Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778
(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOnderzoek, betreffende de uitwerkzelen der electriciteit, zo natuurlyke, als door kunst te wege gebragte, op den barometer.
| |
[pagina 633]
| |
en gewigtig genoeg om 'er uit te kunnen besluiten, dat de Natuurlyke Electriciteit des Dampkrings veel invloeds hebbe op de veranderingen van den Barometer, en aan te merken zy als een der hoofdoorzaaken van de beweegingen, die wy daar in waarneemen? Dit te onderzoeken is wel der moeite waardig. | |
Proeven.Indien men, in 't Kwikbakje eens eenvoudigen Barometers, een keten of een staafje van yzer of koper plaatst, gemeenschap hebbende met den Conductor eener goede Electriseer-machine, en men die doet werken, zal, op 't oogenblik, al de Kwik in den Barometer belaaden worden met Electrische stoffe. Men ziet een schitterend licht den geheelen glazen buis langs loopen, en in 't bovenste ledige gedeelte zich verheffenGa naar voetnoot(*). Wanneer de Kwik zo veel mogelyk met Electrische stoffe vervuld is, ryst dezelve zomtyds eene halve linie, of één linie en ten hoogsten twee linien. Om dit te weeten, draagt men zorge dat de hoogte des Barometers vóór de Proefneeming zeer juist gemerkt worde. Ik zeg dat de Kwik zomtyds ryst: want, in veele gevallen, schynt de Electriciteit 'er niets op te werken. Om, op eene veel nauwkeuriger wyze, de uitwerkzels van de Electriciteit op den Barometer, te bepaalen, kan men zich van de volgende Proeve bedienen. Men neemt een pyp van dezelfde wydte als de pyp des Barometers, met welke men de proeve doet. Men vult deeze pyp en het bakje, dat hermetisch geslooten wordt, met Kwik, ter zelfde hoogte als de Barometer staat: op deeze wyze heeft men eene soort van Thermometer, aan 't boven einde open. Indien men, in dit boven einde, het metaalen staafje of keten, die gemeenschap heeft met den Conductor van de Electriseer-machine, steeke, en de Kwik met Electrische stoffe vult, zal de Kwik zomtyds klimmen, doch altoos minder dan in den Barometer; hier door weet men hoe veel de uitzetting van de Kwik-kolom dezelve doet klimmen in een | |
[pagina 634]
| |
pyp gelyk aan die des Barometers. De werking van de lugt heeft geen plaats in dit geval, en men is in staat om daar uit af te leiden hoe veel die werking kan te wege brengen. Ik spreek niet van de Proeven eeniger Natuurkundigen, die, met behulp eens Barometers van een zonderling maakzel, en door medewerking van de lugt in de Kwikkolom gebragt, of door eenige andere middelen, de Electriciteit veel grooter uitwerkzels hebben doen veroorzaaken dan zy heeft op eenvoudige Barometers. Deeze moeilyke kunstbewerkingen, die, misschien, enkel aartigheden zyn, vernietigen de Proeven niet, tot welken wy denken ons te moeten bepaalen, noch strekken tot weering der gevolgen, die wy daar uit afleiden. | |
Eerste gevolg.
| |
[pagina 635]
| |
op eene meetkundige nauwkeurigheid letten de Natuurkundigen zo weinig als de Natuur zelve. Indien, by hevige stormwinden, onweêr, en aardbeevingen, verschynzels, waar in de Electriciteit zo veel deels heeft, de Barometer daalt, en in sterke beweeging is, hebbe men niet te denken, dat de Electriciteit des Dampkrings veel werke, of die beweegingen veroorzaake. De Lugt alleen, die, als dan, beurtlings zeer groote en schielyke veranderingen ondergaat, is het beginzel, waar aan wy die uitwerkzels moeten toeschryven. | |
Tweede gevolg.
| |
[pagina 636]
| |
lyke en de kunstige Electriciteit, dan moet ons die voereenkomst nog harssenschimmiger voorkomen. De tweede reden, op welke die Schryver zyne veronderstelling doct rusten, is de strydigheid, die men zou moeten toestaan, dat een kolom lugts met water en uitwaassemingen belaaden, minder zou weegen dan een kolom zuivere lugt: 't welk aanloopt tegen de wetten van de zwaarte der vloeistoffen. In de daad, de Kwik daalt wanneer de lugt het meest belaaden en met vreemde stoffe opgevuld is: dezelve klimt, in tegendeel, wanneer de lugt gelykaartiger en zuiverder wordt. Maar, zegt de Schryver, als men de Electriciteit houdt voor de oorzaak van de veranderingen des Barometers, zal men dit uitwerkzel begrypen; want de zuivere lugt is veel meer met Electriciteit vervuld, dan eene vogtige en onzuivere lugt. Deeze redenkaveling steunt, voor eerst, op de valsche veronderstelling dat de meerdere of mindere Electrische vloeistoffe eenen merkbaaren invloed kan hebben, en met de daad heeft, op de Kwikkolom in de Barometer pyp. Wy hebben gezien hoe veel of liever hoe weinig die invloed, zo van de natuurlyke en zelfs der kunstige Electriciteit, betekene. Deeze zelfde redenkaveling mist, daarenboven, hier in dat ze alleen zodanige Natuurkundigen bestrydt, die beweeren, dat de lugt, met water belaaden, minder weegt dan zuivere en drooge lugt. Zy bewyst niet 't geen ze moest bewyzen. 't Is ook niet voldoende, dat een Stelzel, als 't geen men hier voordraagt, vry zy van de bygebragte strydigheid, het moet alle verschynzels kunnen oplossen, en steunen op vaste proefneemingen: daarenboven wordt deeze strydigheid alleen gevonden in Stelzels, die men reeds voor lang verzaakt en agter den bank geworpen heeft. In de derde plaats beroept zich de Schryver op eene overeenstemming, die, in de daad, zonderling moet voorkomen. Hy neemt in aanmerking het uitwerkzel, 't welk de verschillende hoeveelheid van Electrische stoffe in den Dampkring op onze gesteltenisse en den omloop der vogten in 't menschlyk lichaam hebbe. De Electrische vloeistoffe, zegt hy, is een der noodzaaklykst werkende oorzaaken van den omloop der vogten, en bovenal van de zenuwsappen in 't menschlyk lichaam, van | |
[pagina 637]
| |
welker vryen en volkomen omloop het welzyn onzer lichaamsgestellen afhangt. Dus ziet men, dat, ten allen tyde, wanneer die vloeistof min vry in den Dampkring werke, en by gevolge ook minder is in onze vogten, de sterkste lieden zich log, vermoeid en afgemat voelen, als mede dat zy die ten eenigen dage eene wonde bekomen hebben of met Rheumatique stoffe bezet zyn, by die vertraaging meer dan den doorgaanden pyn gevoelen. Dewyl, derhalven, de Electrische vloeistoffe bykans ten zelfden tyde onze Vogten beweegt, en de Kwikkolom in den Barometer, is het zeer mogelyk dat 'er eene zekere overeenkomst plaats hebbe tusschen de beweegbaarheid der deelen die de Kwik en de Vogten onzes lichaams uitmaaken. Het is, over zulks, de meerdere of mindere zwaarte van de lugtkolom niet, overeenkomende met die van de Kwik in den Barometer, maar de meerdere of mindere hoeveelheid van Electrische vloeistoffe in de Kwikkolom, die deeze veranderingen te wege brengt, zelfs dermaate, dat die vloeistoffe, naar gelange van derzelver hoeveelheid, om zo te spreeken, het werktuig des menschlyken lichaams bezielt, kragtiger of zwakker maakt, en in geraakte leden de beweeging herstelt. Ik zal niet staan blyven op 't gebrek van juistheid in redenkaveling, 't welk zich hier voordoet: daar men uit eene enkele waarschynlykheid een stellig en zeker gevolg trekt, en een gevolg van eenen geheel anderen aart: want deeze overeenkomst die men voorgeeft te ontdekken tusschen de uitwerkzels van de Electrische vloeistoffe op het Menschlyk lichaam en de Kwik in den Barometer, bewyst die wel iets meer dan dat die zelfde uitwerkzels, ten zelfden tyde, plaats grypen: en is dit rede genoeg om ze aan dezelfde oorzaak toe te schryven? Wie is onkundig dat de lugt niet zwaarder of ligter kan weezen, en, bygevolge, meerder of minder op ons lichaam werken, of de omloop der vogten zal daar door verhaast of vertraagd worden? Zy, derhalven, die de verandering in de zwaarte der lugt voor het beginzel houden van het klimmen en daalen der Kwikkolomme in den Barometer, verklaaren even goed, als de Schryver van dit nieuwe Stelzel, de overeenkomst die zich opdoet tusschen den staat des menschlyken lichaams en de veranderingen des Barometers. | |
[pagina 638]
| |
Besluit.De Electriciteit, waar mede de Dampkring meer of min belaaden is in de veranderingen, die dezelve ondergaat, heeft een' te geringen invloed op de Kwik in den Barometer, om merkbaar te zyn, en zich te ontdekken: en, wel verre van de veranderingen van klimmen en daalen daar in te veroorzaaken, heeft dezelve op dit werktuig geene dan onnagaanbaare uitwerkzels. De Proeven op den Barometer, met kunstige Electriciteit genomen, laaten ten deezen aanzien, geen twyffel over. 't Zou zelfs een ydel bestaan zyn om van den Barometer een Electrometer te maaken, schoon men denzelven, door eenige kunstbewerkingen, aandoenlyker kon maaken, dan dezelve is: de Natuurkundigen hebben Electrometers uitgevonden, en zullen die blyven gebruiken: de Barometer zal volharden met ons de veranderingen in de zwaarte des Dampkrings aan te wyzen. De Electriciteit speelt eene groote rol in de Natuurkunde. Deeze vloeistoffe, in 't Heelal verspreid, is een der vermogendste en alge eenste oorzaaken der natuurlyke uitwerkzelen. De Natuurkundigen hebben het voordeel om 'er naar welgevallen, dat ik my dus uitdrukke, mede te werken: zy weeten dezelve te verspreiden, te verzamelen, en op een te hoopen, om over de uitwerkzels, met meer zekerheids te oordeelen. Een kunstig werktuig dient hun, om zich meester te maaken van deeze vloeistoffe. Hoe veele wonderen zyn 'er niet reeds door aan den dag gebragt! hoe veele ontdekkingen gedaan! hoe veel staan 'er nog door te geschieden, door middel deezer verwonderlyke vinding! Men mag zeggen dat de Natuurkundigen daar in een der sleutelen hebben van de geheimenissen der Natuure, en het Wereldstelzel, waar mede zy ten eenigen tyde, alle de gebruiken van denzelven kennende, alles zullen kunnen ontdekken. Doch, tot dat die dag aanbreeke, voegt het, buiten twyfel, hunne zwakheid, om zich binnen de paalen van wyze voorzigtigheid te houden. Lang, zeer lang, moeten zy zich met proefneemingen vergenoegen, zich zorgvuldig wagtende om Stelzels te vormen, en 'er onbedagtzaam gevolgen uit te trekken. |
|