Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778

Het grootste kwaad op deeze wereld.

Burzurge mihir was Visir van khosroes, bygenaamd Nuschirvan. De Oosterlingen spreeken van hem niet dan met de uiterste eerbiedenisse; hem voorstellende als de wysste en deugdzaamste Man van zyn tyd. Men verhaalt, dat de Grieksche en Indiaansche Wysgeeren, in tegenwoordigheid van khosroes, een gesprek houdende, onder andere de vraag te berde kwam, wat het grootste kwaad op deeze Wereld was? Een Grieksch Wysgeer antwoordde: ‘Oud, zwak en arm te zyn.’ - Een der Indiaansche Wysgeeren hieldt daar voor ‘een ziek lichaam, en een onvergenoegden geest.’ - Burzurge mihir betuigde: ‘Wat my betreft, ik geloof dat het grootste kwaad, 't geen een Mensch op deeze Wereld kan overkomen, hier in gelegen is, dat hy zich aan 's Leevenseindpaal vindt zonder de Deugd betragt te hebben.’ De twee andere Wysgeeren verklaarden dat hy gelyk hadt^(†).

(†) Herbelot. Bibliotheque Orientale.