Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779
(1779)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeschiedenis van America, door William Robertson, D.D. Opperste der Edenburgsche Hoogeschoole en 's Konings Geschiedschryver van Schotland. Derde Deel, met Kaarten. Te Amst. by Yntema en Tieboel 1778. In gr. octavo 439 bladz.Ten slot onzer Aankondiginge van het Tweede Deel deezes begeerden Werks, hebben wy onze Leezers berigt, dat daar de Wysgeerige Leezer in 't zelve onthaald wierd, de Reisgezinden en Geschiedenislievenden, in het volgend Derde Deel, zich op nieuw zouden kunnen verlustigenGa naar voetnoot(*). Dat dit deel aan deeze belofte beantwoord, blykt elk terstond, wanneer wy vermelden, dat de twee Boeken der Geschiedenis van America, daar in begreepen, ons een wydluftig verslag geeven, van de Vermeestering in Nieuw Spanje door cortes; en van de bemagtiging van Peru door pizarro, van de twisten en burgeroorlogen der Spanjaarden, in 't laatstgemelde Ryk der Nieuwe Wereld, derzelver oorsprongen, voortgang, en uitwerkzels ontvouwende. In het verhaalen van den loop der ontdekkingen in | |
[pagina 106]
| |
America, en het te boek stellen der bedryven van de Gelukzoekers in de Nieuwe Wereld, heeft een Hedendaagsch Geschiedschryver verscheide zwaarigheden te boven te komen. Het onderwerp is zints langen tyd een hoofdstof der Geschigtkunde geweest. De Geschiedenis zelve is bekend en in veele boeken te vinden: zommige gedeelten daar van zyn opgecierd met al den luister van dichterlyk optooizel; en men weet in 't algemeen, dat de Europeaanen, in dit Nieuw ontdekte Vasteland, zich schuldig gemaakt hebben aan bedryven, op welker aandenken de menschlykheid een gruwen vat. Ondanks deeze, ongunstige omstandigheden heeft robertson, door zyne bekwaame pen, het geluk gehad om dit Verhaal zodaniger wyze op te stellen, dat hy de aandagt gevangen houdt, en door een dieper onderzoek, gepaard met eene betere schikking, de Americaansche Geschiedenis, als 't ware, met de bevalligheden der Nieuwigheid omhangen. De Vertaaler heeft, in een Voorberigt, voor elk der Boeken, in dit Deel bevat, de Aantekeningen van robertson geplaatst, waar in hy een oordeelkundig verslag geeft van de bronnen, uit welke hy zyne kundigheden, ten aanzien van dit gedeelte de Americaansche Geschiedenis, putte. Hier in straalt zyne welwikkende oordeelkunde door, en 't inzien daar van vervult den Leezer met vertrouwen, dat hy een verhaal zal vinden, op de beste bescheiden gegrond. Het zal niet oneigen aan den aart onzer Letter-Oeffeningen, en onze Leezeren niet ongevallig, weezen, dat wy de Persoonen en Characters der Vermeesteraaren van de Nieuwe Wereld, zo als zy door Dr. robertson geschetst worden, doen kennen. ‘Ferdinando cortes werd, in den saare MCCCCLXXXV, gebooren te Medellin, eene kleine Stad in Estremadura, en stamde af van edelen bloede; doch zyn Geslacht was schaars van middelen voorzien. Oorspronglyk, door zyne Ouderen tot de Regtsgeleerdheid geschikt, als het middel om in beteren doen te geraaken, werd hy, in zyne vroege jeugd, na de Hoogeschool van Salamanca gezonden, daar hy eenigen voorraad van geleerdheid opdeedt. Dan welhaast had hy een afkeer van het leeven op de Hoogeschool, niet strookende met zyn vuurigen en woeligen aart, en keerde weder na Medellin, waar hy zich | |
[pagina 107]
| |
geheel en al overgaf aan werkzaame bezigheden en Krygsoefeningen. In deezen leeftyd was hy zo driftig, oploopend, en losbandig, dat zyn Vader hem gaarne zyn wil gaf, om buiten 's Lands zyn geluk in den Kryg te zoeken. Ten dien dage waren 'er twee uitmuntende Tooneelen, op welke de Spaansche Jongelingen, die na Krygsroem dongen, blyk van moed en dapperheid konden geeven: het een in Italie onder den Grooten Veldheer; het ander in de Nieuwe Wereld. Cortes verkoos het eerste; doch eene ongesteldheid belette hem scheep te gaan met eene versterking van Krygsmagt, na Napels gezonden. Hier in te leur gesteld, sloeg hy het oog op America, aangelokt door de voordeelen, die hy zou kunnen trekken van de bescherming van ovandoGa naar voetnoot(*), Bevelhebber op Hispaniola, zyn Bloedverwant. Wanneer hy, in den Jaare MDIV te St. Domingo landde, werdt hy daar overeenkomstig met zyne opgevatte hoope ontvangen, en door den Landvoogd gesteld in verscheide aanzienelyke en winstgeevende posten. Deeze konden, nogthans, zyne eerzugt niet verzadigen; en hy verwierf in den Jaare MDXI, verlof om diego velasquez, op den Tocht na Cuba, te volgen. In deezen dienst gaf hy zo veele proeven van bekwaamheid, dat hy, ondanks eenige hoogloopende geschillen met velasquez, over niet meldenswaardige kleinigheden, eindelyk in gunst geraakte, en een ruime gifte van Landeryen en Indiaanen ontving, de algemeene belooning aan de Waaghalzen, in de Nieuwe Wereld, geschonkenGa naar voetnoot(†). Hoewel cortes, tot dus lange, geen hoog bevel voerde, hadt hy, in verscheide ontmoetingen, vol zwaarigheids en gevaars, betoon van zulke hoedanigheden gegeeven, als eene algemeene verwagting opwekten, en de oogen zyner Landsgenooten te hemwaards trok- | |
[pagina 108]
| |
ken; in hem een' Man ziende, bekwaam om groote dingen uit te voeren. De ongeregeldheid zyner Jeugd bedaarde allengskens, zo ras hy voorwerpen aantrof, en bezigheden vondt, beantwoordende aan zyne vuurigheid van geest, en veranderde in eene gezette hebbelykheid, om geregeld en onvermoeid te arbeiden. De oploopenheid van zynen aart nam ongevoelig af, wanneer hy met zyns gelyken moest omgaan, dit bragt dezelve onder bedwang, en verkeerde die in eene rustige Krygsmans openhartigheid. Deeze hoedanigheden gingen vergezeld met eene bedaarde voorzigtigheid in het vormen zyner ontwerpen, met eene aanhoudende wakkerheid in het voortzetten daar van, als mede met de kunst om het vertrouwen der Menschen te winnen, en hunne harten te bestuuren, dat byzonder voorregt van een uitsteekend verstand. By dit alles mogen wy de mindere volmaaktheden voegen, die het gemeen treffen: bevalligheid van persoon, een inneemend voorkomen, eene buitengewoone bedreevenheid in den Wapenhandel, en een Lichaamsgestel zo sterk, dat het tegen alle vermoeienissen was opgewassen’. Deeze was de Man, die, met een hand vol Volks, het bestondt, het Mexicaansche Ryk aan de Castiliaansche Kroon te onderwerpen, en deeze onderneeming met eene stoutmoedigheid, en een geluk daar aan geëvenredigd, volvoerde. Byzonder trof ons het vernielen zyner eigene Vloote, toen hy eenige vastigheid in Nieuw Spanje gekreegen hadt, en eene zamenzweering, tegen zyn Persoon gesmeed, gelukkig ontdekt hadt. ‘Die ontdekking’, gelyk onze Geschiedschryver, deeze byzonderheid optekent, ‘zette hem aan tot het volvoeren van een plan, reeds voor lang door hem beraamd. Hy bemerkte, dat een geest van ongenoegen onder zyne Krygsknegten begon te heerschen; dat, schoon dezelve, tot duslang, door het eenpaarig gelukken zyner ontwerpen, bedwongen, of, door de hand des gezags, te onder gehouden was, 'er verscheide gevallen konden ontstaan, strekkende om dit ongenoegen bet op te wekken, en openlyk te doen uitbarsten. Hy ontdekte, dat veelen zyns Volks, de vermoeienissen des diensts moede, verlangden na Cuba weder te keeren; en dat, by het ontstaan van eenig meer dan gemeen gevaar, of het keeren van den kans, het onmoogelyk zou zyn hun te wederhouden van scheep te | |
[pagina 109]
| |
gaan, en derwaards te stevenen. Hy wist, dat zyne Krygsmagt, reeds zo klein, geene vermindering kon lyden, en hoe de afval van een klein aantal zyner Tochtgenooten hem zou noodzaaken, de onderneeming geheel te laaten vaaren. Naa menigwerven en met geen geringen kommer, alle deeze byzonderheden ryplyk overwoogen te hebben, zag hy geen' anderen weg open, om zich uit die verlegenheid te redden, dan hun alle mogelykheid van te vertrekken af te snyden, en zyn Volk in de volstrekte noodzaaklykheid te brengen, om 't zelfde besluit te neemen, 't geen hy genomen hadt: het besluit om te overwinnen, of te sneeven. Met dit oogmerk besloot hy zyne Vloot te vernielen; doch, dewyl hy, op zyn eigen gezag alleen, zulk een stout voorneemen niet durfde volvoeren, deedt hy zyn best om zyne Soldaaten over te haalen, tot het omhelzen zyner begrippen, wegens de voeglykheid van dit bestaan. Zyne behendigheid om dit te wege te brengen, was geëvenredigd aan de hachlyke gelegenheid, waar in hy het te werk stelde. Hy beduidde eenigen, dat de Schepen, door zo langen tyd op Zee geweest te hebben, geheel onbekwaam waren om Zee te bouwen; anderen vertoonde hy, hoe rechtydig eene versterking zy zouden verkrygen, door een honderd Mannen, nu als Matroozen van geen dienst, aan de de Krygsmagt toe te voegen: en aan allen hieldt hy de noodzaaklykheid voor, om het oog en de wenschen te vestigen op het geen hun nu te doen stondt, zonder het denkbeeld van weder te keeren eens in hunne gedagten te laaten opkomen. Met algemeene toestemming werden de Schepen op strand gehaald, van zeilen, masten, wand, yzer-werk, en wat verder van dienst kon zyn, ontbloot, en voorts in stukken gebrooken. Dus gaven, door eene uiterste pooging van manmoedigheid, waar van geene wedergade in de Geschiedenissen gevonden wordt, vyf honderd Man, vrywillig, hunne toestemming, om zich te laaten opsluiten, in een vyandlyk Land, vol magtige en onbekende Volken; en zich van alle middelen, om te ontkomen, verstooken hebbende, moesten zy 't alleen op hunne eige dapperheid en volstandigheid laaten aankomen’Ga naar voetnoot(*). | |
[pagina 110]
| |
Wonder vreemd was het mengzel van Heerschzugt, Gierigheid en Godsdienst-yver in de Veroveraars der Nieuwe Wereld., Zy allen merkten zichzelven aan als werktuigen door den Hemel gebezigd om het Christlyk Geloof voort te planten, en hoe minder zy, door hunne Kundigheden of Zedelyk gedrag, tot zulk een werk geschikt waren, hoe greetiger zy het wilden volvoeren: dit zette cortes aan, tot bedryven, geheel onbestaanbaar met de voorzigtigheid, die anders in zyn Character zo zeer uitblinkt; hy geboodt zyne Soldaaten, de Altaaren in den Hoofd-Tempel van Zempoalla om te keeren, de afgoden te verdelgen, en op de plaatzen, daar deeze gestaan hadden, een Kruis, en het Beeld van maria, op te richten. Hier uit ontstondt eene hevige beweegenis, die zonder bloedstorting gestild werd. Die zelfde yver vervoerde hem by de Tlascalaanen bykans tot een even onvoorzigtigen stap; dan Vader bartholomeus de olmedo, Kapellaan op den Tocht, bedwong zyne roekloosheid. ‘Deeze,’ gelyk robertson, aantekent, ‘toonde hem de onvoorzigtigheid van zulk een bestaan in eene groote nieuwlings bevredigde Stad, vol Volks, niet min bygeloovig dan krygshaftig: hy verklaarde, dat de handelwyze, te Zempoalla gehouden, hem altoos voorbaarig en onregtvaardig hadt toegescheenen; dat de Godsdienst niet met het Zwaard behoorde voortgeplant en de Ongeloovigen niet door geweld ter bekeeringe moesten gedrongen worden; dat men andere wapens in het werk dier bedieninge hadt te bezigen: geduldig onderwys moest het verstand verlichten, en een Godvrugtig voorbeeld het hart inneemen, eer de Menschen overgehaald konden worden tot het verzaaken der Dwaaling, en het omhelzen der WaarheidGa naar voetnoot(*). Te midden van tooneelen, waar op bekrompen Godsdienst-yver zyne rol speelt, veréénigd met verdrukking en wreedheid, zo vrye en Menschlievende gevoelens te hooren uiten, schenkt een verrassend genoegen aan een welgesteld hart; en, op een' tyd, wanneer de regten van 't eeuwig vry gewisse weinig begreepen werden in de Christen-Wereld, wanneer de Verdraagzaamheid eene onbekende Deugd mogt heeten, staan wy versteld, eenen Spaanschen Mon- | |
[pagina 111]
| |
nik van de Zestiende Eeuwe, onder de eerste Weder spreekers der Vervolginge, te zien, en hem voor vryheid in den Godsdienst te hooren pleiten. De tegenverklaaringen van eenen Geestlyken, niet min agtenswaardig van wegen zyne wysheid dan om zyne deugd, hadden by cortes het vereischte gewigt.’ Wy konden niet nalaaten, deeze staaltjes, die het Character van cortes leevendig schetzen, op te haalen. Van wreedheid is hy geenzins vry te spreeken; de Inwoonders van Cholula ondervonden deeze. Zyn list stelde hem montezuma, den Vorst der Mexicaanen, in handen, en Mexico in zyne magt. Zyne Krygservaarenheid toonde hy aan narvaez, door velasquez tegen hem gezonden; als mede aan guatimozin, dien hy Mexico ontweldigde, en deedt pynigen, vervolgens ophangen. Hy onderging, behalven dat hy veel gelds verzameld hadt, het zelfde lot als allen, die zich uitsteekend gemaakt hebben, in 't ontdekken of vermeesteren der Nieuwe Wereld. Benyd van zyne Tydgenooten, en slegt behandeld door het Hof, 't geen hy ten dienste stondt, hebben de volgende Eeuwen zich over hem verwonderd, en hem geroemd. Hy stierf in den Jaare MDXLVIII, het twee- en zestigste zyns leevens. Tot een beter en volkomener begrip van zyne Reisen Krygstochten, ende vorderingen, door hem gemaakt, gaat dit Boek van eene keurlyke Kaart van Mexico, of Nieuw Spanje, vergezeld. De Leezer zal, deeze met het Verhaal vergelykende, zeer veel opheldering, daar in vinden. Laat ons nu het Zesde Boek opslaan, en, naa een kort berigt van de ontwerpen om Peru te ontdekken, de Persoonen, die dit uitvoerden, en dat ryke Land aan de Spaansche Kroon hegtten, nader doen kennen. ‘Zints den tyd dat nugnez de balboa den Grooten Zuider Oceaan ontdekte, en de eerste duistere leuze ontving wegens de ryke Landen, met welke dezelve gemeenschap kon hebben, strekten de wenschen van elk onderneemzugtigen, in de Volkplantingen van Darien en Panama, zich uit tot den rykdom dier onbekende Gewesten, en hunne ontwerpen hadden het verkrygen daar van ten doele. In eene Eeuwe, wanneer de geest om geluk te zoeken zo vuurig en brandend was, dat men groote inkomsten spilde, en de schriklykste gevaaren trotste, om | |
[pagina 112]
| |
enkel mogelyke ontdekkingen te doen, werd de flauwste straal van hoope met greetige verwagting gevolgd; het geringste en oppervlakkigste berigt was genoegzaam, om zulk een volkomen vertrouwen in te boezemen, dat het Menschen tot de hachlykste onderneemingen aanzette. Diensvolgens werden 'er verscheide uitrustingen gedaan, om de Landen, ten Oosten van Panama geleegen, op te speuren en te vermeesteren; doch onder het opzigt van Hoofden, wier bekwaamheden en middelen dit bestaan geenzins evenaardenGa naar voetnoot(*). Vermids hunne Tochten zich niet uitstrekten buiten de grenzen van het Landschap, door de Spanjaarden met den naam van Tierra Firmé bestempeld, een bergagtig Geweest, met bosschadien overdekt, schaars bewoond, en by uitstek ongezond, keerden zy te rugge met treurige verhaalen, van de ongelegenheden, waar aan zy zich blootgesteld vonden, en het weinig beloovend vertoon 't geen zy ter bezogte plaatzen gezien hadden. Door deeze tydingen afgeschrikt, verflaauwde de drift, om de naspeuringen, aan dien kant, voort te zetten, en men stelde in 't algemeen vast, dat balboa harssenschimmige hoope gekoesterd hadt, op het verhaal van eenen onkundigen Indiaan, door hem verkeerd begreepen, of ingerigt om hem te bedriegen. Maar, in Panama bevonden zich drie Persoonen, op welken de omstandigheden, die anderen afschrikten, zo weinig indruks maakten, dat zy, ten zelfden tyde, wanneer allen de verwagting van balboa, om een ryk Land aan te treffen, met Oostwaards te stevenen, voor een harssenschim hielden, beslooten de volvoering van zyn Plan te onderneemen. Deeze drie Persoonen waren francisco pizarro, diego de almagro, en hernando luque. Pizarro was de natuurlyke Zoon, door een' aanzienlyk Edelman, by een Vrouwe van zeer laage afkomst verwekt; hy werd, volgens het algemeene harde lot der afstammelingen van onwettigen minnehandel, in zyne jeugd, dermaate verwaarloosd door zynen Vader, dat deeze hem scheen geschikt te hebben, om altoos in denzelfden laagen staat te blyven als zyne Moeder. Ten dien einde schikte hy hem, toen hy de jaaren eens Jon- | |
[pagina 113]
| |
gelings bereikt hadt, tot Varkensdryver. Maar de moedige geest van den jongen pizarro, die laage bezigheid versmaadende, liet eensslags de Zwynen vaaren, en nam dienst voor Soldaat. Eenige jaaren, in Italie, den kryg gevolgd hebbende, ging hy scheep na America, 't welk, zulk een ruim tooneel voor lieden van eenen wakkeren aart openende, ieder Gelukzoeker, wiens staat niet geëvenredigd was aan zyne hoogere verbeelding, uitlokte. Pizarro deedt zich daar reeds vroeg by uitsteekenheid kennen. Met eene stoutmoedige zielsgesteltenisse en een sterk lichaam, was hy de voorste in het tarten van allerlei gevaar, geduldig in het ondergaan van de uiterste moeilykheden, en in alles onvermoeid. Schoon zo weinig onderweezen, dat hy zelfs niet leezen kon, werd hy wel haast aangezien als een Man, bekwaam om het bevel te voeren. Elke onderneeming, aan zyn beleid toevertrouwd, slaagde naar wensch: dewyl hy, door eene gelukkige, doch zeldzaame, verééniging, volstandigheid met drift paarde, en zo voorzigtig was in het volvoeren, als stout in het vormen, van zyne ontwerpen. Door zich vroeg aan een werkzaam leeven over te geeven, zonder eenig ander hulpmiddel dan 't geen zyne eigene bekwaamheden en vlyt hem verschaften, en door alleen aan zich zelven overgelaaten te zyn, om dien luisterloozen staat te ontworstelen, verkreeg hy zulk een diep inzien van Zaaken, en kennis van Menschen, dat hy bekwaam was een aanzienlyke post te bekleeden, in het uitvoeren der eerst- en het bestuuren der laatstgemeldenGa naar voetnoot(*). Almagro kon zo min, als pizarro, op zyne afkomst roemen. Deeze was een Bastaard, hy een Vondeling. Gelyk zyn Medgezel in 't Veld opgevoed, gaf hy hem niets toe in een der Krygsmans bekwaamheden van onbezweeken moed, onvermoeide werkzaamheid, en onverwinnelyke standvastigheid in 't verduuren der moeilykheden, altoos gepaard met den Krygsdienst in de Nieuwe Wereld. Maar in almagro gingen deeze hoedanigheden vergezeld met de openhartigheid, edelmoedigheid, en opregtheid, eigen aan Krygslieden; in pizarro waren zy vereenigd met de gesleepenheid, | |
[pagina 114]
| |
loosheid, en veinzery eens Staatkundigen, met de kunst om zyne eigene oogmerken te verbergen, en met de schranderheid om tot die van anderen door te dringen. Hernando de luque was een Kerklyke, die, te Panama, de bediening van Priester en Schoolmeester waarnam; door middelen, waar van gelyktydige Schryvers geen berigt geeven, hadt hy rykdommen vergaderd, die hem het denkbeeld, om tot hooger staat op te klimmen, inboezemden. Deeze drie waren Mannen, geschikt om een der uitgestrektste Ryken des Aardbodems te overweldigen. Hunne vereeniging, ten dien einde aangegaan, werd gewettigd door pedrarias, Landvoogd van Panama. Elk verbondt zich, alles wat hy bezat, aan deeze onderneeming op te offeren. Pizarro, de minstbemiddelde van allen, geene zo groote som als zyne Medegenooten kunnende toebrengen, verbondt zich om het moeilykste en gevaarlykste werk te onderneemen, en, in eigen persoon, 't bevel te voeren over de toerusting, die 't eerst ter ontdekking zou uitgaan. Almagro boodt aan, den noodigen voorraad van Leevensmiddelen en Krygsvolk, dien pizarro mogt behoeven, hem toe te voeren. Luque zou te Panama blyven, om met den Landvoogd te handelen, en het oog te houden op alles wat ten algemeenen belange moest verrigt worden. Dewyl de drift der Geestdryverye, doorgaans, die van gelukzoeken in de Nieuwe Wereld vergezelde, en deeze beide, door dus eene zeldzaame verééniging, meerder kragts kreegen, werd dit verbond, door Eerzugt en Gierigheid gevormd, door een allerstaatlykst Godsdienstig bedryf bekragtigd. Luque deedt de Mis, verdeelde een gewyde Ouwel in drie stukken; één gedeelte daar van voor zichzelven behoudende, gaf hy de twee andere aan zyne Medegenooten; zy gebruikten dit ieder, en bekragtigden dus, in den naam van den Vorst des Vredes, eene Verbintenis, die plunderen en bloedstorten ten oogmerk hadt’Ga naar voetnoot(*). De bedryven deezer Persoonen, die wy onze Leezers hebben doen kennen, in het vermeesteren van het schat- | |
[pagina 115]
| |
ryk Peru, en wat voorts tusschen hun in een heftigen Burgerkryg voorviel, moeten in het Werk zelve geleezen worden, waar toe wy onze Leezers verzenden: die ook, in dit Deel, eene weluitgevoerde Kaart van de Golf van Mexico, de Eilanden en de aangrenzende Landschappen, aantreffen. Het vierde Deel, is, zo men ons berigt, byna afgedrukt, en staat dus, eerstdaags, het licht te zien. |
|