Proeven op de aloë.
Door Joh. Tersier, Apotheker te Amsterdam.
Vyf Soorten van Aloë zyn by ons bekend, onder de naamen van Aloë Succotrina of Succotorina, - Aloë Caballina, Aloë Hepatica, - Aloë Capensis, - en Aloë Lucida.
Ik heb alleen de vier eerste Soorten onderzogt, dewyl de oprechte Aloë Lucida thans weinig voorkomt, en dus niet genoegzaam ten gebruik kan dienen.
Vier oncen van iedere Soort, afzonderlyk ontbonden in drie pinten Regenwater, liet ik één nagt bezinken, waarna ik de vogten afgoot, en langzaam uitdampte tot eene volkomene droogte.
De bezonkene stoffen, zeer droog uitgedampt, ontbond ik ieder afzonderlyk, met goeden voorloop, en liet ze, na eene genoegzaame zuivering, op nieuw uitwaassemen.
Door deze bewerkingen heb ik bekomen
uit de Aloë Succotrina |
uit de Aloë Hepatica |
|
Extr. Gumm. |
unc. ij, dr. Ʒ. |
Extr. Gumm. |
unc. ij Ʒ scr. ij. |
|
Resin. |
dr. xi Ʒ. |
|
Resin. |
dr. x. |
|
Faeces. |
dr. ij, scr. j. |
Foeces. |
scr. j. |
uit de Aloë Caballina |
uit de Aloë Capensis |
|
Extr. Gumm. |
unc. ij, scr. iij Ʒ. |
Extr. Gumm. |
unc. ij, Ʒ, dr. iij. |
|
Resin. |
dr. iv, scr. j. |
Resin. |
unc. j. scr. j. |
|
Faeces. |
dr. Ʒ. |
Deze laatste soort gaf geene Faeces. |
Hier uit nu ziet men dat 't ten uiterste noodzaaklyk is, dat 'er geen A loë inwendig gebruikt worde, ten zy dezelve vooraf gezuiverd is, en dat men, ten onrechte, de Aloë Succotrina beter achte dan de andere, ten ware de kragten der Extracten verschilden, 't welk ik aan 't onderzoek der Geneesheeren overlaate.