Spectatoriaale Schouwburg, behelzende eene verzameling der beste zedelyke Tooneelstukken, byeengebragt uit alle de verscheiden Taalen van Europa. Met nieuw geinventeerde Konstplaaten versierd. Zesde Deel. Te Amsterdam by P. Meijer 1778. In octavo 320 bladz.
Behalven het Tooneelstuk, getyteld de valsche Vriend, waarvan wy reeds gewag gemaakt hebben, by gelegenheid, dat men het zelve, in den aanvang van 't tweede Deel van 't Zedelyk Tooneel, geplaatst had, behelst dit zesde Deel van den Spectatoriaalen Schouwburg nog twee Tooneelstukken, onder de opschriften, Elsride en de Vrygeest. - Elfride, eene dogter van den Graaf Orgal, is gehuwd met den Graaf Atelwold, een gunsteling van den Engelschen Vorst Edgar; dien Atelwold in den waan gebragt had, dat zyne Huisvrouw te afzigtelyk van voorkomen was om aan het Hof te verschynen. Doch de Abt Dunstan, die Atelwold, om dat hy den Geestelyken niet gunstig was, een kwaad hart toedroeg, gaf den Vorst aanleiding tot andere gedagten; en maakte den Graaf Orgal op, om zelf de waare oorzaak na te speuren. Hy naamlyk wist, dat Atelwold, door den Koning gelast, om naar Elfride te verneemen, den Koning misleid had, en zelf met haar gehuwd was; dat de Graaf Orgal hier door versteeken was, van zyne Dogter tot den rang van Koningin verheven te zien; en hy twyfelde niet, of de ontdekking dier misleidinge zou den ondergang van Atelwold bewerken. De ontdekkinge hiervan, en het doodlyke gevolg voor Atelwold, die zig in een tweegevegt met den Koning van 't leeven laat berooven, benevens voor Elfride, die zig zelve eene doodlyke wonde toebrengt, en sterft, maaken voorts het hoofdonderwerp van dit stuk uit. In de ontwikkeling van 't zelve, leveren Elfride en Atelwold de aandoenlykste Tooneelen van eene onverbreekbaare zuivere Liefde; de Graaf Orgai schetst op 't leevendigste het character van een
eerzugtig Mensch, die zyn doel mist, en alles aan zyne wraak opoffert: de Vorst zelf wordt eigenaartig ten Tooneel gevoerd, als iemand, in wiens gemoed strydige hartstogten hevig werkzaam