ten laatsten, door welke middelen zy kunnen geneezen worden?
Ons kort bestek laat niet toe, ons verder in te laaten in de verklaaring van ieder Hoofddeel; hiertoe beveelen wy onze Leezers 't Werk zelve aan: 't welk ook onder een byzonderen tytel, niet aangemerkt als een Deel van de Verhandelingen der Maatschappy, ('t welk een groot en kostbaar Werk is) uitgegeeven wordt; om daardoor ieder meer gelegenheid te geeven van uit de Beknopte Verhandeling nut te haalen, ter bewaaring en herstelling van de gezondheid der Inwoonders van 't Vaderland; dat het tot dit heilzaam oogmerk dienstig mag bevonden worden, is onze Wensch! |
|