ziet, waar het ongewapend oog niets dan schoonheid beschouwt.
De Man van Letteren is doorgaans met ernstige overleggingen bezig. - Hy leeft altoos met een zeker vooruitzigt in 't oog. De rest der Wereld offert het grootste gedeelte van hun tyd aan gemak, vrolykheid, en plaisier op. De Man van Letteren wordt zomwylen uit zyn Boekvertrek getroond om zich naar de gewoonte te schikken, of, door lastig aanhouden, overgehaald om deel te neemen in de gewoone vermaaken deezes leevens. Hy doet het met wederzin en schroom; want hy kan niet schitteren in gezelschap, en hy ziet elke afroeping aan als een hinderpaal in het volvoeren van zyn hoofdoogmerk en van zyne wenschen: hy keert vol te onvredenheids te rug; vermids, in 't uur van vrolykheid en gastery, zyne verdiensten ongemerkt doorgingen, en zyn gezag niets goldt.
De onderscheide oorzaaken, dus verre bygebragt voor de onvergenoegde geaartheid der Geleerden, kunnen hem tot geene oncere strekken; doch 'er zyn andere oorzaaken even waarschynlyk, en niet vry van schande.
Menschen, 'er gestadig op uit om hunne bekwaamheden te vermeerderen, en hunne kundigheden uit te breiden, verbeelden zich, ten zelfden tyde, hunne waarde te vergrooten, en in agting te moeten toeneemen. Elke stap, die zulk een Man voorwaards doet, vervult zyne ziel met een hooger denkbeeld van zyne eigene verdiensten, en bevestigt hem in de bewustheid van zelfwaardigheid. Maar de Wereld is niet verstendigt van elke nieuwe vordering, die de Letteroefenaar op zyn Boekvertrek maakt. Hy vermeerdert, diensvolgens, zyne eisschen op eerbiedenis, eer anderen bewust zyn van eenigen aanwas zyner verdiensten. Agting te vorderen, en dezelve niet te verkrygen, is eene allerdoodlykste kwelling voor hem, die na Letterroem dingt. Hoogmoed is, derhalven, een ryke welbron van onaangenaamheden voor den Letteroefenaar.
Elk bereikenswaardig einde heeft eene menigte die na 't zelve staat. Mededingers zien elkander natuurlyk voor vyanden aan, onderling elkanders wenschen dwarsboomende. Deeze jalousy wordt nergens overvloediger, of sterker, gevonden dan onder de bejaagers van Lettereere. De Letteroefenaar is, diensvolgens, ny-