Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778

Waarneeming van Vader De van der Esse, Monnik te Brie - Comte - Robert, over een vreemd lichaam, gevonden in het binnenste van een appelboom.

(Esprit des Journaux, Mai 1778.)

In de maand November laatstleden, liet ik eenige oude Appelboomen omverhaalen, en verscheiden hakken, om te verbranden. In het hart van een deezer boomen, ontdekte ik een doornstok, van zyn bast ontbloot; op die wyze als de Reizigers denzelven draagen; hy hadt de lengte van vier en een halfvoet. - Het boveneinde was op geenerleie wyze vast aan het lichaam van den boom; en die losheid duurde tot op een derde der hoogte van den boom; maar, hoe nader de stok aan den grond kwam, des te meer scheen hy met het lichaam van den boom, vereenigd te zyn; en eindelyk was de vereeniging, in het gedeelte, dat in den grond gestaan had, zo volkomen, dat het hout van den doornstok, met dat van den boom, verbonden ware. - Deeze stok was in zyne geheele lengte zeer gaaf, uitgezonderd op ééne plaats, waar de boom zelve begon te ontsteeken en te verrotten. Ik heb zorgvuldig onderzogt, of de boom in het boveneinde ook hol geweest was, en of 'er ook eenige overblyfzelen van gaten waren, door welken men het doornhout had kunnen insteeken; dan myne onderzoekingen daaromtrent zyn vrugteloos geweest; de geheele bast van den boom was schoon, gaaf, en zonder spleeten.^(*)

g.h.e.

(*) In het Kabinet van Zeldzaamheden van zyne Doorluchtige Hoogheid, den Prins Erfstadhouder, (om dit, by deeze gelegenheid, hier ter plaatse te melden,) bevind zich een gedeelte van een boom, of zogenaamd Slagers Blok, (waar toe men 't ook eigentlyk geschikt had,) in welks midden een gewoonlyke drietandige Yzeren Vork gegroeid is.