De Oeconomist. Eene byeenzameling van Vertogen, Gesprekken, Voorslagen en Proeven, tot welzyn van het Vaderland. Behalven de Voorreden 112 bladz. in gr. octavo.
Mede te werken ten nutte van het Vaderland, ter bevorderinge van alle heilzaame Oeconomische inzigten, met betrekking tot den Landbouw, de Fabryken en alle nutte Kunsten, is het hoofdbedoelde deezer byeenzamelinge. Het eerste thans uitgegeeven Stukje, 't welk verder van andere Schriften, daar toe behoorende, gevolgd staat te worden, behelst, behalven eene voorafgaande ontvouwing van 't oogmerk van dit Geschrift, eene Verhandeling over de bestemming, den aart en gesteldheid der Oeconomie, en derzelver verdeeling en soorten. Verder een Geschiedkundig verslag van den oorsprong, den voortgang en de vorderingen der Oeconomie tot op den tegenwoordigen tyd. Vervolgens een Zamenspraak betreklyk tot de oprigting van den Oeconomischen Tak van de Hollandsche Maatschappy der Weetenschappen, en deszelfs aankweeking en voortplanting in de voornaamste Provincien en Steden van ons Vaderland; waarin onze Schryver, gelyk veele anderen, zeer groote gebreken ontdekt; dog waaromtrent men, op de aanstaande algemeene Vergadering, middelen van redres verwagt; wanneer men veelligt beter in staat zal zyn, om over het al of niet mogelyke der uitvoeringe van het Project, zo als het dan hervormd zal zyn, e kunnen oordeelen. Hier by komt een Tafereel van het hedendaagsche Patriotismus, dat het algemeene character van de Natie, zo ten aanzien der opvoedinge als leevens-en handelwyze, wel wat met al te sterke kouleuren haatlyk schetst; egter ook tevens maar al te veel waarheids maalt; dat een echt Liefhebber van zyn Vaderland te meerder spyt, om dat het zo bezwaarlyk valt, middelen uit te denken, en in practyk te brengen, die geschikt zyn om vooreerst de nadeelige gevolgen af te wenden, en vervolgens trapswyze de hoofdoorzaaken uit te rooien. Ten besluite is 'er nog aangehegt een Lofdicht, ter eere van den hooggeleerden Heer Petrus Camper, beschouwd als een goed Patriot en een waar Oeconomist; als iemand van wien met regt gezeid mag worden, dat hy zyne uitgebreide kundigheden
alleszins ten nutte van zyn Vaderland poogt te doen strekken. - Zie daar den hoofdzaaklyken inhoud van dit Stukje, 't welk men als een Voorlooper heeft afgegeeven; en daar men in de Voorreden den Leezer verzoekt, ‘dat hy zyn oordeel gelieve op te schorten, tot de Uitgeevers nog drie a vier