| |
| |
| |
Proeven, om te toonen dat het glas doordringbaar is voor de electrische vloeistoffe. In eenen Brieve van John Lyon, aan den Schryver van The Gentlemans Magazine.
Myn Heer.
Naardemaal dit geschrift, Proeven en Waarneemingen in de Electrieiteit behelzende, voor de Koninglyke Societeit geleezen, en by haare papieren weggelegd is, verzoek ik u 't zelve, om het algemeener bekend te maaken, in uw Maandwerk te plaatzen. Dewyl het onderwerp moeilyk is, hoop ik, dat, het geen ik te zeggen heb, met aandagt zal geleezen, en met opregtheid onderzogt worden: vindt men dat ik mis hebbe, dan verwagt ik die zelfde goedgunstigheid aan te treffen, die andere Schryvers, in soortgelyke gevallen, bejegenden.
Door deeze hoope gesterkt, zal ik het waagen, eene veronderstelling in twyfel te treffen, die door Dr. franklin gemaakt, en, door de tegenwoordige Liefhebbers der Electriciteit, omhelsd is. Dwaalingen, door zo veel gezags gestaafd, kunnen niet missen voor waarheden door te gaan, tot dat eenig stout Proefneemer het betreeden spoor verlaat, en het waage, een nieuw pad in te slaan, om zyne kundigheden te vermeerderen.
Vermids dit geschrift alleen strekt tot eene Inleiding, van 't geen ik over de Electriciteit meen in 't licht te geeven, zal ik, voor tegenwoordig, my eer bevlytigen, om de twyselingen van anderen te versterken, dan om eenige nieuwe beginzels, ten opzigte van de Electrische Vloeistoffe, aan te bieden. De Hoogleeraar musschenbroek, Dr. franklin, de Abt. nollet, Vader beccaria, M. wilson, en veele anderen, (mag men uit hunne Schriften oordeelen,) schynen verre van overtuigd te zyn, dat de Electrische uitvloeizels niet door Glas heen gaan. Dr. franklins veronderstelling heeft deeze zwaarigheid in zich: naamlyk, indien het Glas toelaat dat het Electrisch vuur door de porien
| |
| |
heen gaat, kunnen wy geene reden geeven van het wonder verschynzel der Leydsche Vles.
Indien deeze fyne vloeistoffe niet door het Glas heen dringe, houden wy dan geene ongerymdheid staande, als wy, op Dr. franklins, beginzels redenkavelen? Laaten wy het eene lichaam niet op het ander werken, waar het niet is? Redenkavelen wy dan op zulke beginzelen, als de Liefhebbers der Electriciteit in andere takken der Wysbegeerte erkend hebben?
| |
Eene Proeve met den Zeilsteen.
Plaats een Naald in een Glaazen Pyp: laat de pyp hermetisch verzegeld zyn. Breng 'er den Zeilsteen by, de Naald word bewoogen: en wy schroomen niet te zeggen, dat dezelve van den Zeilsteen, door het Glas word aangetrokken.
| |
Eene Proeve met de Electriciteit.
Plaats een klein Veertje, of hang aan een draad een ligt Vlierballetje, in een Vles, laat dezelve hermetisch verzegeld weezen, trek het aan met een geëlectriseerde staaf of buis, en het Glas, zegt men ons, is ondoordringlyk voor de Electrische vloeistoffe, en wy zyn verpligt eene veronderstelling aan te neemen van Positive en Negative Electriciteit, om reden te geeven van de beweeging in het Veertje op het Vlierballetje.
Zyn de deeltjes der Zeilsteen Stoffe kleinder dan die der Electrische Vloeistoffe, of verschillen zy zo zeer in gedaante, dat het Glas de eene doorlaate, en de andere belette? Wy bekennen onze onkunde van de grootte en de gedaante deezer onbegryplyke kleine stofdeeltjes, en nogthans schryven wy aan 't zelfde verschynzel twee verschillende oorzaaken toe.
De Heer izaak newton leert ons, dat wy, zo verre het ons mogelyk is, dezelfde oorzaaken moeten vaststellen, voor de natuurlyke uitwerkzels van dezelfde soort. Dewyl de groote Maaker der Natuure, in zyn Werken, geen grooter verscheidenheid van oorzaaken gebruikt dan 'er volstrekt noodig zyn, is 't het Werk der Natuurlyke Wysbegeerte, om zo veele verschynzels als 't kan zyn, tot eenige algemeene bekende oor- | |
| |
zaak te brengen. Dit moet men doen, door de verschynzels met elkander te vergelyken in derzelver onderscheide omstandigheden; vindt men dat ze daar in overeenkomen, dan hebbe men ze als uitwerkzels van dezelfde soort aan te merken, en aan dezelfde oorzaak toe te schryven; door dit middel zullen de oorzaaken, welker bestaan beweezen is, algemeener beschouwd, en onze kundigheden uitgebreider worden.
Indien zy op deeze gronden redekavelen, moet ik de vryheid neemen, om als myn gevoelen op te geeven, dat de beweeging van de Naalde, (in de gemelde Proeven) veroorzaakt wordt door de Magnetische, en de beweeging van het Veertje of de Vlierbaaletjes door de Electrische, Vloeistoffen, vrylyk door het Glas heen dringende. Wanneer men dit toestaat zal men met D. franklin zeggen: hoe is het dan mogelyk reden te geeven van het wonder verschynzel der Leydsche Vles, en veele andere dergelyke verschynzelen, zo menigvuldig voorkomende? Dit zyn, ik beken het, zwarigheden; doch het past ons niet ons schielyk te laaten vervaaren door zwaarigheden in een Stuk, 't geen men nog niet ten vollen onderzogt heeft: want met voort te werken zullen wy misschien de waarheid agterhaalen.
Dewyl dit onderwerp keurig en moeilyk is, zal ik voorzigtig te werk gaan, en het nog niet voor toegestaan rekenen, dat de Electrische stoffe door 't Glas heen dringe: ik zal van stap tot stap vorderen, tot ik spreekender bewys aan voere.
| |
Eene Proeve met den Zeilsteen.
Strooi zagtjes eenig Staalvylzel op een wit Papier, leg het op een Glazen ruit. Indien gy een Zeilsteen onder het Glas houdt, zullen de kleine staaldeeltjes, door de uitvloeizels van den Zeilsteen, aangedaan worden, en de rigting van de daar na toe gehoudene Pool aanneemen: het gevolg, 't welk wy uit deeze Proeve trekken, is, dat de Magnetische Vloeistoffe door het Glas heen dringe.
| |
Eene Proeve met de Electriciteit.
Om in de Electriciteit eene Proeve van gelyken aart te doen, neem ik het zelfde Glas, Papier en Staalvyl- | |
| |
zel, (Zemel- of Vlierballetjes zyn beter,) 't welk ik op de volgende wyze van alle andere gemeenschap afsluit. Op een Mahognie houten stoel, met Glazen pooten, plaatste ik vier Wynkelken, op elken hoek een, en op 't midden van den stoel voeg ik een kleine glazen ruit, waar op ik een koperdraad zet, gestooken of geschroefd in een metaalen voet, om 't zelve te ondersteunen, en 't is op dezelfde hoogte met de glazen. Aan dit koperdraad maak ik een keten vast, en hegt dezelve aan den Conductor van de Elictriseer Machine. Op de Wynkelken en het koperdraad zet ik myn glazen ruit met het Papier en het Staalvylzel; en daar boven, op den afstand van omtrent een duim, plaats ik een drooge en warme metaalen plaat, ondersteund door een standaard, die gemeenschap met den vloer heeft. Wanneer myn toestel in deezer voege gereed is, word, zo ras ik de Electtriseer Machine begin te draayen, het Staalvylzel, door de metaalen plaat aangetrokken en weg gestooten. Ik weet wel, men zal antwoorden, dat de Negative Electriciteit dit uitwerkzel te wege brengt. Musschenbroek verhaalt ons ook, dat de Electrische Vloeistoffen niet gaan door Papier met gaten, noch door fyn linnen. Hoe komti dan deeze fyne Vloeistoffe by de Staaldeeltjes? Verspreidt dezelve zich onder de oppervlakte van 't papier, klimt het dus by de kanten op, en in dier voege in stede van door het Glas heen te dringen, na het Staalvylzel op de bovenvlakte? Zeker de Natuur neemt nooit zulk een krom pad!
Om, indien het mogelyk ware, voor te komen, dat de natuurlyke hoeveelheid Electrische stoffe, die men veronderstelt te huisvesten in de porien aan elke zyde van het glas, met zulk eene kragt wrogten als de tegenwoordige veronderstellige Leerwyze ons wil doen gelooven, deed ik een bekleedzel van pek aan den bovenkant van myn glazen ruit, 't welk ik my verbeeldde genoegzaam te weezen om deeze fyne stoffe in de porien van het glas te besluiten, of althans de kragt daar van te beneemen; maar, niettegenstaande deeze voorzorge, herhaalde ik myne Magnetische en Electrische Proeven met denzelfden uitslag. De Magnetische en Electrische uitvloeizels gaan door het pek en 't papier heen, of over derzelver oppervlakten; dit denk ik kan niet gelochend worden. Maar men onderrigt ons, dat pek zo wel als
| |
| |
glas geen Conductor is in de Electriciteit. Volgens welke gronden zullen wy dan reden geeven van deeze zeldzaame uitwerkzelen? Zal de veronderstelling van Positive en Negative Electriciteit ons, in dit geval, helpen? Ik denk neen. - Maar ik heb nog niet afgedaan.
Ik nam vervolgens een glazen ruit, tien duimen in 't vierkant, en plaatste dezelve op myn ruit met pek bedekt, en op dit laatstgemelde stuk glas zette ik myn papier met Staalvylzel, en herhaalde myne proeven, met denzelfden uitslag.
Om deeze Proefneemingen zo verre te brengen als ik ze voor tegenwoordig noodig oordeel, nam ik daar op een rond stuk glas van acht duimen middellyns, aan de eene zyde wel dik met zwavel bestreeken, en een ander van zeven duimen middellyns met wasch bedekt; en ik zette het eene boven op 't ander op 't glas, met pek bestreeken, en myn Staalvylzel werd, door de Metaalenplaat, op dezelfde wyze aangetrokken en afgestooten, als op de enkele glazen ruit.
Welke besluiten kunnen wy uit deeze Proefneemingen trekken? Blykt het niet, als wy onze zinnen mogen gelooven, dat de Electrische uitvloeizels door eene zelfstandigheid kunnen heen dringen, waar door de Zeilsteen deeltjes vrylyk gaan.
Men zal het misschien langwylig vinden dat ik zo lang stil staa om waar het mogelyk één Stuk te betoogen. Dan het is een stuk van aanbelang, en dat, beweezen zynde, tot een sleutel kan dienen om de deur van dit deel der Natuurkunde te ontsluiten, om, binnen korten tyd, grooter vorderingen te maaken. Ik zou nog eene groote menigte van Proeven kunnen bybrengen alle strekkende om te bewyzen dat de Electrische stoffe door Glas dringt; doch ik oordeel de gemelde genoegzaam tot myn tegenwoordig oogmerk.
Ik gaa derhalven voort, om te toonen, dat niet alleen de oneindig kleine deeltjes der Electrische Vloeistoffe, maar ook de laading van een groote Vles blykbaar door Glas heen dringe, zonder daar aan de minste schade toe te brengen.
Neem een Glazen ruit, van tien of twaalf duimen middellyns, meer of min naar de grootte van uw Vles; plaats dezelve op de keten, langs welke gy voorhebt de vonk van de binnen- na de buiten-zyde van uw Vles
| |
| |
te leiden. Laat het einde van uw keten gehaakt weezen aan een scherpe pen, rechtstandig op den horizon geplaatst, met de punt digt aan de onder oppervlakte van uw ruit, en overgesteld aan een ander punt op de boven oppervlakte van het Glas waar op men ook de Vles moet zetten, zo dat hy binnen 't bereik des laatstgemelden punts zy. Ik plaats het andere einde van de keten op een Mahognie houten stoel met Glazen pooten, en met een koperdraad in myn hand, met het einde gevestigd op de keten aan den stoel vast, ontlaad ik de vles door schielyk de knop aan te raaken, en de laading gaat blykbaar door het Glas heen. In de Brieven van franklin wordt ons berigt, dat een Vles niet kan gelaaden worden, staande op Glas, of 'er moest eene gemeenschap zyn tusschen deszelfs bekleedzel en de vloer. Ik zal hier alleen zeggen, dat ik de voorgaande Proeven ten minsten honderd maalen genomen heb, en dat zy zelden mislukten.
Dewyl ik vrees, dat al het bygebragte niet genoegzaam zal weezen om eene begunstigde veronderstelling te laaten vaaren, zal ik 'er dit nog byvoegen.
Neem denzelfden toestel als in de laatste Proeve; doe een glazen handvatsel aan het ontlaadend koperdraad: laat iemand het bovenpunt neemen, en dit houden tegen het onderpunt, digt aan het glas, met de eene hand, en laat hy, met de andere hand, het bekleedzel van de Vles aanraaken. Laad, wanneer hy dus staat, de Vles, en ontlaad dezelve schielyk door de knop, met het koperdraad aan te raaken, en als hy niet bemerkt, dat de Electriciteit, niet tegenstaande den hinderpaal van het Glas, hem door het lyf gaa, zal ik my zeer bedroogen vinden.
Ik zal hier nog maar alleen byvoegen, wat ik, ten aanziene van dit stuk, voor my zelven gedagt heb. Ik liet my niet voorinneemen door de proeven, noch beheerschen door de waarneemingen myner voorgangeren. Hoe verre ik slaagde in de doordringbaarheid van het Glas, ten opzichte van de Electrische Vloeistoffe, te bewyzen, laat ik aan het oordeel der rechtschape Liefhebberen. Heb ik mis, ik staa bloot voor overtuiging, en zal myne dwaaling, wordt ze my aangeweezen, gereedlyk erkennen. Kan, integendeel, het hier ter nedergestelde den toets van streng onderzoek doorstaan, dit
| |
| |
zal my aanzetten, om eenige verdere Proeven, deezen tak der Natuurkunde betreffende, het Gemeen mede te deelen.
Dover, 10. July, 1778. |
|