Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778(1778)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Geruste staet. Terwijl schier al wat leeft tot dichten is bewoogen: Terwijl men Maetschappij bij Maetschappijen kweekt: Terwijl de lasteraer van bitschen nijd verbleekt: Terwijl men zwoegt en zweet in tael- en kunstvertoogen: Terwijl de Rentenier zich deerlijk vindt bedroogen: Terwijl Mercuur zijn hoofd met koopmanschappen breekt: Terwijl men voor een' zot om wichtige ampten spreekt: Terwijl de oprechte trouw uit Neêrland schynt gevloogen; Terwijl de hoovaerdij op 't hoofd der Dames prijkt: Terwijl de Burgerpracht den Adeldom niet wijkt: Terwijl de Zwindelaers een' eerlijk man trotseeren: Terwijl men slegt betaelt, en daeglyks schulden maekt: Terwijl men Washington en Howe pryst en laekt: Loeze ik in Brodenre, en denk: het kan verkeeren. Imperare sibi maximum imperium est. 1778. Vorige Volgende