derleggen van 't gevoelen, dat deze voorspelling, niet vervuld zynde by den opbouw van den tweden Tempel, na de Babylonische gevangenis, naer de letter nog vervuld zal worden in 't laetste der dagen. Op het voordragen van de onbestaenbaerheid van dit gevoelen volgt, uit al het gezegde, zyn besluit, dat men hier moet denken op ene geestlyke beduiding, die nog niet vervuld is; en eerst in 't laetste der dagen hare vervulling zal eerlangen. Om echter de hoofdzaek niet te onzydig te behandelen, brengt hy voorts tevens te berde, de aenmerkingen, die dezulken, welken voor de letterlyke verklaring, althans in de eerste plaetze, zyn, maken, op de voorheen gemelde redenen van hun, die alleen op de zinnebeeldige beduiding zien. En deze aenmerkingen op ieder reden afzonderlyk voorgesteld, worden ook op
zodanig ene wyze door hem weder beantwoord. Hiernevens voegt hy ten laetste nog de redenen, met welken zommigen hun gevoelen, dat men hier om ene letterlyke verklaring behoort te denken, trachten te staven; waertegen zyne nevensgaende beantwoordingen dienen, om aen te toonen, dat dezelven verre van voldoende zyn; des alles hem bevestige in zyn denkbeeld, dat men hier niet, op ene letterlyke verklaring, maer op ene zinnebeeldige beduiding, als het bedoelde van God in deze Prophetische gezichten, het oog heeft te vestigen; en dus derzelver vervulling, niet lichaemlyk, maer geestlyk moet verwachten.